13 september, Zeist – bij de mis van de Assyrische Kerk van het Oosten.
In Iran, Irak, Syrië vieren christenen al vele eeuwen een
feest op 13 Ellul, zeg maar: 13 september. In het jaar 326 vond keizerin Helena
op die dag het kruis waaraan de Heiland stierf. Dat kruis was begraven na zijn
dood. Toen de barbaarse en kannibalistische Hunnen oprukten – zo vertelde de
priester het verhaal na- kreeg keizer Constantijn een droom: hij moest christen
worden en het kruis aannemen. Dat hielp, maar niet voor lang. Toen kreeg
keizerin Helena een droom. Zij moest het echte kruis zoeken en vinden.

In Jeruzalem vond ze echter niet één, maar drie kruizen.
Welk zou de echte zijn? Toevallig kwam net een rouwstoet met dode langs. Ze
beval de dode op kruis 1 te leggen – zoiets doen keizerinnen gewoon – , daarna op kruis 2. Geen effect. Maar zodra
de dode kruis 3 raakte kwam hij weer tot leven. Dit derde kruis ging in stukjes
en beetjes verder de wereld over, vooral naar Rome. De vinders van het kruis
waren zo blij dat ze met vuurbakens het nieuws zo snel mogelijk naar Rome
doorgaven: vandaar dat op 13 Ellul het feest van het licht en het vuur is, waarbij jonge
mannen over vuren heen springen.

‘Zulke mythes, daar houden we van’, zei een wat nuchterder
parochiaan van de Assyrische kerk. Mythe – niet waar gebeurd. Maar twee meisjes
van de kerk hadden besloten het na te spelen, deze dag, na de gezamenlijke maaltijd.
En opeens gebeurde er iets. De sterke jonge man die daar liep met een kind, in
een doek gewikkeld, kon zo uit een krantenfoto zijn gestapt. Achter hem de
rouwende vrouwen, hoofden met sluiers bedekt. Totdat het kind op het kruis
terecht komt is de scene doods. Dan komt leven tevoorschijn.

Zo geloven ze, hier in Zeist, en voelen ze zich verbonden
met de vele gedoden en gemartelden, de velen die lijden onder de tirannie van
haat en superioriteitsgevoel, in de landen waar ze vandaan zijn gevlucht, twintig, tien, vijf jaar geleden. Het lijkt of ze zeggen willen: ‘Vind het kruis en
je vindt je kracht’. De liturgie, de traditie van de kerk van meer dan duizend
jaar terug, springt in het verre noorden en westen van Europa weer naar boven.

(En o ja, wie het verhaal over het kruis te bizar voor
woorden vindt: het lijkt wel sterk op 2 Koningen 13:21: ‘Toen de plunderaars eraan kwamen, werd er juist iemand begraven. Snel
wierpen ze de dode in Elisa’s graf. Zodra hij in het graf in aanraking kwam met
het gebeente van Elisa, kwam de dode weer tot leven en stond hij op.’)

(In de r.-k. kerk zijn alle feesten afgeschaft die geen zuivere historische wortels hebben; dit feest, daar traditioneel op 3 mei gevierd, heeft plaatsgemaakt voor de Kruisverheffing, op 14 september (!). In de traditie van de Assyrische kerk is 14 september het feest van de martelaren, allen die het kruis hebben gedragen om Christus’ wil. Hun gedachtenis, zo vertelde de diaken me, trilt mee op 13 september, zoals Allerzielen ook vaak Allerheiligen kleurt. Zie evt ook
https://nl.wikipedia.org/wiki/Heilige_Kruisvinding )