8 april – 17 juni: 3 mei

Een
‘middle of the road’-gemeente, daar hoort een van mijn tafelgenoten bij thuis.
Samen lopen we op uit Matins and Eucharist in de kerk van St. Mary. Hij heeft
commentaar. Bij hem gaat het toch wat anders, dit is wel heel High Church. De
anderen aan tafel gaan hier op het eiland niet meer naar de kerk. Die taal, en
die toon, en dat psalmzeggen, met de adem precies halverwege een vers, het
staat ver van hen af. Zij kerken in een kerk waar de banken uit zijn, stoelen
in een kring, een viool, een paar gitaren, heel verschillende soorten van
muziek. Alleen mist zij het orgel wel: ze speelde zelf jarenlang. Maar dat was
ook niet altijd prettig. Vooral niet als de dominee van dienst een lijstje
liederen gaf, allemaal met dezelfde soort melodie. En dan ook nog eens ieder
jaar dezelfde. Nee, er zijn vele voorgangers die niets met muziek hebben, heeft
ze moeten constateren, en nergens zijn ze daarin ook maar enigszins geschoold.
En als ze dan eens aan de organist zouden vragen de liederen te kiezen…
de kerk van St Mary, gezien vanaf St. Cuthbert’s Island.

Mijn
beeld van de Anglicaanse kerk moet ik zo wel bijstellen. Een gezamenlijk
probleem is de ramp in het onderwijs: geen kind leert meer zingen, tenzij ze op
een koorschool zijn. Daarvoor was er nog een tijd dat ze op scholen zongen uit
het ‘BBC-Hymn book’, met alleen maar bestsellers. Aanstaande bruidsparen hebben
dat boek in hun hoofd, als ze liederen kiezen voor de trouwdienst. Je kunt ze
van te voren al noemen.. ‘All things beautiful’, ‘The holy city’, ‘The Lord is
my shepherd’.
Het kan nog weer anders, maar daar worden ze ook niet vrolijk van. Ik hoor van
een gemeente waar ze hun eigen tekstjes en muziek hebben gemaakt, de simpelste
akkoorden, drie tonen per lied, ‘boring’, vreselijk – en mensen van buiten
kunnen ook nog eens nooit meezingen.
Na het ontbijt komt Ray Simpson langs; hij is bezig met een boek over Lucas, en
kan geen liederen vinden over het leven van Jezus. Of ik iets weet? Ja, zie Church Hymnary 4, Church of Scotland.
Hij zal het bestellen. Verscheen in 2004, is het eerste engelstalige boek waar
ze deze vraag hebben opgepakt. In alle traditionele hymnaries gaat het vrijwel
alleen over de pasgeboren Jezus of de stervende, dode en verrezene, of de
voorbeeldige lieve vriend.
Wat dat betreft doen we het in Nederland niet slecht. Het Liedboek 1973 liep internationaal voorop. Ik zing een paar liederen
vóór uit ons liedboek, en laat hem meelezen, vertaal wat er staat. ‘Jezus die
langs het water liep’, ‘Een zaaier ging uit’, ‘Lieve Heer, Gij zegt kom’, ‘De
vogels van de bomen’. Zijn eerste vraag: ‘Gaan jullie er van uit dat jongeren
dit graag zingen?’ Nou zeg! Zo komen we er nooit. Welke jongeren? En het
verschilt per lied. Maar kwaliteit laat zich toch herkennen? Nee, we hebben ook
oude melodieën, maak je geen zorgen, maar nieuwe tekst op oude tune werkt toch
lang niet altijd goed? Weifelend staat hij op. Ja, inderdaad, het is wel een
mooie template, zo, bijzonder. Hij zal er nog eens over denken.
Ik ook. Kom ik om te studeren, ga ik weer mensen bekeren. Terug naar de Celtic
roots, Bosch! Mijn lezen onderbreek ik voor het avondgebed in de kerk. De
Nederlandse groep uit het noorden is er voor het laatst, en ze hebben gevraagd
of ze een lied mogen zingen. Aan het slot staan ze op. ‘Vrede wens ik je toe.’
Ze grinniken wat naar me. Die ken ik al. Tja, liederen kunnen raar lopen.

Verder
met de Psalmen. Vandaag 101. ‘Uit de stad
van de Heer verdrijf ik allen die onrecht begaan.’
Dan wordt het wel leeg
daar in die stad – iedere ochtend hier bidden we om vergeving voor al ons
onrecht. Maar rond die heilige stad, op het platteland eromheen, ontstaat vast
een gezellige samenscholing van goedmoedige zondaars. Die David toch – hij
heeft het vast tegen zichzelf. ‘Elke keer
weer jaag ik mijn slechte ideeën naar buiten.’
Zo in elk geval gaat Jim
Cotter er mee om: ‘So often we slander,
pretend, grumble, fail.’
Maar ja, dan worden het toch ook wel weer
dooddoeners. ‘So often we…’, laat maar, het wordt toch nooit wat.
Oosterhuis vindt een andere toon, ziet hoop, licht:
Ik wil vertoeven
in het land der transparanten
mijn ogen zoeken de
weerloze echten –
geef mij een
doorzichtig huis.

Hoe komt het dat ik even aan de politiek moet denken? Dit is een bede voor
overal en iedereen.

10 weken
studieverlof: de betekenis van keltisch-christelijke spiritualiteit voor de
christelijke gemeente nu en morgen. Een regelmatig verslag. Aan het slot steeds
aandacht voor de Psalm die ik vandaag las, in de versies van Huub Oosterhuis,
150 psalmen vrij, en soms ook Jim Cotter,
Out of the Silence into the Silence, of de voorlopers daarvan, By stony
Paths, A version of Psalms 51-100 en
Towards the City, A version of Psalms 101-150.