Triest nieuws uit Schotland. Opnieuw verliet een dominee de kerk waar hij zo
lang trouw aan was. Donald MacDonald, Carloway, Isle of Lewis, heeft besloten
de Free Church of Scotland de rug toe te keren en over te gaan naar de Reformed
Presbyterian Church#. Na 47 jaar predikantschap in de Free Church kon hij het toch
niet met zijn geweten overeenstemmen te blijven in een kerk die een in zijn
ogen onbijbels besluit genomen had: bij de gemeentezang had de Synode ook
begeleiding door instrumenten als optie aanvaard.
De voorgeschiedenis verklaart wel wat, maar niet alles. In 1843 ontstond de
Free Church, uit protest tegen de macht van de ‘Laird’, de landheer, bij de
benoeming van de plaatselijke dominees in de Church of Scotland. Daarmee
behoorde de Free Church bij de golf van vrije kerken die overal in Europa over
het land spoelde. Mensen schudden de bevoogdende houding van de hogere klassen
van zich af, tegelijk met verlichte en pedagogische ideeën over geloof en
eredienst. In Schotland speelde daarbij ook sterk een ethnische kwestie: de
Lairds waren Engels-georiënteerd, eisten steeds meer land op voor de
hertenjacht en schapenteelt, en verdreven de Gaelic-sprekende ‘natives’ naar de
onvruchtbare randen, de eilanden. Uiteindelijk vluchtten velen naar Nova
Scotia, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland.
De Free Church, die het moest doen met eenvoudige schuurtjes, zong zoals dat
vroeger ging: onbegeleid. In het Gaelic. De voorzanger (‘precentor’, spreek
uit: priesenter) zette in, en na enkele maten volgde de gemeente. De toon
bepaalden mensen zelf, zodat in een ‘Free Heterophony’ de psalmen gezongen
werden. Natuurlijk alleen psalmen: naar Calvijns beginsel staat daar alles in
wat we nodig hebben. Hymnen, gezangen uit later tijd, brengen maar verwarring
en scheiding.
In het Gaelic klinkt deze stijl van zingen prachtig. Voor wie het horen wil,
dan.* Probleem van de Free Church is, dat ze nieuwe leden krijgt die overkomen
van andere kerken. Die andere kerken zijn liberaler, accepteren vrouwelijke
predikanten en homorelaties, bijvoorbeeld. Of ze zijn evangelischer, maar
theologisch hebben ze weinig diepgang. De Free Church is dan een goed
alternatief, maar aan het zingen kunnen de nieuwkomers niet wennen. De ene mist
het orgel, de ander de worship songs.
Daarom besloot de Synode, na ampel beraad, om de plaatselijke kerken de
vrijheid te geven tot invoering van instrumenten over te gaan.
Deze problemen doen zich vooral voor in de stadsgemeenten. Het Gaelic is daar
uitgestorven, of wordt gereserveerd voor één middagdienst per maand; en eerlijk
is eerlijk, in het Engels gezongen klinkt het onbegeleid psalmzingen niet echt
verheffend. Maar op de eilanden, waar het Gaelic als deel van de identiteit
juist weer in de lift zit, speelt de kwestie veel minder: verschillende
initiatieven trachten juist zowel deze unieke vorm van psalmzingen, als de
algemene aandacht voor de eigen cultuur, te stimuleren. In de stemming op de
Synode kwam dat ook wel tot uiting: met 98 tegen 84 stemmen werd het voorstel,
te komen tot vrijheid van begeleiding genomen. Een wankele marge, met het
geschetste gevolg. Tot nu toe traden drie predikanten uit, en vele
gemeenteleden; zij vormden hun eigen nieuwe gemeenten, en kregen onderdak bij
de RP Church.
Kerkrechtelijk lijkt het wat flauw: in Carloway, de gemeente waar ds MacDonald
woonde, zal men echt geen orgel gaan gebruiken. Iedere gemeente is vrij om af
te zien van begeleiding. Maar het teken is duidelijk: de synode buigt voor
wereldse vormen van muziek. Straks zal ze de kerk ten onder laten gaan. In
Nederland weten we daar alles van: de paar kleine vrije oud-gereformeerde
gemeenten waar men zonder orgel zingt zullen de mening van ds MacDonald
onderschrijven. Het zijn zware tijden voor de kerk.

Op vakantie kochten we een Cd met liederen en teksten, opgenomen door kinderen van de basisschool in Staffin, Skye. Ook hier de onbegeleid gezongen Psalmen in het Gaelic. Niet de ruwe heterofone klank van een gemeente met stemmen
van alle leeftijden, maar op een andere manier intrigerend. Opmerkelijk is hoe hier
zangonderwijs en onderwijs in eigen taal en cultuur samen gaan.

#De RP Church, niet te verwarren met de Free Church Continuing
of de Presbyterian Church alias de Church of Scotland. Alle calvinistisch van
aard, dus synodaal georganiseerd, maar van verschillende striktheid. De Church
of Scotland is het grootst, maar kent ook verschillende verschijningsvormen. Op
het eiland Lewis zingen ze in de meeste CoS kerken ook onbegeleid, en bestaat
nog steeds de gewoonte die elders al lang geschiedenis: de avondmaalsgangers
dienen zich een week tevoren te melden, krijgen dan huisbezoek, en als alles
goed is ontvangen ze penning die hen de toegang tot het avondmaal verschaft.

*De invloed strekt zich ver uit. Toen Rokus de Groot, in
1971 student muziekwetenschappen, thuiskwam met opnamen van deze zang liet hij
het horen aan zijn vriend, componist Ton de Leeuw. Deze hoorde het aan, zweeg,
en ging weg. Hij mompelde zoiets als: ‘Hierbij vergeleken stelt wat ik doe
niets voor.’ De Leeuw gebruikte daarna de muziek als inspiratiebron voor zijn
Hoogliedcompositie, Car nos vignes sont en fleur (1981). Bron, radio-opname Een goedemorgen met
Rokus de Groot, 1 november 2008.

Bron: http://www.bbc.co.uk/news/uk-scotland-14761114
Hier meer digitale verwijzingen. De website van de Free Church biedt geen
commentaar. Ook de Reformed Presbyterian verwijst er niet naar, op de site,
maar wel lezen we hoe op Stornoway nu diensten zijn, elke zondag twee maal. http://www.rpcscotland.org/ Op een VIMEO
kerkdienst http://vimeo.com/airdrierpcs
zien we hoe ze psalmen zingen: de tekst
uit 1650, maar vrolijk en snel meerstemmig gezongen, onbegeleid. Tekst op de
muur boven de kansel gebeamd. Duidelijk voorbeeld hoe oude paradigma’s niet
meer gelden.

Voorbeeld van het oude psalmzingen, zij het dat het
tegenwoordig een stuk sneller gaat dan zeg, 25 jaar terug, op deze opname van
de grote stimulator van deze muziek, Calum Martin: http://www.youtube.com/watch?v=k3MzZgPBL3Q