Blog Image

Roel Bosch

Over dit blog

Beschouwingen en teksten, columns en artikelen.
Vrij gebruik in context waar de teksten tot hun recht komen, met auteursvermelding.

Tien klinkende woorden

Teksten Posted on zo, oktober 23, 2011 21:05:25

oorspr 13 mei 2011

Kerkenraden beraden zich over de kerk. Voor je het weet gaat het
nergens over. Nu, ja, niet echt natuurlijk, maar dan gaat het over geld
en gebouwen, papieren en plannen, fouten en verbeteringen. Dit keer
hadden we een uurtje voor de tien geboden uitgetrokken. Waar zijn die
toch gebleven, had iemand gevraagd. Vroeger hoorde je ze iedere zondag,
en nu niet meer. Heb ik iets gemist?
Inderdaad, iets gemist. In de
oecumenische liturgie, zoals die vanaf de jaren 1970 eerst in de onze
hervormde Shalomgemeente en toen in onze gereformeerde Bergwegkerk in
zwang kwam, verdwenen ze. Tot opluchting van velen. Het was de tijd die
opstond tegen de oude autoriteiten. De Wet des Heeren deed denken aan
verplichte schuldbelijdenis bij een ‘gedwongen huwelijk’ (wat is dat,
opa, dat je vader een vrouw voor je zoekt?), aan dominees die zo ‘Ik ben
de HEERE’ zeiden dat een kind dacht dat Dominee God is (altijd een man
natuurlijk, vandaar dat misverstand), aan runderen en ezels die je alle
dagen op straat kon tegenkomen, en die je dan zomaar zou begeren, net
zoals de vrouw van je buurman (want dat je buurman een man en je
buurvrouw een vrouw zou hebben kwam bij de meesten niet op).
De Wet,
om je ellende te leren kennen, de Wet, als leefregel der dankbaarheid,
werd meer en meer gelezen in een andere vorm en bleef achterwege. Soms
was er nog een samenvatting, God en de naaste liefhebben, soms een
stukje uit de brieven, over de vrucht van de Geest, maar meestal volgde
na Kyrie en Gloria gewoon de dienst van het Woord.
In het Dienstboek
van de Protestantse Kerk zijn heel voorzichtig de Tien Geboden weer
teruggeplaatst op de rol. Bijvoorbeeld als kort lijstje, in
vereenvoudigd Nederlands: na het gloria, zo mag je leven! Na de preek,
als credotekst: Wij belijden dat we mogen leven als mensen die geloven
in de Ene God, door niemand gezien. Voor de zegen, als bemoediging bij
het weg gaan: zo mogen we leven, als mensen die…
Wij zagen ze toch
ook in groter verband. Wie leest nog veel in de bijbel. Wie kent die
klassieke teksten nog, Romeinen 12, Galaten 5, Jesaja 53, wie komt nog
regelmatig bepaalde Psalmen tegen waar mensen een leven lang mee kunnen
leven? Oud en vertrouwd, te oud en vertrouwd in 1970, maar nu aan het
wegzakken uit het collectief bewustzijn, uit de kennis van mensen van
onder de 40. Toch zo nu en dan maar eens zo’n tekst weer een plaats
geven, een ereplaats.
Voor de tien woorden gebruik ik al een paar
keer per jaar de tekst die ik aanpaste van Max Arab, en die altijd
vragen oproept… want hoe zeg je dat nu, ‘Gij zult niet echtbreken!’?
Maar daar gaat het denk ik om, in het christelijk leven, dat mensen zich
en anderen vragen durven stellen. Zo gezien zijn de tien geboden zo gek
nog niet. Tien klinkende vragen! Het ging wel ergens over, deze
kerkenraadsvergadering.

1. Een is God, hij zorgt voor je, voor niets of niemand anders hoef je te buigen of door het stof te gaan.
2. Hang je niet op aan idolen en idealen, houd je voeten op de grond.
3. Zeg niet ‘God’ bij dingen waar ik niets mee te maken wil hebben.
4. Op de zevende dag rustte God uit en zag dat het goed was. Houd Gods dag in ere, houd Gods rust in je leven.
5. Eer je vader en moeder, de mensen die je voorgaan, dan loopt ook jouw weg goed.
6. Niet doodslaan, maar de ander het leven gunnen.
7. Niet trouw breken, maar betrouwbaar zijn.
8. Niet stelen, maar delen.
9. Niet liegen, maar de ander hooghouden.
10. Niet willen hebben wat een ander al heeft, maar dankbaar zijn om wat je ontvangt, om wie je bent.



Teksten die verbinden

Teksten Posted on zo, oktober 23, 2011 21:02:51

23 mei 2011
Iona-weekend
in Schoorl, met als thema: ‘verbinding’. Aan mij was gevraagd om een
workshop te leiden over ‘verbindende teksten’. Wat maakt, dat een tekst
een band kan leggen tussen mensen, tussen situaties, tussen tijden toen
en nu?
Leuk, om met die vraag in het achterhoofd eens naar teksten te
kijken. Een lied dat je zingt, een uitnodiging voor een bijeenkomst,
een gebed bij de avondmaalsviering, een woord bij een afscheid – soms
merk je het direct. Déze tekst verbindt mensen, er schuilt een gloed in,
er gaat iets trillen. Maar soms ook is het andersom. Mensen klappen
dicht, het wordt kil.
We begonnen met het luisteren naar drie
teksten, anoniem, de aanhef van een avondmaalsgebed voor Kerst. Drie
sterke teksten, uit goede bronnen, en dat merkte je: elk had zo z’n
sympathisanten. Een tekst van Van der Zee, eenvoudig, mooie beelden: ‘geboren is een nieuwe dag’; een tekst van Janet Morley, heel lichamelijk, dichtbij, met vrouwen die een naam krijgen; een tekst uit Iona,
de eenvoudigste van alle, waar ‘wij’ direct in genoemd worden, waar we
in meekomen.* Maar ook had elke tekst redenen voor luisteraars om af te
haken, om zich niet te verbinden. De ene vond het gebruik van ‘Gij’
vreselijk ouderwets; een ander verslikte zich in de titel voor God,
‘Heer’, maar een ander bleef steken bij een andere titel, ‘Eeuwige
Wijsheid’. ‘Heil binnen handbereik’, is dat nu plat (‘voor het grijpen’)
of juist leuk? En die hele reeks bijbelse verwijzingen, dat weten
mensen toch nooit allemaal meer? Of is het juist ‘mystagogie’, inwijden
in het geheim? Duidelijk: juist een specifiek kenmerk kan aantrekken en
afstoten tegelijk, een meer saaie tekst doet allebei wat minder. Waar
kies je voor? Ken je de groep, waar de tekst zijn werk moet gaan doen?
Dat helpt!

Toch
zijn er wel een paar algemene regels te geven, vooral waar om het de
vorm van teksten gaat. Daaraan besteedden we dan ook aardig wat
aandacht.

* Een goede tekst beredeneert niet, kent geen ‘want’, ‘omdat’, maar roept iets op, is beeldend.
* Te lange teksten verzanden, maar te korte kunnen het moeilijk maken om mee te komen in de gedachtegang.
* Iets soortgelijks geldt voor zinnen: passend van lengte, niet complex, geen vierdelige werkwoordsvormen, en zo meer.
* Vreemde woorden, jargon, maken het horen moeilijk; maar ook een woord dat opeens popie-jopie uit een ander taalveld komt laat mensen afhaken.
* Bij jargon hoort ook verouderd spraakgebruik.
Je kunt het diep betreuren, maar als je mensen hoort bidden: ‘Uw
Koninkrijk komen’ weet je dat die werkwoordsvorm heel erg UIT is. Maar
toch zongen we het lekker wel, ‘moge God je behoeden’…
* Passieve werkwoordsvormen
houden mensen op afstand. Je let vast goed op als ik tegen jou zelf
spreek. Men wordt veel minder getrokken door zinnen met het woordje
‘worden’.
* Bij de tekst hoort de voordracht: een warm uitgesproken (misschien zelfs gezongen!) tekst reikt verder dan een keurig voorgelezen verhaal.
* Bij teksten kan ook de weergave
op papier horen. Een rustige stijl is vrijwel altijd te verkiezen. Geen
rare lettertypen, of typen die geassocieerd worden met een bepaalde
leeftijdsgroep, met stripverhalen (help! comic sans!),
geen koeiengrote fonts. Gewoon links uitlijnen, 12 punts bijv. Times,
Verdana, Arial, afhankelijk of iets op het beeldscherm of papier te
lezen moet zijn.
* ‘Ik ben een vogeltje dat bang is. De tranen lopen
over mijn wangen.’ Dat noemen we een krakende metafoor; nou ja, krakend,
het is beeldspraak die volledig mislukt is. Een vogel heeft geen wangen en tranen. Houd het simpel!
* Vertaal geen zinnen; vertaal een tekst.
Zeker als je geen taalvirtuoos bent moet je je losmaken van de
brontekst. Probeer in je eigen woorden, in het Nederlands, de inhoud
weer te geven. De lezers of hoorders mogen niet merken dat er eerst
Engels, Frans, Duits, stond. (Soms bevestigt een uitzondering de regel,
en zijn mensen dol op Nederhebreeuws. Maar ook op Nederengels?)
* Laat zinnen lopen, spreek ze lopend uit, zodat er cadans in zit, de woorden vallen mooi na elkaar op het pad.

Toen het om de inhoud ging kwamen ook tips naar boven:

Teksten die mensen erbij betrekken
hebben veel vóór. Maar er zijn grenzen: ‘Wij vinden toch zeker allemaal
dat’… is een zin die veel mensen huiverig maakt. ‘Nou, dat bepaal ik
zelf wel.’
In de groep van Iona zal een goed geaarde tekst
prima landen. Maar we konden ons ook groepen voorstellen waar men op
iets heel anders zit te wachten. Zweverige gelovigen, materialistische
liberalen, conflictgerichte wereldverbeteraars… of strijk ik nu juist
tegen de haren in? Hoe dan ook, een tekst kan alleen verbinden wat en
wie zich verbinden laat. Meer dan je best doen hoeft niet.

De
tijd ging snel. Nog even hadden we tijd om te zoeken naar teksten die
goed gelukt waren. Met zo nu en dan een mislukking er tussendoor.* Een
tekst die mensen bezighield, soms wat ergerde (de formule tussen-in-voorbij bekoorde niet ieder), maar juist ook intrigeerde door die vreemde twee-na-laatste regel, ging over de stilte:

ik zegen u om de stilte
de stilte tussen de woorden
de stilte in de woorden
de stilte voorbij de woorden
ik zegen u om de stilte
de stilte tussen de klanken
de stilte in de klanken
de stilte voorbij de klanken
ik zegen u om de stilte
die stilte die waait in de bladeren
de stilte die klinkt in het rumoer van de stad
de stilte die klopt in het ruisen van mijn bloed
ik zegen u om de stilte

Een tekst die nog wat te raden overlaat zou best eens kunnen verbinden…

Aan een concrete opdracht kwamen we niet meer toe.
Ik nodig lezers uit om er thuis rustig voor te gaan zitten. Maak een tekst, beginnend met de regel:

Waar mensen elkaar de rug toekeren ...

*
Als voorbeelden de ‘prefaties’ van drie tafelgebeden, uit Dienstboek
PKN nr 3 en 36, uit Liturgische Bouwstenen van Anneke Oppewal de tekst
op p 32.

*Een voorbeeld van een niet zo geslaagde tekst, waarin het Engels nog te zeer te herkennen is: Mogen
wij in staat zijn om de moeilijke onderwerpen die ons nog scheiden,
onder ogen te zien en op te lossen en mag gezamenlijk gebed voor eenheid
onder christenen een goede gewoonte worden…



Botergebed

Teksten Posted on zo, oktober 23, 2011 20:59:30

oorspr 27 mei 2011

Zo
kan dat gaan: je hebt een tekst geschreven, een verhaal verteld, en
daarna laat het onderwerp je nog niet los. Mij ging dat zo, met mijn
verhaal over verbindende teksten. Wat maakt dat een tekst als
‘verbindend’ overkomt? Veel kon ik bedenken en dus schrijven over de
vorm, maar wat de inhoud aangaat: dat ligt wat moeilijker. Dat zal toch
verschillen, per thema, per persoon? Ja en nee, denk ik, nog napeinzend
over de teksten die de deelnemers aan de workshop als favoriet
inbrachten aan het slot.
Een paar kwamen met dezelfde tekst, gevonden in een flinke reeks van tientallen mogelijkheden:
Het botergebed

Gij die maan en zon laat stralen,
Gij die wei en stal hun vee geeft,
Gij die zee en beek de vis zendt,
stuur ons boter op zijn tijd!

Kom met gele klonten, kom!
Kom met gele klonten, kom!
kom met klonten, kommen vol,
kom met gele klonten, kom.

Carmina Gadelica, vert. Roel Bosch

Op
het eerste gezicht een ‘rare’ tekst. Gele klonten boter, wat moet je
daar nu mee? Is het niet vooral het exotische, haast primitieve dat ons
kan aanspreken? ‘Ach, kijk eens hoe naief, vroeger baden ze zo?’
Misschien irriteert het zelfs een beetje, alsof je God zo kunt bezweren.
Een ‘incantatie’, wordt het vaak genoemd, in de beschrijving van
teksten uit deze verzameling Keltische liederen, ook bekend uit bijv. de
Scandinavische godsdiensten voordat het christendom kwam.
Of is het
die ijzersterke vorm, dat ritme met de klank? Ooit las ik hem voor in
een groep van mensen die de oorlog nog hadden meegemaakt, en één vrouw
ging helemaal stralen: opeens zag ze zichzelf weer als stadsmeisje van
10, in de hongerwinter naar een boerderij gestuurd. Ze waren daar de
melk aan het karnen, en ze voelde het ritme van de stamper in de karnton
weer door het ritme van de voorgelezen tekst. Verbinding van de oude
vrouw met het jonge meisje dat ze ooit was, mooi!
Maar toch is er
meer. Die inhoud begint met een belijdenis. Geen vraag, geen bede, geen
bezorgdheid, geen angst of schrik, een woord van geloof en vertrouwen
staat aan het begin. Degene die de tekst spreekt weet zich opgenomen in
het grote geheel. Degenen die luisteren mogen meedoen. Geen atomen in de
wereld, geen druppels water op een schaal, maar een beek en een zee van
genade van God.
De tekst ontstond niet in een ‘affluent society’,
een wereld waar we van gekkigheid niet weten hoeveel zuivelprodukten we
in de schappen van de supermarkt kunnen tegenkomen. De ene koe, de ene
geit, daarmee moest een gezin het doen, en dan waren ze gelukkig als het
dier en zij zelf de winter en de zomer weer overleefde. Nog erger is
het zelfs; de tekst werd opgeschreven in een tijd waarin honderden,
duizenden Gaelic sprekende Schotten waren gevlucht, de grote zee over,
om te zien of ze in Amerika een beter leven konden vinden, weg van de
gehate Engelsen die hen hun levensbronnen ontnomen hadden. Geen tekst
zonder bittere nasmaak. Maar toch, een tekst om over te leveren. Want
zij die deze tekst bleven uitspreken gaven zich niet over aan bitterheid
en depressie, maar wisten zich verbonden met de Bron.

Een
verbindende tekst, als het om de inhoud gaat, heeft een grond, een
basis, een bron. Die grond maakt dat je adem tot rust komt, dat de
spieren in je gezicht kunnen ontspannen, dat je de handen kunt openen.
Het verstandelijke voorbij ontstaat zo de ervaring van een verband
tussen vroeger, nu en morgen, tussen jij en ik, tussen God en wereld.



Levenseb, levensvloed

Teksten Posted on zo, oktober 23, 2011 20:56:59

oorspr 12 juni 2011
David Adam publiceert een reeks boekjes met teksten. Dit keer twee
teksten in het Nederlands vertaald, uit een boekje dat gebaseerd is op
de getijden. Adam was gedurende dertien jaar Vicar of Lindisfarne, een
schiereiland dat twee keer per etmaal gedurende vier uur door de vloed
wordt gescheiden van het vasteland.

Kom Heer
Kom neer
Kom binnen
Kom bij ons
Kom als de wind
en beweeg ons
Kom als het licht
en beschijn ons
Kom als de nacht
en troost ons
Kom als de storm
en test ons
Kom als de zon
en koester ons
Kom als de stilte
en kalmeer ons
Kom Heer,
Kom neer
Kom binnen
Kom bíj ons
p 22

Schenk me, God,
vreugde in het geven,
vreugde in het ontvangen,
liefde die naar binnen stroomt,
liefde die uitstroomt,
vrede die heelt,
vrede die vooruit jaagt,
wijsheid die vult,
wijsheid die zich uitdeelt,
schenk me, God,
de getijden in mijn leven.

Vader die mijn leven droeg,
Christus die de dood versloeg,
Geest, voor altijd aan mijn zij,
God, van hoog tot laag getij,
in levenseb, in levensvloed,
blijf me bij, kom tegemoet.
p 44



Extra: Janskerk Utrecht!

Kerkentocht Zeist Posted on zo, oktober 23, 2011 20:53:21

oorspr 26 juni 2011
‘Klein woord vluchtig
leeg gevloekt woord god wees van kracht sta op nu levend Naam.’

Een reeks verbandloze woorden, een hoofdletter die ergens ontbreekt en ergens
anders weer opduikt, dat kan niet anders dan Oosterhuis zijn. Met muzieknoten
eronder, een paar kwintsprongen, vier kruizen en dan soms weer een
herstellingsteken, dat zou best eens Oomen kunnen zijn.
Vanmorgen is mijn eerste vakantiezondag, en ben ik op bezoek in een historische
stad. Zulke kerken hebben ze in Zeist niet – dit is de Janskerk in Utrecht,
middeleeuws, gotiek, met romaanse elementen. Als ik gekomen was om St Jansdag*
te vieren had ik op mijn neus gekeken, daar doen ze hier niet aan, maar geeft
niet, op 24 juni was ik in het klooster en kwam ik op dat gebied al aan mijn
trekken. Nu ben ik er, om mee te leven met een gemeente die ik een warm hart
toedraag maar waar ik nog nooit op zondag was, de EUG, de Oecumenische
Studentengemeente.
Met Pinksteren begon hier een serie diensten over ‘Spraakverwarring‘.
Deze keer gaat het over de macht van woorden. We lezen mee met Jesaja, in zijn
tirade over mensen die ‘goed’ ‘kwaad’ noemen, die van zoet bitter maken en van
bitter zoet. ’t Is maar dat u het weet, commentariëert ds Jasja Nottelman, het
recht om te beledigen heet sinds deze week vrijheid van meningsuiting. En zo
gaat het met dit thema over die heel scherpe kant van taal, de macht en
tirannie van woorden. Maar ook over de andere kansen: wie durft staan als een plant
in de tuin van God, geworteld in de liefde, die zal woorden voortbrengen die
zoet zijn, die kansen bieden. Of, met het gedicht van Margreet Spoelstra,
afgedrukt op de liturgie: die weet ‘dat van woorden enkel wordt gevraagd
antwoord te zijn’.

Woorden, taal, daar zijn de mensen in thuis in deze kring. Mooie termen hebben
ze voor wat elders een prozaische naam heeft. ‘Kindernevendienst‘ heet
hier: ‘de kinderen gaan naar hun eigen verhaal.‘ En na enig wachten
kwamen ze later ook weer ‘terug uit het verhaal‘. Bij de voorbede
mochten mensen hun eigen bede zeggen; de woorden van de preek kwamen terug in
de bede van iemand die vroeg om zoete woorden, goed als wijn, zoet als lekkere
chocolade. Concrete woorden, beeldend en meeslepend – voor wie die beelden ook voor zich wil zien.
Maar bij het rondgaan van brood en beker is het niet veel meer dan
‘alstublieft’, ‘dankuwel’, hoor ik. Terwijl de voorganger toch zulke mooie
woorden had aangereikt, brood van leven, beker van de vreugde. Het moet ze
waarschijnlijk toch niet te gek worden, niet te vroom. Of is het genoeg
geweest, taal met dubbele bodems, na een gezongen tafelgebed van Oosterhuis, ‘Open
uw hart
‘? Daarin werd wel heel veel van onze taalvermogens gevraagd, met
toespelingen, de hele bijbel en belijdenis door.
Ooit, lang geleden, stonden studentengemeentes bekend om politieke prediking,
vlammende betogen, precies weten hoe het moet, en hoe niet. Daar hoef je nu, op
het eerste zicht, niet meer om te komen. Maar door alles heen zit het
engagement heengevlochten. De oproep om op 3 juli bij Kamp Zeist mee te doen
met de wake voor uitgeprocedeerden, een gebed om woorden die ruimte bieden nu
het kabinetsbeleid alle creativiteit in ons land dreigt te vernietigen, en niet
te vergeten die taal van Oosterhuis, die profetische taal. Vier liederen zijn
van zijn hand, maar zijn naam wordt er niet eens meer bij vermeld, hij is de
huisprofeet, de huisdichter, 80% van wat hier gezongen wordt staat in
‘Verzameld Liedboek’. Nee, niet dat van Barnard, maar dat van Huub Oosterhuis.
Mij stoort het niet vanmorgen, omdat het zo goed gezongen wordt. Dankzij het
koor, dat het voortouw neemt, cantor Hans Leeuwenhage die ook de gemeente goed
dirigeert, en de ervaring van al deze mensen loopt en stroomt het, met dynamiek
en al. Zelfs het vijfde lied, van Jannet Delver en Mariëtte Harinck, krijgt
vleugels:
‘Woord door klank, door heiligheid aangeraakt,
vloeit als purperrood bloed uit de hemel,
dat onderhuids kloppend gaat, zuurstof geeft,
kiemkracht tot bloesem brengt, liefde als dauw.’
Een tekst is dat naar Hildegard von Bingen – mystiek van het woord, beelden,
visioenen, een woord dat antwoord vraagt. Woorden ook die vragen oproepen. Dat
kan geen kwaad.

Tegen het einde, staande in een kring,
zingen we samen, in canon, een heel ander lied. ‘Vrede wens ik je toe, …,
dat er mensen zijn met wie je kunt delen.’
Vind ik toch wel een hele eer –
een lied dat ik ooit schreef voor een gevangenisdienst met het studentenkoortje
in Maastricht, nu hier te horen en te zingen, in het goede gezelschap van
Oosterhuis. Dat ik dat nog mag meemaken!
Terugfietsend vraag ik me af waar de kern voor mij lag. Ik kom toch weer uit
bij die Psalm, Psalm 12, in het begin van de viering gezongen: Betrouwbare
woorden, waar ben je? Zijn jullie te vinden, als een handschrift van licht aan
de hemel?
# Een andere vorm dan bij de Christelijke Gereformeerden van een
paar weken terug, dat wel; maar blijvend die uitdaging!

* 24 juni is in de traditie ‘St Jansdag’, zomer St Jan.
Het feest van Johannes de Doper, iemand overigens die weigerde om goed te
noemen wat kwaad was, en dat met de dood moest bekopen. Aan inkoppertjes doen
ze hier niet!

#Citaat uit de versie van Psalm 12 van Huub Oosterhuis,
opgenomen in Verzameld Liedboek, ook bekend van de CD: handschrift van licht.



Uitstervend ras

Columns Posted on zo, oktober 23, 2011 20:49:58

oorspr 22 juli 2011
Deze morgen ging de emeritus priester voor in de liturgie van de Communion,
in de kerk van Holy Island. Een oude, kwetsbare vrouw, een stok moest haar
helpen van plaats naar plaats te gaan. Tegelijk een sterke vrouw, ze stond er
helemaal, in de kleurige zeeblauwe mantel met de symbolen van het eiland,
vissen op de rug, voorop de Keltische vorm voor de letters van het Christus
monogram.
Haar korte preekje begon ze met enkele woorden over de heilige van de dag. Nou
ja, heilige, de Anglicaanse kerk kent geen heiligverklaringen, maar wel houdt
ze graag de namen in ere van hen die iets bijzonders betekenden. Deze keer
staat tussen haakjes op de rol Elizabeth Ferard, eerste deacones van de Church
of England, de Anglicaanse kerk. In 1861 ging ze op verzoek van de bisschop van
London naar Duitsland, om te zien hoe de diakonessen daar georganiseerd waren.
Bij haar terugkomst werd ze, 18 juli 1862, tot diakones gewijd, en ging ze
werken in King’s Cross, een achterstandsgebied in London. Ze stichtte de orde
van St Andrews, waarin vrouwen als nonnen leefden, actief in de arme
binnensteden, in het onderwijs, de verpleging.
Tussen haakjes, zo staat ze op de kalender. Maar onze voorganger van vanmorgen
wil de kans niet voorbij laten gaan deze beschrijving van haar leven door te
geven. Want zelf begon ze ook ooit als diakones, werkzaam in het onderwijs,
totdat de tijd rijp was waarop zij als vrouw priester kon worden. Elizabeth
ziet ze als haar voorganger, een van de eersten die de kans greep die voor haar
lag. Mogen ook wij de kansen zien, in onze tijd, om te leven naar Gods wil!

Diakonessen bestaan bijna niet meer, in Luthers Nederland en Duitsland, in
Engeland – ook ik ben
lid van dat ‘now dying breed’, zo zei ze het. Een uitstervend ras. Het leek me,
dat ze daar niet onder gebukt ging. Er is dan ook een vervolg gekomen, vrouwen
die dezelfde ambten als mannen bekleden. We zitten met weinig mensen in de
kerk, nu, deze morgen: eerst met vier voor het morgengebed, daarna komen er nog
vier bij voor de Communion. Een hoog aantal voor hun ervaring. Is dit een ‘now
dying breed’ van kerkgangers?
Hier voelt dat zo niet. Ervaring met kleine aantallen hebben ze zeker, in deze
traditie. In paniek raken ze niet gauw. Gewoon doorgaan met de liturgie, dat is
één van de kenmerken van deze kerk. Niet volgens een originele orde, maar zoals
het in het boek staat, dag in dag uit vooraf goed geregeld. Elke maand klinken
zo alle psalmen in deze kerk, de vreemdste boeken uit het Oude Testament komen
langs, niets wijst erop dat het ‘now dying breed’-gevoel hen een andere agenda
opdringt.

Voor de tijdelijke gasten op het eiland is dat overzichtelijk. Zo kennen ze
het van thuis. Zelf voel ik me wat ambivalent. Als je met z’n achten avondmaal
viert, dan vorm je toch liever samen een kring, dan dat je wacht totdat die ene
priester, man of vrouw, met alles klaar is, voordat je het geknield op de
communiebank aangereikt krijgt? Of is dat weer teveel de zucht naar ‘het
gemeenschappelijke’, ‘laat niemand eruit springen’, die me parten speelt, en is
juist die plechtige vorm, zelfs met weinigen bijeen, het sterkst? Is het ‘now
dying breed’ van ‘laten we maar gewoon doen’ het eerst aan de beurt om het
loodje te leggen?



The War of the Unholy

Teksten Posted on zo, oktober 23, 2011 20:45:02

oorspr: 23 juli 2011
Echos van vechters klinken eeuwen door:
”Wij gaan voor U, God, heilig de strijd.
We juichen voor U, God, bewapend tot de tanden,
uw vaandel wappert als we ten strijde trekken
.’

In de gebedsdiensten op Holy Island raakten een paar psalmbewerkingen van
Jim Cotter me. Hij tracht de teksten van de oude psalmen te contextualiseren,
naar onze tijd toe te halen. Riskante onderneming, dat zeker. Misschien snel
gedateerd. Ooit deed Ernesto Cardenal het, en wie kent die versie nog? Maar
toch goed dat hij het deed. Ik kocht het boek, en las Psalm 60, op de dag van
de massamoord in Noorwegen. Toen het ging over de Jihadisten, nu het gaat om
een christen-extremist. Ik geef de vertaling hier door.
pauze
De vloot vaart uit en onze ogen stralen.
Rechtvaardig onze zaak, onze God is met ons.
U bent woedend, God, op onze vijanden –
we slachten hen af, we voelen geen schaamte.
pauze
O God, wees toch niet lauw en mild:
word toch boos op onze vijanden.
Trek U nu niet terug, weg, in de mist,
terwijl wij bang moeten achterblijven.
pauze
Nee, U vertrok uit ons beeld – waar was U?
U verraadde uw belofte ons nabij te zijn.
Gewond en vermoeid hinken we terug;
geschokt klampen we ons vast aan uw vlag.

keervers#: Wend ons af, God, van de moordzucht,
maar help ons te vechten voor recht.

pauze
Die fanaat, is zijn schreeuw ons zo vreemd,
de doffe trom die het tuig meelokt ons ver?
Zo simpel het spuwen van slogans van haat,
zo snel lijk ik op mijn tegenstander!
pauze
Zo simpel, je vergrijpen aan de buit,
een nieuw stukje land er weer bij,
de armen te vermalen tot ze niets zijn,
dronken te worden van het vergieten van bloed.
keervers: Wend ons af, God, van de moordzucht,
maar help ons te vechten voor recht.

pauze
Ook al blijven we geloven in uw zegen,
U bent de God van eiland en continent,
en wij zijn maar één ras, over één wereld verspreid,
niet één van ons boven de rest verheven.
pauze
Onze hebzucht, zo sterk, onze vrees voor de ander,
onze lust in de mammon tot in het absurde,
onze verstarde geloof: wij zijn goed en de anderen fout,
dat zijn vandaag onze vijanden.
keervers: Wend ons af, God, van de moordzucht,
maar help ons te vechten voor recht.

pauze
Door uw naam alleen blijven wij staande,
in vrede met onze taak: de aarde te hoeden,
rechtvaardig te leven met wie onze buur is –
de fanaat en zijn macht zijn niet meer.

*Vergeef ons God, dat we zo koppig doorgaan U af te schilderen als de God
met de ijzeren vuist, U te claimen als onze God, altijd aan onze kant.
Vernieuw ons beeld van U als een wijze en rechtvaardige hoeder van mensen, die
de macht wil breken van hen die pijn willen doen, en draag zelf verder wat nu
nog geen oplossing kent.
Help ons stevig te staan, en te zien hoe zijn die er uitzien als onze vijanden
partners kunnen worden in het werk van uw schepping.

Jim Cotter, Out of the Silence, into the Silence, Prayer’s Daily Round,
an unfolding of prayers, psalms, and canticles for daily or occasional use.
186-188.
Jim Cotter was predikant van de Church of Wales, in Aberdaron, nu
met emeritaat. Dit boek is een samenvoeging van vijf eerdere boeken. Uitgave
van Cairns Publications, zijn eigen uitgeverij, 2006 en 2010. Zie ook zijn site,
met voorbeelden van teksten. Na aanmelding is een beperkt aantal teksten te
downloaden.

# In de oorspronkelijke uitgave voorzien van een melodie door Paul Payton.
*In de liturgie van Mattins and Evensong is het gebruikelijk dat de psalm wordt
afgesloten met een ’toepasselijk gebed’. Zo ook hier. Ik liet het staan om de
auteur recht te doen. Ik zou het zelf zo niet bidden: het wordt me wat teveel
een preekje. De psalm is voldoende, lijkt me.



Johannes de Heer voorbij

Kerkentocht Zeist Posted on zo, oktober 23, 2011 17:09:46

23 oktober 2011 – kerkentocht 17, Zeist
Een klein kerkje in het oude hart van Zeist biedt onderdak aan twee gebruikers.
Door de week oefent het Zeister Mannenkoor er, op zondag staat de zaal klaar
voor Evangeliegemeente ‘De Oase’. Het voorgangersechtpaar John en Conny Karsten
ken ik uit de Zeister oecumene, en zij kennen mij: hartelijk heten ze me
welkom. Net zoals vele anderen dat doen: een hand, een vraag, en van Louise
zelfs een zoen. Maar daar is het ook Louise voor: ik ken haar uit mijn eigen
kerk, waar ze met de Bootgroep meedoet, vaak gehuld in een mooi gewaad . Het
leven is een feest voor haar, en zeker de zondag!
Naast me schuift een moeder binnen met haar vier dochters. Die meisjes redden
zichzelf wel, de moeder schiet te hulp om bij een tafeltje opzij de
beamerpresentatie te regelen. Lied na lied komt prima tevoorschijn. Een hele
klus, lijkt me, om te weten wanneer er weer een herhaling inzet, en wanneer er
toch weer een nieuw stukje tekst tevoorschijn moet komen. Maar daar zijn ze
hier vast aan gewend: ook de blinde slagwerker weet feilloos de overgangen te
plaatsen, dit doen ze vaker! Het gaat dan ook alleen fout als Conny iets nieuws
introduceert: Psalm 145 uit Psalmen voor Nu. De twee zangeressen hebben de
tekst, gelukkig, dus het lied gaat door als wij het spoor bijster zijn en de
tekst missen. Voor het eerst in mijn ronde door Zeist dat ik een lied uit deze
serie tegenkom.
Gemeentes als deze kan je typeren aan de keuze van liederen. De tijd van Johannes
de Heer is in hier voorbij. Vrijwel alle liederen komen uit de series 500 en
600 van ‘Opwekking’, al wat ouder. Heel veel liederen bestaan uit korte teksten
uit psalmen en profeten. Het ‘heilig heilig’ uit Jesaja, woorden uit Psalm 103,
139. ‘De mens is even, U bent eeuwig’, tja, zo kan je ‘gelijk het gras is
ons kortstondig leven’ ook vertolken. En zo zingen we door, sommigen staan,
anderen zitten, soms wordt er geklapt, en bij één lied komt Ingrid naar voren
om de beweging mee te dansen. Het is een mooie en integere
tekstuitbeelding, een verdieping van het lied. Haar zoontje denkt er echter
anders over, die wil zijn moeder zó niet delen met de anderen…
Toch typeren niet alleen de liederen de dienst. Aan het begin, voor het eerste
gebed, steekt de voorganger de grote kaars aan, teken van geloof in Gods liefde
– een symbolische handeling, zeldzaam in deze kringen. Direct daarna volgt de
tweede act: een gemeentelid staat op en haalt de plant weg van de tafel naast
de kaars. De helft van de zaal kan Conny niet zien, vandaar. Even later volgt
een derde actie: als een echte verrassing krijgt Esther een bos bloemen
aangereikt. Esther is altijd zo actief op de achtergrond, in pastoraat, tot
voor kort in de Raad van Kerken: daar mag best eens een dankjewel tegenover
staan. Esther is er blij mee – maar moet direct weer terug naar haar plek op de
voorgrond. Ze is namelijk ook één van de twee leadzangeressen. Snel rent iemand
naar achteren om een vaas te halen en de bloemen een goede plaats te geven.
In de dienst van de voorbede valt me de prima voorbereiding op, zwart op wit in
handen van de voorganger. Voordat we gaan bidden worden namen genoemd, met
bijzonderheden. Goede bekenden van de gemeente vragen in een brief om voorbede,
voor herstel van familiecontacten. Andere voorbeden komen uit het gewone leven
van gemeenteleden op. Dan, na de feitjes en gegevens, volgt het eigenlijke
gebed, eenvoudig en kort, niet alle namen worden meer genoemd. De verbondenheid
is er niet minder om. De kring buiten de gemeente, overheid, andere gemeenten
of het koninkrijk Gods in het groot komen in deze dienst niet naar voren. Wie
weet, volgende week?

Nu loopt het al tegen elven, en nog geen stukje bijbel gelezen. Maar dat
gaat veranderen: een gastvoorganger mag naar voren komen. Hij leest ons over
Salomo’s gebed om wijsheid voor, en legt daar een lezing uit Filippenzen naast.
Heeft hij last van het licht, nogal fel in zijn ogen? Het lezen hapert her en
der, woorden gaan fout, ‘evenaren’ wordt ‘ervaren’… Zo zal het in de preek nog
vaker gebeuren. Flinke pauzes, hoopvolle stemwendingen die een Amen lijken aan
te kondigen, maar dan toch weer een nieuwe aanloop nemen. Mensen worden
onrustig of juist te rustig. Als na 50 minuten zijn echte Amen klinkt hoor ik
in de be-amingen om me heen toch ook echt de dankbaarheid opstijgen: het
slotlied komt. Dat ken ik ook, ‘Abba, Vader’. De eigen voorganger, Conny,
geeft de zegen, en de koffie staat klaar. Gewoon, in dezelfde zaal.
In de Gebedsweek voor de Eenheid, door Evangelische Alliantie en Raad van
Kerken samen georganiseerd, komen we elkaar weer tegen!

http://www.de-oase-zeist.nl/