Het was in de tijd dat alle enquêtes nog per post gingen. En
dat alle post uit kerkelijke kring netjes beantwoord werd. Meneer pastoor had
de vragenlijst ingevuld. Het ging over het celibaat. De moeilijkste lijst ooit –
hier had hij eerlijk gezegd nog niet zo over nagedacht. Maar toen hij klaar
was, de naamloze lijst in de envelop, de envelop al wandelend naar de
brievenbus gebracht, begon hij alles nog eens op een rijtje te zetten. En hij
besloot ermee te stoppen. Dit was nergens goed voor. En zo voegde hij zich bij
de groeiende groepen uittredende geestelijken uit de jaren 1950 en 1960.

Dóet onderzoek ook wat? Verandert er iets met de
werkelijkheid als buitenstaanders er naar kijken? Een kind dat speelt verandert
zijn gedrag als het merkt dat de mensen eromheen stil blijven staan. Voor mij
is interessant wat er aan de kerk verandert als die met sociologische blik
bekeken wordt. Als de kerk, of de kerkelijke gemeente, dingen gaat doen en
woorden gaat zeggen die aansluiten bij wat ze net over zichzelf gelezen heeft.

Zolang als ik predikant ben speelt dat een rol. Een van mijn
mede-studenten opende een proefpreek, we spreken over 1979, met de zin: ‘Het
gaat slecht met de kerk’. Het werd onderwerp van gesprek, kritiek, overdenking.
Welke werkelijkheid dring je de mensen zo op? De zin voegde zich in een rijtje:
‘Wie de jeugd heeft heeft de toekomst’, een angstige kreet, die een aantal
fouten aan elkaar koppelt. Niemand heeft iemand, een toekomst laat zich niet
afdwingen bijvoorbeeld. Het is allemaal spreken, denken op grond van een
voorziene tendens: ‘Het gaat niet goed en het moet beter gaan.’ Helaas, ik
vrees dat met de Actie Kerkbalans straks nog steeds kerken op deze manier
trachten te werven. En daarmee mensen van hun zo beschreven zinkend schip
afjagen.

De onderzoekers die in de jaren 1950 op verzoek van de
bisschoppen onderzochten wat er ging veranderen in de kerk deden dat met een
doel. Moesten er nog wel kerken worden gebouwd? Zou het kerkbezoek niet gaan afnemen?
De gezinnen kleiner worden, minder jongens priester willen worden, minder jonge
vrouwen en mannen moniaal? De voortrekkers waren zelf bezield geestelijke,
franciscaan, gedreven door de wil de kerk te dienen. Ze konden een voorbeeld
nemen aan collega’s die op verzoek van de Hervormde Kerk al soortgelijke
studies deden. De jaren na de oorlog lieten immers zo heel veel veranderingen
zien!

Walter Goddijn, OFM, midden, tijdens het pastoraal concilie Noordwijkerhout 1968. Goddijn was directeur van het KASKI, Katholiek Sociaal-Kerkelijk Instituut.

Inmiddels zijn we twee generaties verder, en kunnen we zien
hoe de beschrijving van de situatie, de eigen biografie van de schrijvers en de
gehoopte toekomst met elkaar haasje-over deden. Chris Dols schreef er een
proefschrift over, een gewaagde onderneming. Een van de mensen die hij opvoert
is die priester die na het invullen van de enquête ermee stopte. Goed, dat deze
verhalen vastgelegd worden, en ons nu ook helpen.

Ik merk dat het me bezig houdt. Wie kijkt naar de toekomst
kan niets meer dan lijnen van nu doortrekken. Nieuwe lijnen, nooit voorziene ontwikkelingen ontbreken
in het plan. Hij, zij kon níet vermoeden dat er ooit een mobiele telefoon zou
komen, een internet, sociale media. Hij kon níet vermoeden dat binnen de
burgermaatschappij jonge mensen zelf zouden kiezen voor een leven op een
bestaansminimum, en daar gelukkig mee zouden zijn. Zij zou nooit verwachten dat
christenen uit allerlei werelddelen elkaar ontmoeten in de steden en dorpen van
Nederland. Hij zou amper hebben kunnen denken dat 50ers, 60ers de omgekeerde
weg zouden gaan, naar een kerk toe die sinds hun jeugd van gedaante veranderd
is en hen nu wél welkom heet. Zij zou niet bedacht hebben dat jonge mensen met
gemak een ooit ouderwets genoemde vorm van geloof zouden omarmen, als veilige
haven. Dat kerkmuziek veel veelzijdiger werd, dat bijbelvertalingen elkaar aan zouden
vullen, dat doordeweekse vormen van geloven, inloophuizen, maaltijden, wandelingen
de kop zouden opsteken.

Het sterkt me in de wens vooral in het nú kerk te zijn. Wat
is nú haalbaar? En welke wegen houden we nú open naar morgen? Ik weet het,
bedrijfseconomisch is het wat mager. Ik kan niet een boude voorspelling doen,
zoals de aartsbisschop van Utrecht: straks nog 30 kerken in het hele
aartsbisdom van Enschede tot Woerden. Ook bij hem springen de beschrijving van de situatie, de eigen biografie van de schrijver en de gehoopte toekomst met elkaar haasje-over. Maar mijn persoonlijke wens is dan ook
veel minder scherp omlijnd, dan die van Eijk: ‘alleen daar is kerk waar een priester de mis dient.’ Ik houd liever wat wegen open, en hoop dat het Woord zal spreken, de Geest zal
waaien.

Laat het onderzoek me helpen het heden te vatten, te zien
waar nieuwe wegen mogelijk zijn. En verder gewoon maar doorgaan, kerk te zijn
ter plekke.

Naar aanleiding van de promotie, 22 december, van Chris
Dols, Radbouduniversiteit Nijmegen. Met dank aan een van de daar aanwezigen.
Persbericht Universiteit:

Chris Dols, Fact factory. Sociological expertise and
episcopal decision making in the Netherlands, 1946-1972

In dit proefschrift analyseert Chris Dols de relaties tussen
sociologische expertise en bisschoppelijk beleid in de eerste decennia na de
Tweede Wereldoorlog. Hoewel de katholieke kerk en de sociologie geen voor de
hand liggende combinatie lijken te zijn, vonden bisschoppen dikwijls de weg
naar sociologische onderzoeksinstituten. Op hun verzoek berekenden
godsdienstsociologen aantallen kerkgangers. Verder namen godsdienstsociologen
zitting in adviescommissies en waren zij actief in de organisatie van het
Pastoraal Concilie (1966-1970), dat beoogde het Tweede Vaticaans Concilie
(1962-1965) te vertalen naar de concrete Nederlandse situatie. Hun waarheid
stuurde de manier waarop bisschoppen de hen omringende wereld begrepen. Kern
van deze waarheid vormde de conclusie dat de kerk in Nederland werd geraakt
door diverse crises zoals de roepingencrisis en de celibaatscrisis. Dergelijke
crises vroegen volgens godsdienstsociologen om beleidsmatige koerswijzigingen,
die er ook daadwerkelijk kwamen en die de relatie tussen de Nederlandse
Kerkprovincie en de Heilige Stoel hevig onder druk zetten.

Een handelseditie van het proefschrift zal in het voorjaar
van 2015 verschijnen bij Uitgeverij Valkhof Pers.
Foto Goddijn: Wikipedia http://nl.wikipedia.org/wiki/Walter_Goddijn