De post heeft vandaag een soort zak van Sinterklaas bij
zich. Alleen is deze niet van jute maar van een type taai plastic dat ik niet
ken. Bovenaan een koord, een label, moet echt voor mij zijn. Max. weight 70
lbs, zelfs als ik even niet weet hoeveel een pound moet wegen vat ik wel dat we
dit gewicht nog niet halen.

In de zak vind ik twee boeken uit Grand Rapids, de hoofdstad
van gereformeerd Amerika, zou je kunnen zeggen. Daar lezen ze Abraham Kuyper
nog, Schotse ‘presbyterians’ gaan er heen om de Stonelezingen te bestuderen waarin
de gereformeerde voorman zijn ideaal van scheiding van kerk als instituut en
kerk als organisme uiteen zette.

Maar ik bestel geen boeken over Abr. Kuyper, ik ga liever
wat stappen terug. Tweemaal wijsheid over de psalmen. Het dikste boek bevat
alle 150 psalmen, elk in vele muzikale vormen. De trailers op internet hadden
me al enig idee gegeven, maar mijn eigen vragen kan ik nu pas loslaten.
Bijvoorbeeld: komen hier dezelfde psalmen als favorieten uit de bus als vrijwel
overal anders: 23, 42, 98, 100, 103, 130, 139? En wat voor muzikale vormen zijn
nieuw? Hoe zit het met de bronnen, Taizé, Iona, reciteerpsalmen,
antwoordpsalmen uit de meer katholieke tradities?

Maar eerst de check: hoe kom ik Psalm 88 tegen, die hele
donkere, zelden gezongen aanroep, oproep, ter-verantwoordingsroep tot God?
Verrassend: het Taizélied ‘Dans nos obscurités’ staat hier, met de Franse,
Duitse, Engelse en Spaanse tekst, met daarnaast een hertaling die hardop
gelezen kan worden als dit vers repeterend gezongen wordt.
‘Why, God do you turn a deaf ear?
Why do you make yourself scarce? …
You made lover and neighbour alike dump me;
the only friend I have left is Darkness.’

De tweede versie van de psalm, opnieuw verrassend:
Sometimes I feel like a motherless Child,
een Afro-American Spiritual. En dat was het.

Deze psalm had als inleiding, als alle andere, eerst de
vertaling van de Hebreeuwse tekst, daarna een korte typering. Die loopt dan uit
in enkele regels over gebruik in de praktijk van viering en eredienst: plaatsen en tijden van diepe nood, bijv. bij
een humanitaire crisis, een gevangenis, een Alzheimerafdeling; bij hen die de
dood voor ogen hebben; Goede Vrijdag, gelezen met de stem van Christus.
Misschien
ben ik niet met elke aanwijzing gelukkig, maar hoe dan ook maken ze me als
bladeraar in het boek wel gevoelig voor de context waarin de psalm kan klinken.
Bijbelwoorden zijn nooit los verkrijgbaar.

Daarna, door naar Psalm 23: inderdaad, voor zover ik zie ook
hier de langste, elf versies. Daaronder de bekende Engelse, op de mooie tunes
van Crimond, Dominus Regit, Columba, maar ook een responsoriale vorm, met als
refrein, door allen te zingen:

Shepherd me, o God, beyond my wants, beyond my
fears, from death into life.

Ik spring over op de inhoudsopgave. Maar die is er niet. Wel
een overzicht met muzikale aanwijzingen, over de uitvoering. ‘Andrew Donaldson’s setting uses rhythmic speech (in a quasi hip-hop
style) with evolving vamps and refrains to capture the transformation within
the psalm. ..At the end, all should speak ‘God is good… it’s true…’ in hushed tones.
This should not be done in unison speech but with random entrances. A few
‘plants’ in the congregation can help get this going.’
Wow, die 73c hebben we nog niet in
Liedboek! Quasi hip-hop…

Of neem
87e: ‘This Appalachian melody should be sung
with a driving rhythm. It can be accompanied equally well by organ or piano,
modern praise band, traditional blue grass band, or simply with hand
percussion.’

Een andere entrée in het boek geeft de bronnen aan: twintig
verschillende stijlen, van 1. Eastern Orthodox Chant, via bijvoorbeeld 8.
English and North American Cathedral Tradition, en 15. Contemporary Communities of Prayer and Renewal
(Taizé and Iona) naar 20. Settings from Asia.

Met dat al is het een boek dat inspireert en moe maakt tegelijk.
Zo’n zee aan opties! We kunnen nog even vooruit.

Bij ‘Psalms for all seasons, a complete psalter for worship,’ Grands Rapids 2012, Martin Tel, Joyce Borger, John D. Witvliet.