Wat is het geheim van een goede samenwerking tussen twee
kerken die samen één gebouw delen? Waarin versterk je elkaar, stimuleer je de
ander? Wat maakt dat het meer is dan een commerciële actie tussen een verhuurder
en een huurder?

Op een avond in het Wereldhuis in Houten zaten we in een
kring om daarover te kunnen spreken. ‘Connecting Churches’, hoe kunnen geloofsgemeenschappen
en kerken van hier en van overal vandaan samen het lichaam van Christus
verbeelden, in de samenleving? Lene, van de Assyrische kerk van het Oosten, vertelde
over de manier waarop zijn Mar Benyaminparochie zich thuis voelt in de
NoorderLichtkerk. In het gesprek dat ontstaat komen veel details boven tafel.
Maar één punt blijft ongenoemd. Gewoon, omdat westerse christenen, van protestantse
of evangelicale achtergrond, daar uit zichzelf niet opkomen.

Het is dominee Emad Thabet die de vraag stelt. Hij is
Egyptisch theoloog, voorganger van de Arabische gemeente in Amsterdam in de
Elthetokerk, in Oost. Hij groeide van huis uit calvinistisch op, in die grote
groep van 1 miljoen ‘presbyterian christians’. Zijn kerk ontstond uit
zendingswerk van Schotse en Amerikaanse gereformeerden. ‘Kunnen jullie elkaars
spullen gebruiken? Is er geen ongemak over de heilige plaats in de ruimte?’

Hij spreekt uit ervaring. Voor veel oosterse christenen is
de kerk als zodanig heilige ruimte. Het altaar mag slechts door enkelen genaderd
laat staan aangeraakt worden; eerbied is ingebakken, of, zoals we nu zeggen, zit
in het DNA. Voorbij de ikonenwand komt bijna niemand. Het idee dat op een ander
moment van de zondag andere christenen daar heel anders mee omgaan kost heel
veel moeite. Kerkgebouw delen tussen heel andersoortige kerken is vragen om
moeilijkheden.

De Assyrische kerk van het Oosten valt niet onder de
orthodoxe kerkfamilie. Ikonen vind je niet in haar kerkgebouwen. Andere dingen
zijn wel weer te vergelijken: in de liturgie richt de gemeente zich op het Oosten.
Priesters, altijd man, mogen getrouwd zijn, maar de bisschoppen worden gekozen
uit degenen die als moniaal, monnik, leven. De liturgie is voorgegeven, in een
stramien dat altijd doorgaat, een ruim uur van rust en ruimte in de veranderlijkheden
van de tijd. Rond het altaar vind je alleen mannen met de wijding van akoliet,
diaken of priester.

Maar anders dan bij de orthodoxen: als een priester gewijd
wordt ontvangt hij van de bisschop een stukje ‘heilige grond’. Vanaf
het moment dat hij deze gewijde tegel ergens neerlegt, is deze plaats heilig.
En
raapt hij hem weer op, dan vervalt de wijding van de plaats.

Vandaar dat het ook kan, dat daarvoor en daarna anderen rond
het altaar staan, dat dan voor de NoorderLichtgemeente de tafel heet. Hier
delen we de gebeden, de gaven, brood en wijn – maar de gedachte dat het de
heiligste plaats van de kerk zou zijn leeft niet echt. Heiligheid kent geen
plaats?

De Egyptische dominee hielp ons er nog eens over door te
praten. Zo besef je dat eigenlijk toch ieder wel een gevoel van heiligheid
kent, in de kerk, een gevoel dat boven komt als een kerk van functie verandert.
Of als er een modeshow gepland wordt, of een toneelstuk gaat worden opgevoerd
waar mensen moeite mee hebben.

Een mobiel stukje heiligheid. Dat herkennen we, als we er
langer over denken. Als de kaars ontstoken wordt bij een ziekbed. Als aan boord
van een schip van de marine de dominee of aalmoezenier een kruis op een tafel
zet, en een kelk met gewijd brood. ‘Anders dan alle andere plaatsen’.

Mooi, zulke
gesprekken over wat ons bindt en scheidt. Wie een vreemde kerk op bezoek krijgt
leert zichzelf ook beter kennen! Als ze bij u aankloppen, open dan hart en
deur, en merk hoeveel je elkaar te bieden hebt!

Over ds Emad Thabet in Amsterdam, zie dit artikel in Trouw . Over ‘Kerken delen’, zie het boekje van Skin Rotterdam met deze titel,
waarover ik in een eerder blog schreef.

na de mis, als de priester ‘de heiligheid weer heeft opgeheven’, helpen de kinderen graag mee met het weer opruimen, en het oprollen van de kleden. Deze foto Roel Bosch, de andere Samuel Ibrahim, van de site van de Mar Benyaminparochie.