David Scott is een collega van me, predikant met emeritaat, hij woont nu in een ‘care home’ in Engeland. Hij schrijft ook gedichten. De uitgever van een van zijn bundels plaatste met Pasen dit gedicht van hem online. Het raakte me, ik gaf het door in de Paaspreek. En nu dan hier in mijn blog.

Pasen (III) – David Scott

Het lege graf was als een open mond,
zo wezenloos, zo onverhoeds. Slechts kleren
waren over, lam als een gebroken hart.
Het miste alle leven, geen hoop vulde het gat,
geen spoor te volgen, niets om aan vast te houden,
zelfs engelen ontbraken. Zo zag ik mensen, weg.

Toch: toen tijd verstreek en schuchter licht
de mussen en de leeuwerik liet zingen,
hoorde ik de toon waarvoor ik eerst nog doof was.
Niet te vroeg en niet te laat, voordat
de dauw verdwenen was, ze waren lang nog,
strepen schaduw, strepen licht, kon ik het woord
geloven voordat iemand het ooit zei.
Het graf was leeg, mijn hart was vol.
De liefde voegde Christus bij elkaar en maakte hem heel.

Easter (III)

The empty tomb was like a mouth aghast,
all presence gone and so fast. Only clothes
remained, limp like a broken heart.
It lacked all life, no hope could fill the void,
no clues to follow, or hints to clutch at,
not even angels. I have seen men as such.

Yet as the minutes passed, and the thin light
inspired the sparrows and the larks,
I heard a tune that earlier I was deaf to.
Not too early and not too late, before
the dew had dried and in the length
of shadow and of light, I could believe
the tale before ever I was told.
The tomb was empty but my heart was full.
Love pieced together Chist and made him whole.

David Scott, Beyond the Drift, New & selected Poems