Ze liep wat onzeker, kwam voorzichtig het podium op, de lange kaars schuin vooruit. Nu had ze de twee kaarsen aangestoken, en de tekst gelezen, over Advent en licht. Dat had het hoogtepunt moeten zijn. Maar daar stond ze nog, met de brandende aansteekkaars in haar hand. En ze blies. Nog eens, de vlam was sterk en het meisje klein.

Het meisje was sterker. De kaars doofde, de rook steeg omhoog, het licht van de spots tegemoet. En zij bleef staan kijken, met open mond. Met de wervelende wolken mee ging haar blik omhoog. Vol aandacht, zonder nog aan de tijd te denken, en de mensen beneden, en de microfoon in haar hand, ging ze op in licht en vuur en rook, en bleef tegelijk helemaal zichzelf. Ik moest wel mee kijken, omhoog. Dag rook! Dag licht! Dag meisje! Ga met God!