Blog Image

Roel Bosch

Over dit blog

Beschouwingen en teksten, columns en artikelen.
Vrij gebruik in context waar de teksten tot hun recht komen, met auteursvermelding.

Murre agus Josef – Outer Hebrides 3

Columns Posted on zo, mei 20, 2012 21:21:38

Columba 1400 heet
het café van Staffin. Nou, café is een raar woord voor dit grote gebouw: zalen,
een receptie, een grote cafézaal met vide van een verdieping extra. Veel licht
hout, efficiënt meubilair, niet typisch ‘van hier’. We gaan erheen omdat ze draadloos internet hebben, handig om even
de mail te checken, een blik in de eigen krant te werpen, plannen bij te
werken. Ook een kans om uit te zoeken hoe die rare fossielen heten die we
meenamen van het strand van Floddigarry. Belemnieten, nooit van gehoord.

De opbrengst van het café komt geheel ten goede aan de jeugd die we hier
opvangen, lees ik in de folder op tafel. Columba
1400
is een Schotlandbreed project, opgezet om ontspoorde jeugd een tweede
(of derde of vierde) kans te geven. Van die jeugd is er veel. Op een
vakantie-eiland merk je dat niet, maar in Glasgow wel . Maar ook de Highlands
and Islands kennen hun zorgen. De regionale kranten geven keer op keer tragische
verhalen, waar misbruik, drank en eenzaamheid een rol in spelen.
Hier dus: een trainingcentrum voor jonge mensen vanaf een jaar of 12, verblijf
voor kortere of langere tijd, stages op het eiland, cursussen sociale
weerbaarheid, communicatie, we kennen het. Met foto’s aan de muur probeert de
staf er ook een beeld van te schetsen, en dat lukt aardig. Als we weg gaan
kijken we nog even in de hal wat er verder te koop is. Een heel andere stijl
valt direct op: een kindertekening, kinderen bij een school, een tekst: Psalms,
Hymns and Prayers op één cd, door de kinderen, voor de kinderen, voor een eigen
project. Op de cd de uitnodigende titel:
Urnaigh na Cloinne, bun-sgoil Stafainn.
Zoiets kunnen we niet laten liggen. Psalmen kopen voor het goede doel: van de
ene benefiet rollen we in de andere. Eenmaal in ons huisje zetten we de cd
direct op. Ik klapper met de oren. Kinderen spreken en zingen helder en
onbegeleid, sommige zeggen een kort gebedje (… Amen!), andere een langere
tekst, ze zingen, in koor, soms solo. Bijzonder is dat ze ook zingen op de
manier van ‘giving the line’: één kind vervult de rol van precenter, zingt de
eerste regel, de andere vallen in. Bekende tunes van ‘volwassen cd’s’, Torwood,
Kilmarnock, Martyrdom, klinken weer heel anders, frisser, duidelijk ook wel een
stuk eenstemmiger dan wat we in oude Free Churches op Lewis gehoord hebben.
Eén van de eerste liedjes breekt direct in: Anna zingt ‘Madainn th’air èirigh’,
op de tune van Morning has broken. Thuis nog eens opzoeken of het er de
vertaling van is, of dat het een ander lied is op deze, oorspronkelijk Schotse,
tune. Vier strofen zijn het, ze begint te zingen, en met verve vertolkt ze de
tekst, vers voor vers met een eigen expressie, zonder een fractie te zakken. Ze
zingt naar binnen en naar buiten tegelijk. Het is alsof ik haar zie staan,
natuurlijk zonder papier voor zich, handen voor de buik. Ook de andere kinderen
die soleren lijken onbekommerd hun stem te gebruiken.
Aan het einde van de cd volgt een ‘Leughadh’, gelezen door Anna en haar broer
Euan. Dat klinkt direct als bijbel. Even heb ik hoop dat de cadans me al
vertelt waar het over gaat, maar dat lukt me toch niet. Gelukkig komt de clou
aan het einde. Murre agus Josef agus …, hoor ik. Maria, Jozef en het kind. Dat
kan ik me echt voorstellen, aan het einde van een decemberschoolavond op het
eiland Skye. Alle kinderen (15?) gaan na afloop weer naar hun huizen. Al dan
niet kerkelijk betrokken, deze verhalen gaan hier door, het zingen houdt niet op.
Mooi om te horen. Waar kinderen zo durven zingen, daar stroomt een goede bron.

Ik merk dat ik toch nog wat meer van de tekst kan begrijpen
dan ik dacht. ‘Clas 5-7 Gàidhlig’, dat moet klas 5-7 Gaelic zijn. Sinds 1980
zit de eigen taal hier weer in de lift, en wordt er aandacht gegeven aan de
cultuur van eeuwen her. Aandacht voor de ‘eigen taal en cultuur’ helpt mee om
kinderen recht te laten staan, te zingen en te spreken met de taal van het
hart.



Mangersta – Hebrides 2

Columns Posted on zo, mei 20, 2012 21:19:57

Op mijn oude blog, http://roelbosch.weblog.nl/ , staan vrij
onvindbaar veel blogs over Schotland, en dan vooral de Outer Hebrides, Lewis
and Harris. Ik zal die geleidelijk uploaden op deze site.

Mangersta

Mangersta, heette het dorp, of Mangurstadt, in het Gaelic.
Tien crofts, lapjes grond met een huis erop, in een strook langs de weg. Zo is
het overal op het eiland Lewis, de kleine delen min of meer vruchtbare grond
werden bebouwd, bewoond, soms al meer dan tweeduizend jaar, soms ook pas de
laatste tweehonderd jaar.

Mangersta, de naam zegt het al, hoort bij de oude bebouwing.
Alles is er: zoet water dat uit de bergen naar beneden sijpelt, de zee die
zorgt voor mineralen, zeewier (=meststof), vis en schelpdieren, kleine
strookjes bouwgrond, en overal eromheen veen, turf, de brandstof voor de
winter. En natuurlijk, zoals overal hier, de golfstroom die maakt dat het ‘s
winters amper kouder wordt dan 5 graden, maar ook de noordelijke ligging, die
het ’s zomers koel houdt. En licht, in de avonden. Ergens om 01.00 uur ‘s
nachts zal het wel even donker zijn?

Mangersta, tegen het einde van een lange single track road,
heeft een strandje dat op surfsites genoemd wordt. Als je er op klikt (http://www.surf-forecast.com/breaks/MangerstaSands
) vindt je alles, eb en vloedtijden, watertemperaturen, windsnelheid. Het
aardige van surfen hier is, dat het zo gevaarlijk is, met de riffen overal.

Dat lees ik, nu ik thuis ben. Toen ik er was zag ik de
riffen, de bontbekplevieren en de mooie stenen, het zand, het water dat van
boven kwam en zich vermengde met de zee, de fundering van een steenoude ronde
dubbelwandige woning, de Schotse hooglanders tegen de horizon – maar vooral ook
de ruimte, het licht, dat hier op de Hebriden zo bijzonder valt. Alsof het ook
een beetje in de dingen kruipt, dat licht, en zich koestert in de gastvrijheid
van het land, het veen, het water.

En de bog aspodel zag ik overal, die mooie gele kleine
lelies, http://www.thewesternisles.co.uk/wildflowers/bog-aspodel.htm

de zonnedauw in twee soorten, in bloei, drie soorten orchis,
de gagel of lousewort, http://www.thewesternisles.co.uk/wildflowers/lousewort.htm
– na twee dagen rondlopen weet je dat het niet te vermijden is dat je stapt op
planten waarvoor ze in Nederland een speciaal natuurbeheersplan ontwerpen. Maar
surfers zag ik niet. Die bleven bij het strand waar ze met hun vehikels
dichtbij konden komen. Dat hadden ze in Mangersta goed bekeken: gewoon een
groot rood bord neerzetten, een heel eind voor het strand. Dan komen ze er nooit.

Op reis gaan zonder voertuig. Stap voor stap, elke stap weer
anders. Een mijl in een uur is al snel, op veel plaatsen; omrekenen naar
kilometers hoeft dan al niet meer. Alsof je in een tijdcapsule gestapt bent,
denk ik op het moment dat ik daar loop, zit, een boek tevoorschijn haal en wat
ga lezen. Maar toch wel handig dat ik er kon komen, niet in een coracle of een
vikingenschip, maar met de trein, de boot, de auto…



Ik zag de berg – Outer Hebrides 1

Columns Posted on zo, mei 20, 2012 21:17:21

Op mijn oude blog, http://roelbosch.weblog.nl/ , staan vrij
onvindbaar veel blogs over Schotland, en dan vooral de Outer Hebrides, Lewis
and Harris. Ik zal die geleidelijk uploaden op deze site.

Chunnaic Mi Uam a’ Bheinn – Ik zag de berg

Murchadh Macphàrlain

Murchadh Macphàrlain, Murdo Macfarlane, 1901-1982, was boer
in Melbost, op het eiland Lewis. Hij beschrijft het beeld dat bij hem opkomt
als hij met het vliegtuig Stornoway nadert, en over zijn oude grondgebied
vliegt.

Het woord Beinn betekent ‘heuvel’, maar de maat van deze
heuvels overtreft de Nederlandse bergen verre; hierom, en om de krachtiger
klank, koos ik voor ‘berg’.

Ik zag de berg op een afstand

en terwijl ik vloog door de lucht

vervloekte ik mijn leeftijd;

want jong wilde ik zijn,

lopen op de berg, zonder laarzen of schoenen –

maar die wens wordt voor geen mensenkind vervuld

en de Verzamelaar van elke generatie is al naar ons op zoek.

Ik zag de berg op een afstand

op een mooie witte dag vol zon;

en zoals de storm de golven die liggen te slapen

op het gezicht van de oceaan wakker maakt,

zo werden mijn gedachten wakker

en de herinnering stond op uit haar sluimer:

schapen en lammeren verzamelen!

Kuddes bijeen drijven in de dorpen

midden in de warme zachte maand mei –

op die dag gingen we niet naar school

en jongens en honden waren gelukkig.

En als we dan onze bergen bereikt hadden:

zitten op een heuvel en koek eten

of een gerstebroodje zo uit de hand.

Het leek wel alsof ik op die heuvel

de helden zag van een generatie die al niet meer leeft,

kousen met een lint onder de knie, haasten,

klimmen, afdalen, helling op en af;

en alsof ik het fluitje hoorde en het roepen

van de honden, om de kudde bijeen te krijgen,

en de scharen om de schapen te scheren.

O berg van mijn hart, zo vaak

liep ik op je top – nooit weer, nu.

Mijn stap en mijn pas zijn kort geworden.

De zoete herinnering rust in de dag van gisteren,

en de dag van morgen ken ik niet.

Ik ben als een bij, van bloem naar bloem ga ik,

midden tussen de dagen die ik achter me liet.

Mijn oude hond liet ik achter,

hij ligt te snurken op het pad in de zon,

zijn vacht is van gisteren, en nu mat en dun.

Hij loopt wankel, traag,

zijn vaste tred verdwenen;

nooit zullen hij of ik nog op weg gaan

om te verzamelen aan de voet van de berg.

Mijn held zag ik op de berg

en de berghaas kon hem niet ontglippen;

nu ligt hij uitgestrekt op het pad,

uit de wind, in de gloed van de zon.

In ieder leven wacht de dood

zoals op elke dag de nacht volgt,

de morgen van hen die leven duurt zo kort.

Ik zag de berg op een afstand,

dat te zien maakte me ziek.

Tijd? Honden die mijn generatie verzamelen.

Luister! Je hoort ze al aankomen door de glen.

Bijna gedaan, het verzamelen;

in het Westen is de zon in de golven ondergegaan,

langzaamaan valt de nacht om ons heen.

An Leabhar
Mòr, The Great Book of Gaelic, p. 220, 261, 262. Ik maakte ook gebruik
van de Engelse vertaling, ook in dit boek opgenomen, van Nan S. MacLeod.