Theun de Vries had graag nog een roman over de bijbelse David
geschreven. Die knappe jongen, rossig, dat woeste leven, z’n liefde voor
Jonathan, zijn dubieuze verhouding met vrouwen, zijn moed en overtuiging – het leek
hem wel wat. Ik zie De Vries nog zitten praten, in de huiskamer bij Auke Jelsma
thuis, met de literatuurkring in Kampen. Theologiestudenten die iets met lezen
en schrijven hadden, en dan dankzij allerlei lijntjes boeiende gasten langs
kregen.

Toen ik in 1976 theologie ging studeren in Kampen, beleefde de
Hogeschool een bloeitijd, de laatste, denk ik. Een groot aantal studenten,
tussen de 40 en 50 rechtstreeks van school of van een HBO-opleiding per jaar,
veel docenten, veel reuring. Daarmee ook veelkleurigheid. In het palet was Auke
Jelsma een wat ongrijpbaar en onplaatsbaar figuur. Op voordracht van de
benoemingscommissie en de Hogeschoolraad had de Synode niets anders kunnen doen
dan hem benoemen als hoogleraar Kerkgeschiedenis. Het was met wat tegenzin
gegaan. Een vrije vogel, die de kerk als instituut wel wat relativeerde. De
taak om ook Kerkrecht te geven vertrouwden ze hem toch maar liever niet toe.

Hij was in 1970 bij professor Nauta gepromoveerd op een protestants
martelaarsboek, dat van Adriaan van Haemstede, rond 1557 uitgekomen. Van
Haemstede beschreef hen die om het geloof het leven verloren hadden, vanuit
protestantse optiek. Tegelijk was hij een man die streefde naar liefde, en
verzoening, een weg vooruit, niet die van de haat. Geloofsgenoten waren wat
bang voor hem, was hij niet te vrijzinnig?

Zulke dissidenten kwam Auke daarna ook voortdurend weer tegen. Mensen
die tegen de keer in wilden gaan, de kleine Franciscus van Assisi en zijn
heilige zuster Clara. Vrouwen in de kerkgeschiedenis, ’tussen heilige en
helleveeg’, gewoon mens zijn was er vaak niet bij. Lastige mensen soms ook,
Bonifatius, Willibrord. De Afscheiding van 1834 beschreef hij als de beweging
van ‘angry young men’, vier dominees die in 1830 nog met de Leidse studenten de
Belgen hadden bevochten en in 1834 de Heren Kerkvoogden en Reglementendienaars
geen gehoorzaamheid wensten te schenken. En zo was hij ook zelf herkenbaar, een
uiterst zachtmoedig vasthoudend dwarsligger.

De reis naar Assisi en Rome die hij, oecumenicus, organiseerde, was voor velen
vormend. Van een mijn reisgenoten was vanaf dat moment duidelijk dat hij beter
priester dan dominee kon worden. Een andere, o zo Gereformeerd, heeft een paar
dagen haar hand niet gewassen, na de handdruk van de paus. En ik kan me de
wilde cyclamen nog zo goed herinneren, die in april 1980 nog net zo bloeiden
als ze dat in 1200 gedaan moesten
hebben.

In 1988 promoveerde ik bij hem. Van mijn onderwerp, iets met de achttiende
eeuw, wist hij niet zo veel. Dat hoefde ook niet, hij stimuleerde, stelde
vragen, en vond het leuk dat ook ik een dissident bij de kop nam, de dominee
van Zwolle die door zijn collega’s niet gepruimd werd omdat hij oprecht geloofde
dat God ons nu wel eens meer licht zou kunnen geven dan hij voorheen de Dordtse
vaderen schonk.

Dat optimisme houden we er in, in de geschiedenis. De Geest mag
doorgaan, stappen te zetten, mensen tot stappen uit te nodigen. Ook dat is
kerkgeschiedenis: in wording.

Toen hij promoveerde, vanuit een Haagse pastorie, schreef hij dat de
complexe situatie in de kerk hem had gemotiveerd het verleden te onderzoeken.
En hij droeg zijn boek op:

Aan allen die hoe dan ook
waar dan ook
wanneer dan ook leden onder
het gebrek aan verdraagzaamheid binnen de kerk

De woorden raken me, als ik ze nu lees, een paar dagen na zijn
overlijden.

Dat hij jonge theologen in de laatste jaren van de verzuiling in
aanraking bracht met een ikoon van socialisme, Theun de Vries, in een gesprek
dat David weer present stelde, past bij deze opdracht. Dat lijden gaat door,
maar ook de vreugde om al die momenten dat vrede bloeit, zoals toen en nu in
het dal van Spoleto.

Meer en meer trok de weg van de mystiek hem aan. De woestijnvaders,
Hildegard, mystiek ook als brug tussen religies. Van ‘kerk’geschiedenis naar de
studie van de weg van God met mensen, de weg van mensen met God. Voor hem is
die weg onder ons nu ten einde. Zijn gedachtenis zij tot zegen.

Dissertatie in een scan online: http://www.theologienet.nl/documenten/Haemstede-Jelsma.pdf

Zijn website: http://www.aukejelsma.nl/