‘Ik vind jou stom.’ Het kind dat die zin tegen een ander
kind zegt uit zijn mening. Als het kind vriendjes heeft die achter hem staan
herhalen ze de zin. ‘Wij vinden jou stom.’ Wat kan het kind dat dit te horen
krijgt doen? Wegkruipen? Slaan? Een ouder iemand erbij roepen? En dan? Je hoeft
een kind toch niet te verbieden om zijn mening te uiten? Vaak zal het kind-dat-zijn-mening-uit het
ook nog kunnen verklaren. Bekakte of juist platte uitspraak van een woord,
andere manier van kijken, schichtig of juist te brutaal, in de weg lopen of
niet op tijd komen als het geroepen wordt. Wie kijkt naar wat er in de groep
gebeurt ziet ook nog andere redenen: een strijd om de rangorde, afreageren van
andere problemen, grote ongelijkheid.

Toch accepteren we dit niet. ‘Pesten’, noemen we dat. Er
zijn protocollen tegen, trainingen, het is duidelijk dat gepest worden een kind
tot ver in de volwassenheid achtervolgt, maar ook dat pesten, pester of
meeloper zijn, nadelig is voor de ontwikkeling van een kind. Het is winst van
de huidige tijd dat voor dit eeuwenoude mechanisme aandacht is. ‘Bullying’, in
het Engels, is een algemeen menselijk probleem. Wie één geval van pesten weet
te stoppen verbetert de wereld.

Hoe vaker ik lees over situaties waarin bevolkingsgroepen
gekwetst worden, hoe vaker ik de parallellie met pesten zie. De meeste mensen
over wie akelige dingen gezegd worden hebben de neiging zich te verstoppen. Dat
gebeurt ook wanneer over geloof, over seksuele geaardheid, over gezondheid of
lichaamsgewicht akelige dingen gezegd of getekend worden. Dan gaan mensen ondergronds.
Dat zie je niet, maar ja, dat krijg als iets ondergronds gaat.

Een enkele keer slaat de gepeste wild om zich heen. Geheel
alle proporties te buiten pakt hij een stoelpoot en wreekt de grappige/akelige tekening
die de klasgenootjes op het bord maakten door een onschuldige medeleerling het
ziekenhuis in te slaan. Onschuldig? De gepeste heeft de stellige overtuiging
dat de hele wereld de pest aan hem heeft . Niemand is onschuldig.

De pestkop is vaak degene die ooit zelf gepest werd, zeggen
mensen die het kunnen weten. Hij zat op een katholieke school maar had het
gevoel dat hij overal buitenviel, met zijn kritische vragen en scherpe
opmerkingen. Zij kon geen aansluiting vinden toen ze na de scheiding van haar
ouders met haar moeder in een buurt kwam waar iedereen heel ‘gelovig’ was,
tenminste, gescheiden mensen maar niets vond. Hij zat bij een groepje, een
partij bijvoorbeeld, maar voelde zich de minste. Geen hoge opleiding, ze plagen
hem met zijn uiterlijk, zijn haar.

Is het vrijheid van meningsuiting wanneer deze mensen,
eenmaal zelfstandig geworden, op anderen gaan schelden, karikaturen tekenen van
wie ze zijn, karaktertrekken uitvergroten en andere vergeten, meningen van één
persoon aan een hele groep toekennen? Of gaat het verdacht veel op pesten
lijken?

Het zijn vragen. De oplossing heb ik niet. Het tekenen van
spotprenten moet mogen, het aan de kaak stellen van onrecht is een taak van de
pers, het niet negeren van misdrijven tegen zwakken is een teken van
beschaving. Maar het is ook een teken van beschaving wanneer kritiek op anderen
op passende wijze gebracht wordt. Ik denk dat het daar toch wel vaak aan
ontbreekt. Daar wordt de wereld niet beter van. Pestwereld, dat houd je over.