Twee maal hetzelfde woord: trots.
Een post op facebook. Een actief betrokken jonger gemeentelid heeft ’s ochtends in de kerk wat verteld over de Adventscollecte. De bestemming is hulp aan kinderen van 3 tot 18 in de gevangenis in Uganda. Een adembenemend doel. Om de straat van Kampala schoon te houden laat de president loslopende kinderen als crimineel in cellen zetten, tot 120 tegelijk. Mensen luisteren naar het verhaal. De collecte brengt 270 € op, later in de hal van de kerk wordt er druk gepraat, en nog meer acties op touw gezet. ‘Trots…. zoveel moois al meegemaakt vandaag, helemaal blij met al die mensen die willen helpen’, lees ik op facebook.
Nog een keer ’trots’. Een ontmoeting van mensen, afkomstig uit de Protestantse Kerk. Degene die het gesprek leidt vraagt om in het kennismakingsrondje iets door te geven uit de praktijk. ‘Waar ben je trots op?’ Al snel komt de reactie: ‘Ik ben nergens trots op. Zo kijk ik niet naar mijn werk. Trots en hoogmoed zijn voor mij hetzelfde, daar wil ik me ver van houden.’ Ik denk aan de Psalmen, waar de woorden trots, hoogmoedig, slecht, goddeloos haasje-over springen. Nee, niet trots zijn!

De taal van facebook staat bij dit soort woordjes ver af van de oude taal van voorbije bijbel- en liedversies. ‘Trots’, dat posten vrienden en vriendinnen over elkaar: ik ben trots dat je geslaagd bent. Vroeger mocht hooguit de moeder trots zijn op haar kind. En dan nog met mate. Ik herinner me de verbijstering, ook die van mezelf, toen ik met bijna alleen negens op mijn eindlijst thuiskwam, en de aanwijzing, vol liefde gemaakt, dat het me gegeven was en dat ik niet trots moest worden. Ik zou er niet aan gedacht hebben.

Het Vlaams heeft het woord ‘fier’. Dat drukt mooi uit waar het in de nieuwe betekenis van trots om gaat. Recht overeind gezet, ik stá, ik ben blij met hoe het is. Een bevestigend woord, dus. Is in de cultuur van veel gelovigen bevestiging, zelfbevestiging, een moeilijk woord? Ik vrees van wel.
Toen de psychiater Anna Terruwe in de jaren 1950 steeds meer priesters en monialen zag die sexuele problemen hadden kon ze er niet omheen te constateren dat deze mensen nooit hadden geleerd met plezier naar zichzelf te kijken. Geen ’trots’, geen ‘fierheid’. Ze waarschuwde de kerkelijke autoriteiten voor problemen die zouden kunnen volgen. Naar haar werd niet geluisterd. ‘Zelfkastijding’ was beter dan ‘zelfverheffing’. De gevolgen komen nu in de openbaarheid. Wie zichzelf niet hoog houdt maakt al te snel anderen klein. Hoevelen van deze niet-trotsen hebben niet anderen vernederd? Geef mij maar een beetje gezonde trots. Fierheid, dus. ‘O als ik niet met opgeheven hoofde…’ , zingt de Psalm.

Meer informatie over het project in Uganda, Foodstep, vindt u hier: www.foodstep-uganda.blogspot.com.