8
april – 17 juni: 12 mei

Dienstregelingen
van bussen en treinen kunnen heel interessant zijn. Vind ik. Neem nu de trein
die een paar weken terug om 11.00 uit Glasgow vertrok en me naar Berwick
bracht. Om 22.45 zou hij het eindpunt bereiken, in Penzance, de uiterste punt
van Cornwall, volgens een meeslepend tijdschema. Dan vinden wij de rit
Groningen-Rotterdam, of Maastricht-Alkmaar al ver!
Het schema van de bus tussen Berwick en Holy Island is al even intrigerend, of
misschien nog wel veel spannender. De eerste keer dat ik het zag dacht ik dat
ik iets niet goed begreep. Uiteindelijk kon ik er niet aan ontkomen: de bus
gaat mogelijk twee dagen per week, op woensdag en zaterdag, twee keer op de dag.
Op dagen dat het tij niet mee zit vervalt hij. De tijd tussen de twee ritten
varieert. Soms heb je amper twee uur om je boodschappen binnen te halen, op
andere dagen moet je de vloed over in Berwick wachten, en ben je acht uur van
huis. ‘It’s a rather limited service’, zoals mijn Schotse tafelgenoot aan het
ontbijt treffend samenvatte.
In feite sluit de bus zo aan bij de oude gewoontes in grote delen van Engeland
en Schotland: voor middelbare scholieren dagelijks een schoolbus, voor de
vrouwen die naar de markt moeten twee of drie keer per week een marktbus.
That’s it. Velen vrezen dat die tijd terugkomt, over heel het land heen. Dat
zal de leefbaarheid van het platteland nog verder bedreigen. In de gesprekken
rond de viering met de Iona-community in Glasgow was het een van de items. Kan
de kerk een rol spelen, in de steun aan mensen met ‘vervoersarmoede’, of juist
andersom: moet de kerk staan voor een maatschappij die niet auto-afhankelijk
is?
Vandaag neem ik de bus naar Berwick-upon-Tweed. We hebben het er over bij het
ontbijt. Mijn Schotse tafelgenoot legt de droeve geschiedenis van de stad uit
aan Judy uit Australië. ‘It sounds as if this
city is in need of healing’, reageert die. ‘As so many towns here in the Border’, antwoordt de ander…
Precies het goede weer voor de stad: wind, zon en wolken. Na dagen van regen stroomt
de rivier bruisend onder de drie bruggen door. Vooral de oudste brug geeft veel
reuring aan het water, het spat en bruist, leeft volop. Te snel voor de paar
honderd zwanen van de stad. Die hebben zich voorlopig even hogerop
teruggetrokken. Toeristisch gezien zou het een topstad kunnen zijn. Maar iedereen raast er voorbij. Een paar dagen geleden waren
hier filmopnamen met Nicole Kidman. Kan zij de stad een betere naam bezorgen,
en wat meer toeristen?, gonst het hier.

In Bridgestreet ga ik op zoek naar Dorien en Marc Irving. Zij is Nederlandse,
hij Engels, kunstenaars, helemaal geworteld in deze streek. Vijf jaar geleden ontmoetten we elkaar voor het eerst in het Openluchtmuseum waar zij conservator is, om daarna zijn galerie te gaan bezoeken. Die is er nog steeds. Hij is kunstenaar/vogelaar, maakt prachtige etsen van
zeekoeten, puffins, maar ook van koeien, dassen, en nog zo wat. We hebben al een
paar van zijn platen, prints dan, geen etsen. Ze staan klaar om opgehangen te
worden thuis, maar eigenlijk mis ik er nog één. Goede kans om die mee te nemen,
een ets met zeekoeten, veel vogels op een kluitje, kleurrijk in alle zwartwitheid.
Dorien geeft me een kaart mee, die ze zelf als kalligraaf gemaakt heeft, een gebedje.
In de bus lees ik het. Een tekst vol humor en zelfkennis – even iets met een
heel andere sfeer dan de bedachtzame en serieuze teksten die hier in de Open Gate
community klinken. Gewoon een tekst over een ochtendhumeur, maar dan toch weer
heel anders… Om vrolijk van uit de bus te stappen, en te genieten van nog
steeds zon en wind en wolken.

Vandaag Psalm110, in Berwick, sinds de dertiende eeuw de stad van de
duizenden doden. Ooit liet de koning van Engeland er alle inwoners ombrengen
en dwong hij de clanleiders van Schotland in de stinkende stad hun
onderworpenheid te erkennen. 800 jaar later, vele bezettende legers, grensconflicten
en doden verder, blijft het een stad die zich voor vreemden niet opent. Al het
water dat er langs stroomt spoelt dat niet weg.
‘Jij bent koning’, klinkt in deze
psalm. Wie is die ‘jij’? Jim Cotter
droomt, als hij de psalm herleest, van leiders die uit conflicten een zegen tevoorschijn
weten te roepen, ’they heal the wounds of
the people.’
Oosterhuis droomt mee:
Dan zal het eindelijk vrede
‘alles-voor-allen’ zijn:
en jij, nieuwe Melchisédek,
gaat rond met brood en wijn.


10 weken studieverlof: de betekenis van keltisch-christelijke spiritualiteit
voor de christelijke gemeente nu en morgen. Een regelmatig verslag. Aan het
slot steeds aandacht voor de Psalm die ik vandaag las, in de versies van Huub
Oosterhuis, 150 psalmen vrij, en soms ook Jim Cotter,
Out of the Silence into
the Silence, of de voorloper daarvan,
Towards the City, A version of Psalms 101-150.