herplaatsing van 24 November 2008

Vrijdagmiddag 21 november. Stormen over het midden van het
land, bomen op de rails, omroepberichten die elkaar snel opvolgen. Bovenaan de
trap van spoor 1 en 2 sta ik te wachten op John Bell. Zou hij wel komen, op de
afgesproken tijd? En zou ik hem herkennen? Het is al weer anderhalf jaar terug
dat ik hem zag, in een viering in Glasgow – en mij herkent hij zeker niet.

Maar dan, precies op tijd, geen twijfel mogelijk, tussen
allemaal gehaaste forenzen een relaxte man, bontgekleurde trui, knalrode
schoenen, groot houten kruis op de borst: daar is hij. Verbaasd, dat ik hem
direct uit de menigte pik, dat ook nog.

Hij eet mee met de redactie van het Nieuwe Liedboek van de
kerken in Nederland, om te delen in zijn ervaring. Zelf was hij tien jaar lang
secretaris van het Schotse Liedboek, Church Hymnary 4, 2004, een boek dat een
standaard zette in kerkmuziek. Met oog voor de traditie, open naar de context
van vandaag, met muziekschatten uit de hele wereld, voor heel diverse
uitvoeringspraktijken, van orgel tot gitaar, reciterend tot swingend.

Zo gastvrij als wij hem ontvangen, zo gastvrij deelt hij in
zijn ‘huis van muziek’, laat ons proeven aan het plezier dat het oplevert als
je muziek in de eerste plaats ziet als een gouden kans tot communicatie. Lof
aan God en delen in menselijke ervaringen horen dan bij elkaar; de bijbel
voluit laten klinken en de eigen context een stem geven spreken elkaar dan niet
tegen.

ontmoeting John Bell en Roel Bosch, april 2012, Eurostar Brussel. Weer/nog rode schoenen, helaas niet zichtbaar Voorgrond Marco Wemekamp, foto Marleen BBerg.

Een dag later maakte hij mee hoe de Nederlandse Ionagroep
haar tweede liedbundel presenteerde. Zelf droeg hij daaraan bij, door een mooi
en muzikaal verhaal te houden, maar net zo goed genoot hij volop van al dat wat
typisch Nederlands is, die eigen context die we hier met elkaar uitmaken.

Terugdenkend zie ik hem weer de roltrap opkomen, als een
moderne uitvoering van wat in de vroege Keltische kerk normaal was: de reizende
bisschop, de ‘vagante bisschop’. Geen andere zetel dan de stoel die anderen hem
bieden, geen ander diocees dan de harten die opengaan; maar juist daarmee vol
gezag en gezang. Zijn diocees is dat van de Ministry of Music, de dienst van
het lied, en de dienst aan het lied.

Misschien is dat de bisschop van de toekomst voor de kerk
van de toekomst, een zwervende kerk, die zich overal thuisvoelt waar de muziek
van God mag klinken. Tot in een Amersfoorts restaurant aan toe.