De één woont nu een aantal jaar in Nederland, gevlucht uit
Syrië, en gaat steeds meer de zondagse kerkdienst missen. Thuis was die zo heel
gewoon, die hoorde bij het dorp waar ze vandaan komt. De ander is naar
Nederland gekomen als au-pair, van de Filippijnen, mee met een familie die je
daar goed voor betaalt. Maar waar kan je in je eigen taal God loven, en bidden
voor je kinderen thuis? Nog iemand anders vluchtte uit de bergen van Myanmar, van
het volk van de Karen, lid van een christelijke minderheid die steeds meer
onderdrukt wordt. Is er iemand die samen met jou bijbel wil lezen? En zo wil je
dan opnieuw beginnen, voor je geloof op een nieuwe plaats een herkenbare vorm
zoeken.

Eeuw in eeuw uit komen en gaan mensen grenzen over. In
Nederland kwamen eerder de gevluchte Zwitserse doopsgezinden, de Franse
hugenoten, Duitse luthersen en rooms-katholieken. Ze vonden een kerk als thuis,
soms met moeite, soms met steun óf tegenwerking van de overheid. En nu, hoe
gaat het nu?

Verdwaald in de kerk

De mensen uit het voorbeeld, en tienduizenden andere
christenen van overal en nergens, wonen in Nederland. Vanaf de komst van Chinese
christenen, vaak uit Indonesië, nog in de jaren dertig, begint die stroom op te
vallen. Vaak kunnen enkelingen een goed onderdak vinden in een bestaande kerk,
zeker als de taal geen probleem is. In sommige Waalse gemeenten is de helft van
de leden nu afkomstig uit Afrikaanse Franstalige landen. Maar vaak voelen mensen
zich toch verdwaald in een typisch Nederlandse kerkdienst. Ze missen hun taal,
het contact met mensen die een zelfde achtergrond hebben. Bidden doe je toch
het meest vanzelfsprekend in je eigen eerste taal. Daarnaast is voor hen zondag
echt een dag voor ontmoeting, maaltijd met anderen, kinderen die samen spelen,
ontmoeting van familie en vrienden, van enkelingen en groepen. Maar waar? Een
buurthuis huren mag soms niet eens meer – ‘we doen niet aan religie’, zegt de
overheid dan…

Gelukkig zijn er veel plaatsen in Nederland waar christenen
elkaar helpen. De baptisten in Ede die de Karen-christenen in hun ruimte laten,
een protestantse wijkkerk in Utrecht waar de Chinese christenen onderdak
vinden, de Nederlands-gereformeerde kerk
in Dordrecht waar ook Vietnamezen gebruik van maken, de Nigeriaanse
Breakthrough Sanctuary Parish uit Nigeria die in Den Haag een kerk van de
protestantse gemeente overneemt. En, in Zeist, de Mar Benyaminparochie die de
NoorderLichtkerk deelt met een van de gemeente van de Protestantse Gemeente
Zeist.

Kerken delen

Over deze en meer projecten is een boekje uitgekomen,
‘Kerken delen’. Het gaat uit van de koepelorganisatie die christenen met elkaar
verbindt. Interviewers als Madelon Grant, Hans Eschbach, Arnold van Heusden
schetsen beelden van heel verschillende geloofsgemeenschappen. Soms gaat het om
gezamenlijk gebruik, soms om verkoop, soms om een ruiling. Maar er zijn ook wel
een paar dingen die in alle gevallen opgaan. Voorop staat de overtuiging dat we
als christenen, zusters en broeders, aan elkaar zijn toevertrouwd. Daarna komt
het zakelijke. Soms is er weinig geld. Binnen een migrantengemeenschap zijn de inkomens
vaak laag, en dan hebben ze ook nog eens de wil om familie die achterbleef te
ondersteunen. Vaak is dan wel weer praktische hulp mogelijk: het regelmatig
schoonmaken van de kerkzaal, het naaien van nieuwe kleedjes voor de tafel.

Daarnaast is het ook steeds belangrijk om goed en open
contact te hebben. Voor Nederlanders kan het nodig zijn dat ze zich afvragen:
heb ik dit op de goede manier gevraagd? In veel culturen is ‘nee-zeggen’ heel
onbeleefd, en op een voorstel dat niet goed uitkomt krijg je dan dus geen
reactie… Er zijn ook heel praktische vragen, over gebruik van
geluidsinstallatie, kerkomroep, doopvont. Voor sommige kerken is de ruimte waar
de priester staat, rond het altaar, heilige grond, en dan moet je daar kort
voor hun dienst niet nog even overheen gaan lopen om iets op te halen. Mensen
komen naar deze diensten vaak vanuit een grote omgeving, misschien wel het hele
land. Houd er maar rekening mee dat ze eten en drinken, contact hebben, rond
het weggaan nog een poosje buiten napraten. Weten de buren van de kerk daar dan
ook van?

Verwondering

Wat je proeft in alle verhalen: de verwondering. Wij geloven
één heilige, algemene, christelijke kerk? Hier kom je opeens in je eigen gebouw
andere gestalten van die kerk tegen. Dan merk je dat dat woord ‘algemeen’ niet
zomaar een woord is, maar dat daar eigenlijk ‘kat-holiek’ staat, dat is: over
het geheel van deze aarde uitgestrekt. Als in de ene gemeente verdriet is,
leeft de andere mee. Bij een aanslag in Syrië bidden de Nederlandse broeders en
zusters mee met hun Assyrische geloofsgenoten. De tegenslagen van het volk van
de Karen in Myanmar krijgen voor de baptisten in Ede een gezicht. En misschien
klinkt zo’n naam van een Nigeriaanse kerk wel wat lang en overdreven:
Breakthrough Sanctuary Parish. Maar dat de kerk een ‘sanctuary’ mag zijn, een
heilige veilige vluchtplaats, dat is toch een boodschap op zich! Zo kijken, met
de ogen van anderen, kan ook ‘oude kerken’ helpen om opnieuw te beginnen.

In de Chinese kerk in Utrecht hangt dit bord aan de muur: om dank te delen. In elke kerk, en zeker die uit andere culturen, vind je elementen die nieuw zijn, op andere ideeën brengen!

In mei werd dit boekje aangeboden aan dr. René de Reuver, de
scriba van de Protestantse Kerk Nederland, die als predikant in Den Haag ook
zo’n kerk-deling had meegemaakt. Het is een initiatief van SKIN Rotterdam
(SKIN=Samen Kerk In Nederland), van Kerken voor Kerken, van Sopak en van
netwerk Connecting Churches. Er staan ook wijze adviezen in van een
vastgoedkenner en een notaris. Het is een uitgave van Kameel.nl .
Ds Rneé de Reuver neemt het boek ‘Kerken delen’ in ontvangst, uit de handen van de voorzitter van Kopak, pastor Ola Asubiaro.

Dit artikel verscheen in Opgang september 2017, themanummer Opnieuw Beginnen.