Als de eerste 400 pagina’s van het Liedboek, zingen en bidden in huis en kerk, voorbij zijn, hebben we
de bijbelse psalmen achter de rug. Meer dan 280 gezongen versies van de 150
psalmen geven heel diverse manieren om dat ‘eerste liedboek van de kerk’, het
liedboek van Israël, te laten klinken. Maar daarmee is de bijbel nog niet uitgezongen.
Na de psalmen volgen de andere liederen die in de bijbel staan en die op muziek
zijn gezet, de ‘kantieken’. De bekendste worden het meest gezongen: de liederen
van Maria, Simeon en Zacharia. Daarom komen er hier ook meer versies van voor,
van ‘Maria’ zelfs vijf. Maar er zijn er meer: die van Hanna en Jona
bijvoorbeeld, of de korte lyrische teksten uit de brieven aan Filippenzen en
Kolossenzen. In veel tradities krijgen deze liederen een plaats in de
verschillende gebedsdiensten die over de dag verspreid zijn. Zo zingen ze in
kloosters Simeon bij de laatste viering van de dag: Laat nu, Heer, uw
dienstknecht vrijuit gaan in vrede naar uw woord.

In het ‘oude’ Liedboek bestond de eerste rubriek uit
bijbelliederen. Het probleem daarvan was, dat weinigen bij het voorbereiden van
de dienst daar gingen zoeken. Veel van die liederen bleven onbekend. Daarom komen
nu veel van die liederen op andere plaatsen terecht. Gez. 27, ‘De Heer richt op zijn berg een maaltijd
aan’
, bij Jesaja 25, staat nu in de rubriek ‘Voleinding’, gezang 1, ‘God heeft het eerste woord’, geschreven
voor Nieuwjaarsdag, komt nu ook echt op Nieuwjaarsdag terecht in de
rubriek die het jaar op de voet volgt.

Toch kon de rubriek niet helemaal gemist worden: er is een
reeks bijbelse vertelliederen die eigenlijk verhalen op zichzelf zijn. Passen
ze in een kerkdienst? Soms. Maar ze kunnen ook in een musical op school
klinken, je kunt ze met kinderen of volwassenen zingen en bespreken. Sara,
Jakob en Jozef, Zacheüs en ‘de verloren zoon’ bieden basis voor prachtige
liederen. En het verhaal over Abigaïl, die David tegemoet treedt en een
bloedbad voorkomt, komt in kerkdiensten zelden of nooit terug, maar levert wel
een prachtig lied op:

9 Geen tand om tand,
geen oog om oog,
al loopt een ruzie nog
zo hoog.
Abigaïl voorkomt met
moed
dat bloed vergoten
wordt om bloed.

10 God zegent wie met
gulle hand
zijn brood deel in het
schrale land.
Abigaïl in de woestijn
mag Gods gezant van
vrede zijn.

Wie deze rubriek van A tot Z zingt heeft eigenlijk ook een
tocht door de bijbel gemaakt, van de schepping tot de bekering van Paulus.

Maar dat is nog lang niet alles uit de bijbel, in dit dikke
boek. Het gaat steeds maar verder. Zoveel liederendichters lieten zich
inspireren door bijbelse teksten, die ze op de voet of wat meer op afstand
volgden. De oude en al bekende liederen uit het Liedboek 1973 lieten al veel Bijbel
aan het woord: de dichters van toen, Den Besten, Barnard, Wit, Schulte Nordholt
en Jacobse hadden immers de psalmen al helemaal berijmd? Die tekst, die taal,
die manier van bijbels denken zat in hun systeem. Maar ook vele andere dichters
putten uit de bronnen van het woord. Soms met onverwachte beelden, ongedachte
teksten:
‘Waarom moest ik uw stem verstaan?’,
aansluitend bij zoveel bijbelse geroepenen die niets liever wilden dan
onderduiken. En dan al die prachtige paasliederen die Liedboek 1973 typeren, zo
duidelijk gebaseerd op de lezingen uit de evangelieën en de brieven in de
Paastijd. Zoals deze, bij 1 Petrus 2:
Christus
heeft voor ons geleden
als een beeld van ons
bestaan,
dat wij zover zouden
gaan
in zijn voetstappen te
treden.

Het register met bijbelverwijzingen achterin bleef beperkt
tot 2200 nummers; het zou geen moeite kosten tot het dubbele te komen. Wie elke
dag een lied tot zich neemt ontvangt dagelijks een mooi aantal bijbelse teksten!