Zij gelooft, hij niet. Of andersom. Komt voor, bij alle
leeftijden. Hoe ga je daarmee om? Zwijg je over wat je belangrijk vindt? Geneer
je je soms ook voor geloof, voor gebed, voor naar de kerk gaan? Erger je je aan
gebrek aan interesse, of aan vragen die open bedoeld zijn maar waar je onzeker
van wordt? De 20+kring stelde aan het begin van het seizoen een lijst op, en
daar kwam het als een belangrijk onderwerp naar voren. Twee leden bedachten een
manier om er mee om te gaan. En twee anderen namen iemand mee die niet gelooft:
een vriend, een naast familielid en huisgenoot.

Daar sta je dan, zestien mensen in een grote kring, een bal,
lege handen. Gooi de bal naar iemand toe, en stel een vraag over geloof. Zo
rolden vanzelf de vragen over tafel: ‘Bid je voor het eten?’, of ‘Bid jíj voor
het eten?’ ‘Waar geloof je precies in?’ ‘Waarom ga je naar de kerk?’ ‘Waar komt
alle ellende vandaan?’ ‘Geloof je in God die het kwade heeft geschapen?’ ‘Wil
jij evangeliseren?’ Kort antwoord, geen gesprek, dan de bal door naar de
volgende – om daarna in drie groepjes verder te gaan, rond deze vragen, rond
vier stellingen, of met het spel Twister, uit balans gebracht door pittige
vragen in dezelfde categorie. Uiteindelijk een slotronde, weer met allen bij
elkaar.

Een van de twee gasten begon in die laatste ronde direct met
een welgemeende dankbetuiging. Wat een leuke gesprekken, openheid, eerlijkheid.
Haast jammer dat er niet meer stelligheid in zat, niet iemand die vurig
verdedigde dat de wereld 6000 jaar geleden in zes dagen geschapen was of zo.
Eigenlijk was het niet eens meer zo nodig om te geloven, als hij het zo hoorde…

Toen brak een nieuwe fase aan. Want dit liet niet ieder op
zich zitten. ‘In ieder mens is een gat dat gevuld wil worden’, zo stelde een
van de leden. Of je dat nu weet of niet, of je het nu wílt weten of niet, er is
onrust, er is leegte – voor haar is geloof in God de vervulling. Geloof geeft
zin en toekomst, geeft daarmee ook ontspanning. Zonder dat zou ze toch onrustig
op zoek blijven, dan hier, dan daar zoekend. Woorden die herkenning opriepen,
zo hier en daar in de kring, maar ook duidelijke aarzeling.

Nou nou, reageerde een ander, geloven, dat is toch vooral
twijfelen? Alsof ik geen leegte zou kunnen hebben, ik weet dat niet hoor. Voor
mij is geloof eigenlijk niets zeker weten. Misschien bestaat ‘God’ wel niet,
wat kunnen we daar nu van weten? Die vraag, ‘waar geloof je in’, die is toch
moeilijk te beantwoorden!

In één van de groepen was daar bij het Twisterspel al
uitvoerig over gesproken. Daar hadden ze de richting omgekeerd. ‘Wie gelooft in
mij?’ Is geloof niet vooral dat je je aangesproken voelt, zonder dat je weet
hoe dat komt, aangesproken door God? In deze groep zaten ook nieuw-gelovigen,
helemaal los van kerk en geloof opgegroeid. God ervaren, door kippenvel tijdens
een gebed. Een ander vulde aan: geraakt worden bij een lied, een gebed; of, nog
een ander, als je samen ergens in Bulgarije of Schotland in een vreemde kerk
met mensen overal vandaan allemaal het Onze Vader bidt, ieder in een eigen
taal, dan weet je het toch? Dan is het niet meer ‘mijn geloof’, maar een
gegeven geloof, dat je deelt met anderen.

Het omdraaien van de blikrichting, dat probeerde iemand
anders uit rond het woord ‘God zoeken’. ‘Gevonden worden,’ dát is toch waar het
eigenlijk om gaat? Anders blijft het toch maar cirkelen rond je eigen gedoe, je
eigen gedachten, je eigen onvermogen om verder te kijken. Een hand op je
schouder, troost als je het niet verwacht, niets iets wat je zocht, maar iets
dat jou vond, zomaar. Maar twijfel je dan niet, opnieuw de vraag, is dit niet
gewoon psychologisch te verklaren? So what?

Verder, over twijfel. Dat we daar zomaar over spraken, het als
optie open lieten, verbaasde de gasten zonder geloof en zonder kerkelijke
achtergrond. In andere kerken mag je het daar niet eens over hebben, zei een
van de groep, maar bij ons hoort het er gewoon bij. Moet het zelfs niet in het
beleidsplan, in de visie van de kerk een plaats hebben? Of heb je het dan over
twee verschillende dingen? Het twijfelen met je verstand, het rationele
twijfelen, is toch wat anders dan samen in de kerk een lied zingen en het brood
van het avondmaal delen. Zeggen: ‘Misschien is dit wel het brood van het
koninkrijk, misschien’, dat gaat nu eenmaal niet. We delen geloof en twijfel,
in de kerk, maar ervaren tegelijk ook dat er meer is dan onze eigen gedachten
en meningen.

Het was een avond om nog eens aan terug te denken. Zestien
mensen, elk met een eigen verhaal, een eigen lege plek die gevuld wil worden,
gevuld is? Zestien mensen, elk met idealen, verwachtingen, zorgen. En liefde,
niet te vergeten. Groot genoeg om contact te leggen met anderen. Zodat het
blijft stromen, liefde, met in het kielzog geloof en hoop. En humor, niet te
vergeten, want die was deze avond ook volop aanwezig. Ook een gave. Een
knipoog. Van God?