Oogsten… en dan verder? In de Ionaviering van 28 oktober
kwamen naast liederen en beelden ook teksten langs. Hier, om ze nog eens na te
lezen:

drempelgebed

Hier zijn we, God,
met volle handen, met lege handen,
rijk in wat we konden oogsten,
of juist teleurgesteld in wat het leven ons bracht.
Gelukkig met wat we voor elkaar konden krijgen,
of met het gevoel dat we tekort zijn geschoten.
Hier zijn we.
Neem ons aan zoals we zijn,
en help ons om uw weg te zien,
uw weg te gaan.
Amen.

De volgende serie van vijf lag op de vijf ‘staties’ achterin
de kerk, van elk 20. Aan het eind waren ze allemaal op. Voor wie achter het net
viste nog eens! (In de kerk waren ze steeds verbonden met een andere tekst; die
komen nog een keer apart aan bod.)

schiften en dorsen
Je laat de dingen nog eens door je hoofd heengaan.

Papieren, e-mails, kaarten die je zond,
een maaltijd met die ene vriend,
een keuze die je maakte.
Wat weet je nog over een jaar of twee?
Is er een kern die blijft?

Dat kan je nooit zo van te voren zeggen?
Nú mag je kiezen wat, wat jou betreft,
nog even mee zal gaan!
Je dorst de oogst, en veel valt af,
maar dat wat kracht geeft, je laat glimlachen,
dat laat je niet meer los.

evalueren

ik zaaide hier en daar,
ik deed van alles –
maar goed beschouwd kwam lang niet alles op.
ik weet niet of dat erg is.
maar het is goed te vragen:
wat hield het uit?
en welke fout moet ik nu niet meer maken?
waar kan ik wat van leren?
wat geeft mij kracht?

plannen maken

soms gaat alles vanzelf.
er zijn ook tijden waarop je zelf iets moet regelen.
uit wat de oogst je bracht wordt duidelijk:
zo gaat het niet meer langer.
bedenk een plan.
zie wat je los kunt laten,
dan gaat het met de tijd voorbij,
bedenk dan ook: waar wil je wat mee doen,
straks, morgen, in de tijd die komt.

proeven

proeven is: op de tong nemen, nu even ogen dicht,
en heel goed smaken.
proeven: de oren spitsen, tonen horen,
de klank naar binnen voelen gaan.
wanneer je goed proeft ben je stil van binnen.
dan moet er even niets, dan speelt de tijd geen rol.
Proef wat van deze oogst je oren streelt,
je tong verwent.
Geniet van wat je zomaar tegemoet gekomen is.

delen

wie heeft er over van de oogst?
wie heeft nog wat te delen?
of klinkt het beter anders:
wat heb je over van de oogst, voor anderen?
je eigen oogst opeten, alleen, dat kan,
maar samen om de tafel met wie weer wat anders heeft,
dat levert meer op dan je dacht.
deel wat je kunt vertellen, zingen, doen,
de oogst aan goede woorden, aan geloof en hoop,
en merk hoe anderen hun rijkdom laten stromen.

Bijbelse woorden

Op zoek naar oogst in de bijbel kwamen we terecht bij een
brief van Paulus. Veel van wat in die brieven staat gaat over verheven zaken,
om het maar zo te zeggen. Maar dit keer komt hij ter zake, heel down to earth.
Er is een heftig probleem in de christelijke gemeente in Jeruzalem. Je zou
kunnen zeggen: hun oogst heeft onvoldoende opgeleverd. Zijn er te veel ouderen
overgebleven, jongeren op de vlucht geslagen voor vervolging? Of misschien ook:
rekenen ze zo op de spoedige komst van de Heer dat ze vergeten zijn om te
zaaien? En in Korinte hebben ze ruim voldoende: kom, deel maar, zegt Paulus.

De oogst is binnen, dachten ze, in Korinte, klaar. Maar dan
begint het pas. De oogst is binnen, waar gaat die heen? Wat doe je er mee, in
de tijd die komt?

De oogst is om te delen; maar het gaat toch niet alleen van
wie veel heeft naar wie weinig heeft. Paulus spreekt ook over het omgekeerde:
die mensen in Jeruzalem, met hun al te schrale oogst, voelen zich met jullie
verbonden, ze verlangen naar jullie. er loopt een stroom rond, een kracht, een
energie van geloof en hoop en liefde, mee met de oogst van materiële zaken, en net
zo goed mee met de gebeden, de wensen, de zegen die de een de ander schenkt.

De oogst is dus eigenlijk nooit binnen. Echte oogst blijft
buiten, gaat van hier naar daar en weer terug. In Gods huishouding, zijn
economie, bestaan geen dode dingen, passiva – alles mag opgedragen aan de
Eeuwige, aan zijn mensen, aan zijn wereld.

2 Korintiërs 9 (NBV)

6 Bedenk dit: wie karig zaait, zal karig oogsten; wie
overvloedig zaait, zal overvloedig oogsten. 7 Laat ieder zo veel geven als hij
zelf besloten heeft, zonder tegenzin of dwang, want God heeft lief wie
blijmoedig geeft. 8 God heeft de macht u te overstelpen met al zijn gaven,
zodat u altijd en in alle opzichten voldoende voor uzelf hebt en ook nog
ruimschoots kunt bijdragen aan allerlei goed werk. 9 Zo staat er geschreven:
‘Gul deelt hij uit aan de armen, zijn rechtvaardigheid houdt stand, voor
altijd.’ 10 God, die zaad geeft om te zaaien en brood om te eten, zal ook u
zaad geven en het laten ontkiemen, zodat uw vrijgevigheid een rijke oogst
opbrengt. 11 U bent in ieder opzicht rijk geworden om in alles vrijgevig te
kunnen zijn, en uw vrijgevigheid leidt door onze bemiddeling tot dankzegging
aan God. 12 Uw bijdrage aan de collecte heft immers niet alleen het gebrek van
de heiligen in Jeruzalem op, maar leidt er bovendien toe dat ze God uitbundig
danken. 13 Ze prijzen God omdat u er blijk van geeft gehoorzaam te zijn aan het
evangelie van Christus, wat u bewijst door de ruimhartigheid waarmee u met hen
en alle anderen wilt delen. 14 In hun gebed voor u spreken ze hun verlangen
naar u uit, omdat ze zien hoe overstelpend goed God voor u is geweest. 15 Laten
we God danken voor zijn onbeschrijfelijk geschenk.