kerkentocht Zeist, 16 – 17 september 2011
Er loopt een oud kerkenpad door het bos van Huis ter Heide
naar Zeist. Deze zaterdagmorgen ga ik het in omgekeerde volgorde: mijn kerk
staat vandaag in Huis ter Heide, aan de Amersfoortseweg 19. Het is het
poortgebouw van een prachtig landhuis, het hoofdkwartier van de Adventkerk in
Nederland. Met een noodvaart passeren een paar auto’s me, op het laatste
stukje, om dan snel af te remmen en voor me uit het park in te rijden. De
mannen van de band. Mijn fiets is de enige – als ik weg ga is er nog één bij
gekomen. Mensen komen van ver, dat in elk geval. Of zou fietsen niet mogen, op
sabbath?
‘Gezegende sabbath’ wenst een van de mannen die in de hal staan te wachten me.
Het is rond elven, maar de sabbathschool is nog niet klaar. Zo doen ze dat bij
de Adventisten, overal hetzelfde: om 10.00 uur zitten kinderen, jongeren en
ouderen apart om te leren, daarna begint om 11.10 uur de eredienst. Ik ben niet
de enige die alleen voor de tweede optie komt. Als de deur van de kerkzaal
opengaat maken we nog net het staartje mee van de school, het zingen van een
lied, staande.

Ik kom binnen in een brede zaal, met drie vakken stoelen, elk zes a zeven rijen
diep. Twee beamers werpen licht op een muur, maar roepen ook vragen op. Is die
‘chocoladeboetiek’ de sponsor van deze kerk of zo? Maar waarom dan geen adres? Voordat
ik het met de weinige informatie kan uitvogelen komt al het eerste lied in
beeld. Een elektrische piano, een klarinet en percussie begeleiden de zang.
Later zal er nog een dwarsfluit bijkomen, zo nu en dan. Er wordt veel gezoend
en omhelsd – de mensen kennen elkaar goed, dat merk je. Zelf krijg ik een
hartelijke hand van de vrouw naast wie ik ga zitten. Uit Driebergen komt ze, ze
is ook vrijwilliger in Vredenoord, het adventsverzorgingshuis om de hoek.
Direct krijg ik de kans om te vragen wie de voorganger zal zijn, vanmorgen.
‘Eigen invulling’, stond er op de site, en dat vind ik wat vaag. Eens in de
maand blijken de ouderlingen zelf te spreken, en is er geen dominee. Deze keer
is de beurt aan één van de jonge mannen in de hal, JaÏr. Hij begint met de
mededelingen. Iemand legde een taak neer, een ander pakte er één op. Twee
gezinnen hebben zich gemeld, over een paar weken zullen ze worden opgenomen in
de gemeente. Geen applaus, maar een her en der gemompeld ‘amen’ heet hen
welkom, iedereen kent ze allang. Het gaat allemaal ontspannen en gemakkelijk.
Tussendoor komen nog wat jongeren binnen, via een deur achterin verdwijnen ze
weer naar het balkon boven.
Het zingen begint. Er is in de hele eredienst geen lied dat ik ken, maar na
drie regels is elk lied al duidelijk: eenvoudige akkoorden, melodieën die tegen
de smartlap aanzitten. Meerstemmigheid klinkt ook vanzelf; en dat dan met de
lekker vlotte begeleiding roept de sfeer van een methodistenkerk op. Ook de
liturgie heeft daar veel van weg: enkele aanbiddingsliederen, een gebed, en dan
direct de preek.
Amper is de preek begonnen – het gaat over het verschil tussen gelovigen en
ongelovigen – of een gemeentelid valt de voorganger stevig in de rede. Dat
gelovigen ook vriendelijk moeten zijn voor hun vijand is toch echt soft. ‘Ze zien je komen, ze lachen je uit, ze
profiteren van je
.’ Na een eerste schrik heeft iedereen het door: dit is
ingestudeerd. Het vraag-antwoordspel levert een interessant inkijkje op, met
vele ontspannen momenten. De voorganger citeert uit Matteüs en Lucas, maar op
kernpunten haalt hij er ook moeiteloos de klassieken bij. Alexander de Grote
vroeg aan Indische wijzen hoe hij kon weten of hij god was. Het antwoord was:
‘Als je van je vijand houdt’. Ook Aristoteles komt nog aan bod, en een paar
woorden uit het Griekse Nieuwe Testament. De kern vatten de twee sprekers aan
het slot nog één keer samen: ieder mens is schepsel van God, dus je zult niet
anders kunnen dan allen liefhebben. Tenminste als je zover bent als Wikipedia
schrijft over de christelijke liefde:
‘voor de weinige mensen die volledig afstand hebben gedaan van hun egoïsme is
deze liefde een levende bron die geen inspanning meer vergt maar
vanzelfsprekend en natuurlijk is
.’
Na de preek komen tien zangers naar voren. Ze pakken de tien microfoons die
daar netjes op een rij al klaar hangen – dat doen ze vaker hier! Een lied in
close harmony volgt, over de liefde van God. De pianist heeft dit keer niets te
doen: een soundtrack draait op de achtergrond mee, zodat ik me zelfs ga
afvragen of ik de stemmen van dit tiental hoor of dat ze playbacken. Maar nee,
ze zijn het echt zelf.
Daarna is het snel afgelopen. Ouderling-voorganger Jaïr opent zijn bijbel bij
Numeri 6 en leest de zegen van Aäron, in de Nieuwe Bijbelvertaling. Het eerste
stuk van het Oude Testament dat ik hoor, dit uur. Ik had me een kerk die zo’n
waarde hecht aan de sabbath toch wat oud-testamentischer voorgesteld, realiseer
ik me, met toch minstens ergens een psalm. Maar zo lopen de dingen in de
geschiedenis: oud en nieuw weven zich door elkaar heen, een nieuw gewaad
ontstaat. Dat hier is kleurig, en uit één stuk.

Maar die chocoladeboetiek, wat is dat dan toch? Thuis geeft
de site uitkomst. Verwenweekend voor vrouwen uit de Adventkerk in Nederland. Met
prijzen van € 40,- tot € 160,- p.p. Ideetje voor de Protestantse Kerk
Nederland?

Het Kerkgenootschap van Zevende-dags Adventisten, de Adventkerk, is lid van de
Raad van Kerken in Nederland. Net als de Evangelische Broedergemeente, ook in
Zeist, kreeg de kerk een stevige impuls met de komst van velen uit de Antillen
en Suriname, dat is ook in deze gemeente goed te merken.