oorspr 26 juni 2011
‘Klein woord vluchtig
leeg gevloekt woord god wees van kracht sta op nu levend Naam.’

Een reeks verbandloze woorden, een hoofdletter die ergens ontbreekt en ergens
anders weer opduikt, dat kan niet anders dan Oosterhuis zijn. Met muzieknoten
eronder, een paar kwintsprongen, vier kruizen en dan soms weer een
herstellingsteken, dat zou best eens Oomen kunnen zijn.
Vanmorgen is mijn eerste vakantiezondag, en ben ik op bezoek in een historische
stad. Zulke kerken hebben ze in Zeist niet – dit is de Janskerk in Utrecht,
middeleeuws, gotiek, met romaanse elementen. Als ik gekomen was om St Jansdag*
te vieren had ik op mijn neus gekeken, daar doen ze hier niet aan, maar geeft
niet, op 24 juni was ik in het klooster en kwam ik op dat gebied al aan mijn
trekken. Nu ben ik er, om mee te leven met een gemeente die ik een warm hart
toedraag maar waar ik nog nooit op zondag was, de EUG, de Oecumenische
Studentengemeente.
Met Pinksteren begon hier een serie diensten over ‘Spraakverwarring‘.
Deze keer gaat het over de macht van woorden. We lezen mee met Jesaja, in zijn
tirade over mensen die ‘goed’ ‘kwaad’ noemen, die van zoet bitter maken en van
bitter zoet. ’t Is maar dat u het weet, commentariëert ds Jasja Nottelman, het
recht om te beledigen heet sinds deze week vrijheid van meningsuiting. En zo
gaat het met dit thema over die heel scherpe kant van taal, de macht en
tirannie van woorden. Maar ook over de andere kansen: wie durft staan als een plant
in de tuin van God, geworteld in de liefde, die zal woorden voortbrengen die
zoet zijn, die kansen bieden. Of, met het gedicht van Margreet Spoelstra,
afgedrukt op de liturgie: die weet ‘dat van woorden enkel wordt gevraagd
antwoord te zijn’.

Woorden, taal, daar zijn de mensen in thuis in deze kring. Mooie termen hebben
ze voor wat elders een prozaische naam heeft. ‘Kindernevendienst‘ heet
hier: ‘de kinderen gaan naar hun eigen verhaal.‘ En na enig wachten
kwamen ze later ook weer ‘terug uit het verhaal‘. Bij de voorbede
mochten mensen hun eigen bede zeggen; de woorden van de preek kwamen terug in
de bede van iemand die vroeg om zoete woorden, goed als wijn, zoet als lekkere
chocolade. Concrete woorden, beeldend en meeslepend – voor wie die beelden ook voor zich wil zien.
Maar bij het rondgaan van brood en beker is het niet veel meer dan
‘alstublieft’, ‘dankuwel’, hoor ik. Terwijl de voorganger toch zulke mooie
woorden had aangereikt, brood van leven, beker van de vreugde. Het moet ze
waarschijnlijk toch niet te gek worden, niet te vroom. Of is het genoeg
geweest, taal met dubbele bodems, na een gezongen tafelgebed van Oosterhuis, ‘Open
uw hart
‘? Daarin werd wel heel veel van onze taalvermogens gevraagd, met
toespelingen, de hele bijbel en belijdenis door.
Ooit, lang geleden, stonden studentengemeentes bekend om politieke prediking,
vlammende betogen, precies weten hoe het moet, en hoe niet. Daar hoef je nu, op
het eerste zicht, niet meer om te komen. Maar door alles heen zit het
engagement heengevlochten. De oproep om op 3 juli bij Kamp Zeist mee te doen
met de wake voor uitgeprocedeerden, een gebed om woorden die ruimte bieden nu
het kabinetsbeleid alle creativiteit in ons land dreigt te vernietigen, en niet
te vergeten die taal van Oosterhuis, die profetische taal. Vier liederen zijn
van zijn hand, maar zijn naam wordt er niet eens meer bij vermeld, hij is de
huisprofeet, de huisdichter, 80% van wat hier gezongen wordt staat in
‘Verzameld Liedboek’. Nee, niet dat van Barnard, maar dat van Huub Oosterhuis.
Mij stoort het niet vanmorgen, omdat het zo goed gezongen wordt. Dankzij het
koor, dat het voortouw neemt, cantor Hans Leeuwenhage die ook de gemeente goed
dirigeert, en de ervaring van al deze mensen loopt en stroomt het, met dynamiek
en al. Zelfs het vijfde lied, van Jannet Delver en Mariëtte Harinck, krijgt
vleugels:
‘Woord door klank, door heiligheid aangeraakt,
vloeit als purperrood bloed uit de hemel,
dat onderhuids kloppend gaat, zuurstof geeft,
kiemkracht tot bloesem brengt, liefde als dauw.’
Een tekst is dat naar Hildegard von Bingen – mystiek van het woord, beelden,
visioenen, een woord dat antwoord vraagt. Woorden ook die vragen oproepen. Dat
kan geen kwaad.

Tegen het einde, staande in een kring,
zingen we samen, in canon, een heel ander lied. ‘Vrede wens ik je toe, …,
dat er mensen zijn met wie je kunt delen.’
Vind ik toch wel een hele eer –
een lied dat ik ooit schreef voor een gevangenisdienst met het studentenkoortje
in Maastricht, nu hier te horen en te zingen, in het goede gezelschap van
Oosterhuis. Dat ik dat nog mag meemaken!
Terugfietsend vraag ik me af waar de kern voor mij lag. Ik kom toch weer uit
bij die Psalm, Psalm 12, in het begin van de viering gezongen: Betrouwbare
woorden, waar ben je? Zijn jullie te vinden, als een handschrift van licht aan
de hemel?
# Een andere vorm dan bij de Christelijke Gereformeerden van een
paar weken terug, dat wel; maar blijvend die uitdaging!

* 24 juni is in de traditie ‘St Jansdag’, zomer St Jan.
Het feest van Johannes de Doper, iemand overigens die weigerde om goed te
noemen wat kwaad was, en dat met de dood moest bekopen. Aan inkoppertjes doen
ze hier niet!

#Citaat uit de versie van Psalm 12 van Huub Oosterhuis,
opgenomen in Verzameld Liedboek, ook bekend van de CD: handschrift van licht.