Iedereen heeft z’n allergie, of intolerantie, of
overgevoeligheid. Bij mij ligt die bij het woord ‘Verlichting’. Sinds ik me voor
het eerste verwonderde over een aantal hooggeleerde theologen die de
Verlichting rubriceerden als een Kantiaanse kritische, godsdienstontkennende
beweging, en daar ofwel voor ofwel tegen waren*, let ik op hun taalgebruik. En
ja hoor, daar is het weer: ‘Sinds de Verlichting is er geen kerk meer nodig’,
zegt Kuitert.

Nu wil het geval dat juist de Verlichting de kerk gemaakt
heeft tot wat we er nu van zien. De psalmberijming-1773 die 200 jaar (wat zeg
ik? soms tot nu toe) in protestantse kring gebruikt wordt is het werk van een
verlicht genootschap dominees, die daarmee het werk van andere genootschappen en
personen dunnetjes overdeden. De visie op de kerk als organisatie met leden:
typisch verlicht. Volksopvoeding, geloofsopvoeding, een vooruitgangsgeloof
waarin alles, zeker in de kerk, steeds beter wordt: Echt verlicht.

Geen wonder: rond 1780 floreerde de Verlichting in Nederland
mede dankzij de vele dominees en enkele priesters die een belangrijk aandeel
hadden in letterkundige en natuurwetenschappelijke genootschappen. Ds Martinet,
gereformeerd, publiceerde de catechismus der natuur, het eerste vogelboek was
van de remonstrantse emerituspredikant Nozeman, de doopsgezinde Nieuwenhuyzen
richtte de maatschappij tot nut van ’t algemeen op.

Misschien heeft hun inbreng, en die psalmberijming, en dat
genootschappelijk denken, en die organisatie van de kerk als club of als
vereniging inderdaad zijn langste tijd gehad. Dan is de Verlichting nu
uitgewerkt, en gaat de kerk van de toekomst er anders uitzien. Dan praten we
over de kerk als over cellen of kernen, beweging of slinger door de tijd. Maar
dan toch blijven de bronnen belangrijk, en het ontsluiten ervan. En het delen
in ontdekkingen, het delen in ervaringen van vreugde en pijn – voor je het weet
heet dat dan ook weer ‘kerk’.

‘Sinds de Verlichting’ – het is als met een krachtterm,
mensen stoppen na te denken. Het is een heel onverlichte term, want wat
betekent dat woord nu eigenlijk toch? Woorden… net als met Verlichting is het
ook met ‘kerk’ maar gissen wat mensen er mee bedoelen. ‘Kerk’, er is zat ‘kerk’
waar we niet meer op zitten te wachten. Maar er is ook zat ‘kerk’ die ruimte
biedt voor meer dan het gewone. Licht, leven, liefde worden gedeeld, de dood is
er geen onbekende, maar dood en angst hebben er niet het laatste woord. Een
vindplaats, een zoekplaats, een oefenplaats, een uitvalsbasis, en sommigen
noemen het: ‘kerk’. Hoe verlicht kan je zijn?

Een veelzijdige verstandhouding, Religie en Verlichting in Nederland 1650-1850 –
red. Ernestine van der Wall, Leo Wessels, uitg Van Tilt, artikelen bij het thema. Inmiddels tweede druk. Zie ook Verlichting in Nederland 1650-1850,
Vrede tussen Rede en Religie? Jan Wim Buisman (red.)


* In 1988 promoveerde
ik op ‘Het conflict rond Antonius van der Os, predikant in Zwolle 1748-1755’,
en portretteerde Van der Os daarin als een typisch voorbeeld van de
Verlichting. Later schreef ik over de Psalmberijming van 1773 en de
Evangelische Gezangen van 1806, ook al zo verlicht. Mijn studies pasten in de
historische context, en sloten aan op meer soortgelijk onderzoek naar de
beweging van de Verlichting in Europa. Een tijdje is nog gespeeld met
onderscheidingen tussen ‘radicale’ en ‘reformatorische’ Verlichting, maar die
werkten toch ook niet goed. Globaal wordt de V. nu gezien als die brede
beweging die een snelle verbreding en verdieping van kennis en inzicht paarde
aan het loslaten van oude systemen en het zoeken naar een nieuwe orde.
Paradoxaal genoeg zijn ook emancipatiebewegingen als het ontstaan van vrije
kerken overal in Europa, bijv. de Afscheiding 1834, tekenen van een verlichte
tijdgeest, juist ter behoud van oude ideeën. Geschiedenis is veel veelzijdiger
dan sommige mensen kunnen bevatten!