Vrijdagmiddag 21 november. Stormen over het midden van het land,
bomen op de rails, omroepberichten die elkaar snel opvolgen. Bovenaan de
trap van spoor 1 en 2 sta ik te wachten op John Bell. Zou hij wel
komen, op de afgesproken tijd? En zou ik hem herkennen? Het is al weer
anderhalf jaar terug dat ik hem zag, in een viering in Glasgow – en
mij herkent hij zeker niet.

foto april 2012: John Bell en Roel Bosch, Brussel, terminal Eurostar

Maar dan, precies op tijd, geen twijfel mogelijk, tussen allemaal
gehaaste forenzen een relaxte man, bontgekleurde trui, knalrode
schoenen, groot houten kruis op de borst: daar is hij. Verbaasd, dat ik
hem direct uit de menigte pik, dat ook nog.

Hij eet mee met de redactie van het Nieuwe Liedboek van de kerken in
Nederland, om te delen in zijn ervaring. Zelf was hij tien jaar lang
secretaris van het Schotse Liedboek, Church Hymnary 4, 2004, een boek
dat een standaard zette in kerkmuziek. Met oog voor de traditie, open
naar de context van vandaag, met muziekschatten uit de hele wereld, voor
heel diverse uitvoeringspraktijken, van orgel tot gitaar, reciterend
tot swingend.

Zo gastvrij als wij hem ontvangen, zo gastvrij deelt hij in zijn
‘huis van muziek’, laat ons proeven aan het plezier dat het oplevert als
je muziek in de eerste plaats ziet als een gouden kans tot
communicatie. Lof aan God en delen in menselijke ervaringen horen dan
bij elkaar; de bijbel voluit laten klinken en de eigen context een stem
geven spreken elkaar dan niet tegen.

Een dag later maakte hij mee hoe de Nederlandse Ionagroep haar tweede
liedbundel presenteerde. Zelf droeg hij daaraan bij, door een mooi en
muzikaal verhaal te houden, maar net zo goed genoot hij volop van al dat
wat typisch Nederlands is, die eigen context die we hier met elkaar
uitmaken.

Terugdenkend zie ik hem weer de roltrap opkomen, als een moderne
uitvoering van wat in de vroege Keltische kerk normaal was: de reizende
bisschop, de ‘vagante bisschop’. Geen andere zetel dan de stoel die
anderen hem bieden, geen ander diocees dan de harten die opengaan; maar
juist daarmee vol gezag en gezang. Zijn diocees is dat van de Ministry
of Music, de dienst van het lied, en de dienst aan het lied.

Misschien is dat de bisschop van de toekomst voor de kerk van de
toekomst, een zwervende kerk, die zich overal thuis voelt waar de muziek
van God mag klinken. Tot in een Amersfoorts restaurant aan toe.

Voor meer over de Ionaliedbundel: zie interview met muziekfragmenten op RKK16 nov Verum Bonum Pulchrum, via http://www.ionagroep.nl/opstaan.htm