In mijn boekenkast kwam een boek terecht met het woord ‘modern’ in de titel. Het ligt wat uit elkaar, het papier is geel, er staat een paar keer een prijs in potlood in genoteerd. Heel wat handen ging het door. De belettering is ‘modern’, ja, zonder hoofdletter, stevige letters zonder schreef, rood op zwart. Een jaartal vind je niet bij de gegevens, maar in de inleiding is het toch te dateren: de Engelse oorsprong verscheen in 1933. Van ‘The Psalms for modern life, interpreted by Arthur Wragg’ kwamen in twee maanden vijf drukken op de markt.


Een uitgever bracht deze uitgave graag naar Nederland, en vroeg aan prof. H.Th. Obbink om het boek in te leiden en er zijn psalmvertaling voor af te staan. En zo staat het in mijn kast, 150 psalmen met platen.
De illustrator, geboren in 1903, is hier degene die de leiding heeft. Als reclametekenaar verdiende hij zijn brood, zijn werk was in trek. Ondertussen zag hij de wereld om zich heen verkruimelen. Vanaf de Great War was het kommer en kwel geweest, met de Spaanse griep als ramp na de ramp. Toen de samenleving wat beter ging draaien kwam de Beurskrach van 1929, waaraan ook Engeland diep te lijden had. In sommige streken raakte 70% van de beroepsbevolking werkloos. Arthur ontwikkelde weerzin tegen het onrecht, de onderdrukking; tegen het systeem van onbetaalbare medische zorg, van ontslag zonder rechten, van het maken van wapens die nog erger zouden worden dan die in de vorige oorlog. In de socialistische pers ga je zijn platen tegenkomen. Het grote geld, de ophitsers, de oorlogsmakers, de mensen die de armen uitzogen – hij beeldde ze uit, veelzeggend zonder woorden. Toen kwam hij hen tegen in de psalmen en maakte zijn eigen boek, voor eigen risico. Uiteindelijk zou het 10 drukken beleven, en grote invloed hebben op de visie van velen. In zwart en wit, clair-obscur, etste hij een wereldbeeld dat velen bij zou blijven.
Het woord ‘modern’ klinkt licht en luchtig, opgeruimd. De eerste betekenis zouden we haast vergeten: hodierna, het leven van vandaag, deze dag. Het leven zoals we dat nu om ons heen zien, waaraan we niet kunnen ontkomen. Zo moeten we de platen zien – als krantenfoto’s bij de oude bijbelse tekst. Dat levert vonkende beelden op.
Neem de plaat met dansende mensen in de drukte van het uitgaansleven. Daarnaast de tekst uit de psalm ernaast, Psalm 82,5: in duisternis wandelen zij voort, alle grondvesten der aarde wankelen. Die feestvierders brengen de aarde aan het wankelen. Zij hebben het goed ten koste van het loon van de arbeider, dat naar hen roept.
– – –

Dan komen we bij Psalm 102: 21 een bekend gezicht tegen. ‘Om het zuchten der gevangenen te hooren en ontkoming te schenken den kinderen des doods’, met daartegenover de kop van Mahatma Gandhi, diverse malen gevangen gezet door de Britse overheid in India.

Of die plaat van een reus van een rijkaard, met aan zijn voeten de zwetende en zwoegende kleine mensjes van de dag: ‘gladder dan vet is zijn mond, maar zijn binnenste is strijd’, Psalm 55,22.
– – –

De Psalmen voor het moderne leven – ze spatten van het papier.
In een volgende bijdrage: oorlog en vrede.

Zie over Wragg:
https://illustrated-books.co.uk/arthur-wragg-penmanship-poverty-and-war/


Judy Brook, Arthur Wragg, 20th Century Artist, Prophet and Jester. Edited by Christopher and Helen Wright. Published by Sansom & Company, Bristol, England, 2001.