Raar idee. Vorige week donderdag, kort voordat Nederland op slot ging en de kerk dicht moest, zat groep 7 in de kerk. Spelletjes doen met gemeenteleden, of praten met de dominee. Nu vind ik een briefje met vragen, achtergelaten door een van de kinderen, in een lege kerk.
Ik herinner me die vraag wel: deze had ik nog nooit gehad. ‘Kan je als je predikant bent nog iets anders in de kerk doen?’ Dat was niet zo’n gemakkelijke. Voor hem was het serieus, dat zag ik. Ik had al wat verteld, over mijn taken, wat ik zo in een week doe. Voor kinderen en grote mensen toch vaak een andere wereld.
Anders … dan wat mensen denken dat de predikant doet? Of: anders dan wat mensen denken dat de kerk doet?
Het werd een leuk gesprek. Dat ik ook kan gaan wandelen, als predikant, met een groep mensen. Of een afwas doen, samen, na een ontmoeting. Of zingen in het koor, de cantorij. Of, denk ik nu, samen met een lukrake groep gemeenteleden om de tafel zitten, op anderhalve meter afstand, ja dat wel, om te bedenken hoe het nu allemaal anders kan, nu de gewone kerkdienst en het gewone pastoraat niet kan. Nooit een saai moment!

Mooi dat een kind deze vraag kan stellen. Grote mensen beginnen daar vaak niet aan. ‘Nog iets anders’… mensen van buiten hebben vaak een strak idee over wat ‘wij’ in de kerk doen en laten, vinden en menen, geloven en zeker weten. In deze dagen, van een nieuw perspectief, van vreemde ontwikkelingen, blijkt het dan toch heel anders te zijn. Ja, we bidden om steun en kracht, en ja, we kijken naar elkaar om, en nee, we hebben met elkaar een groot scala aan gedachten over ‘God’ in dit alles. Van ‘God is boos’ tot ‘God heeft pijn’ tot ‘God is de grote Verborgene’. En hoe vreemd, ook als het om mensen gaat komt een groot scala voorbij. Steeds weer anders, steeds weer een andere soort ontmoeting.
Mooi, dat kinderen hun vragen kunnen stellen. Ik wens ze toe dat zij ook steeds het andere zoeken, open staan voor anders-zijn, nieuwsgierig naar al die kansen om mens te worden.