Enorme, lelijke, gele borden op het strand bij Camperduin.
Er is gewerkt. Langs de kustlijn loopt het strand dood. Dan moet je dus
omlopen. Dat is zielig. Of: daar is over geklaagd. Toeristen zijn heilig.
Vandaar die grote lelijke borden. Want omlopen en ander ongemak hoort niet bij
de strandervaring. Ongemak hoort er helemaal niet bij, liever, bij het leven.
Hadden ze niet kunnen waarschuwen?
Nou ja, dat ene bord, of die twaalf borden, waar maak ik me druk over? Over het
idee, denk ik, dat alleen wat op rolletjes loopt het leven waard is. Terwijl de
meest bijzondere dingen op omwegen ontdekt zijn. Of in uithoeken ontstonden. Of
door zwakken en mislukkelingen zijn opgevangen, ergens in een vergeten hoek van
de geschiedenis, bij een volk van zwervers en vluchtelingen, in de woestijn
verdwaald. Er stond geen bord. Ze liepen 40 jaar om. En vonden een woord dat
leven biedt. Niet: ‘gij zult niet omlopen.’ Maar: ‘heb God lief, en je naaste
als jezelf.’ Dat is nu een tekst voor op een bord op het strand. Welk strand?
Daar hebben we het over, deze maanden…

(Nog wat: denk erom, geen windmolens op 10 km afstand in zee , want dat vervuilt de horizon.
En dan dat ‘richting Camperduin volg C’. Alsof het een meerkeuzemenu op een drukke kruising is. Inderdaad, A en B bestaan niet hier. En C is gewoon, ‘houd de duinen rechts’. Om te zwijgen over de Wijdse Duitse Tekst, ‘Umleitung C’.)