8
april – 17 juni: 20 april

Aangekomen in
Glasgow. Amper het station uit een verhitte sfeer. Een paar uitsmijters hebben
net een groep van dertig tieners –zijn ze 14, 15?- uit een Fastfoodrestaurant
gegooid. De kinderen zien er opgefokt uit, kenmerken van Lady Gaga en Madonna,
ruzie-achtig ook naar elkaar, geen enkele kans dat ze zien wat er om hen heen
gebeurt. Paar meter verder twee dronken stellen die ruzie maken. Een stad met
geschiedenis. Armoe, goedkope arbeidskrachten, in de jaren 1930 uit Ierland
aangevoerd, van wie de kinderen geen werk meer hebben, vervallen huizen.
Daarnaast de kasteeltjes, de mooie winkelpanden van Buchananstreet, ’the style
mile’. En wij daar tussendoor, op weg naar Iona. Hier is de Ionabeweging
begonnen.

Psalm 89, de psalm
van het berouw van God. Plannen maken, uitvoeren, merken dat het niet gaat
zoals gedacht – gooi je het over een andere boeg, laat je vallen waarmee je
begon? Dat was de Eeuwige van plan, ‘David, die patser’, dat wordt toch niets.
Maar dan ziet Oosterhuis mensen opstaan, hé, jij was toch die Ene,
‘jij met je naam Ik-zal
erbarmend genadig lankmoedig.’
En een vrouw in haar binnenkamer eeuwen en eeuwen later gaf je de kans om toch
door te gaan, met ooit dat ene plan, door haar vraag: ‘wat is er gebeurd?’
Een vraag, vragen blijven stellen verandert de geschiedenis. Zo leest
Oosterhuis, en het psalmboek lijkt hem te steunen.