oorspr 13 mei 2011

Kerkenraden beraden zich over de kerk. Voor je het weet gaat het
nergens over. Nu, ja, niet echt natuurlijk, maar dan gaat het over geld
en gebouwen, papieren en plannen, fouten en verbeteringen. Dit keer
hadden we een uurtje voor de tien geboden uitgetrokken. Waar zijn die
toch gebleven, had iemand gevraagd. Vroeger hoorde je ze iedere zondag,
en nu niet meer. Heb ik iets gemist?
Inderdaad, iets gemist. In de
oecumenische liturgie, zoals die vanaf de jaren 1970 eerst in de onze
hervormde Shalomgemeente en toen in onze gereformeerde Bergwegkerk in
zwang kwam, verdwenen ze. Tot opluchting van velen. Het was de tijd die
opstond tegen de oude autoriteiten. De Wet des Heeren deed denken aan
verplichte schuldbelijdenis bij een ‘gedwongen huwelijk’ (wat is dat,
opa, dat je vader een vrouw voor je zoekt?), aan dominees die zo ‘Ik ben
de HEERE’ zeiden dat een kind dacht dat Dominee God is (altijd een man
natuurlijk, vandaar dat misverstand), aan runderen en ezels die je alle
dagen op straat kon tegenkomen, en die je dan zomaar zou begeren, net
zoals de vrouw van je buurman (want dat je buurman een man en je
buurvrouw een vrouw zou hebben kwam bij de meesten niet op).
De Wet,
om je ellende te leren kennen, de Wet, als leefregel der dankbaarheid,
werd meer en meer gelezen in een andere vorm en bleef achterwege. Soms
was er nog een samenvatting, God en de naaste liefhebben, soms een
stukje uit de brieven, over de vrucht van de Geest, maar meestal volgde
na Kyrie en Gloria gewoon de dienst van het Woord.
In het Dienstboek
van de Protestantse Kerk zijn heel voorzichtig de Tien Geboden weer
teruggeplaatst op de rol. Bijvoorbeeld als kort lijstje, in
vereenvoudigd Nederlands: na het gloria, zo mag je leven! Na de preek,
als credotekst: Wij belijden dat we mogen leven als mensen die geloven
in de Ene God, door niemand gezien. Voor de zegen, als bemoediging bij
het weg gaan: zo mogen we leven, als mensen die…
Wij zagen ze toch
ook in groter verband. Wie leest nog veel in de bijbel. Wie kent die
klassieke teksten nog, Romeinen 12, Galaten 5, Jesaja 53, wie komt nog
regelmatig bepaalde Psalmen tegen waar mensen een leven lang mee kunnen
leven? Oud en vertrouwd, te oud en vertrouwd in 1970, maar nu aan het
wegzakken uit het collectief bewustzijn, uit de kennis van mensen van
onder de 40. Toch zo nu en dan maar eens zo’n tekst weer een plaats
geven, een ereplaats.
Voor de tien woorden gebruik ik al een paar
keer per jaar de tekst die ik aanpaste van Max Arab, en die altijd
vragen oproept… want hoe zeg je dat nu, ‘Gij zult niet echtbreken!’?
Maar daar gaat het denk ik om, in het christelijk leven, dat mensen zich
en anderen vragen durven stellen. Zo gezien zijn de tien geboden zo gek
nog niet. Tien klinkende vragen! Het ging wel ergens over, deze
kerkenraadsvergadering.

1. Een is God, hij zorgt voor je, voor niets of niemand anders hoef je te buigen of door het stof te gaan.
2. Hang je niet op aan idolen en idealen, houd je voeten op de grond.
3. Zeg niet ‘God’ bij dingen waar ik niets mee te maken wil hebben.
4. Op de zevende dag rustte God uit en zag dat het goed was. Houd Gods dag in ere, houd Gods rust in je leven.
5. Eer je vader en moeder, de mensen die je voorgaan, dan loopt ook jouw weg goed.
6. Niet doodslaan, maar de ander het leven gunnen.
7. Niet trouw breken, maar betrouwbaar zijn.
8. Niet stelen, maar delen.
9. Niet liegen, maar de ander hooghouden.
10. Niet willen hebben wat een ander al heeft, maar dankbaar zijn om wat je ontvangt, om wie je bent.