Mooi hoor, roeping, je kunt er lang over praten. De lezing uit Samuel begint met Eli. Zijn roeping zwijgt, zijn ogen zijn dof. Hij hield een beloftevolle jongen onder zijn hoede, schiep de voorwaarden waarin Samuel zijn roeping kon horen en herkennen. Maar zelf bleef hij leeg en zonder woorden. Het valt niet mee om een heilige taak vol te houden als je hele omgeving met andere dingen bezig is. Om te kunnen luisteren naar de Eeuwige is stilte en rust nodig, geen kinderen die de boel op stelten zetten of kerkmensen die van alles iets anders vinden of een wereld die met veel kabaal zijn eigen normen stelt. En ook: geen eigen ziel en lijf die dwaalwegen inslaan.
Laten we het vandaag ook hebben over taai en moedig je taak doen, blij zijn als je maar één mens hebt geholpen een stem te horen. Als je maar één mens hebt laten op-horen. Als je maar één keer een lied hebt laten klinken waarin de Stem van de Eeuwige zich liet horen.

We bidden voor wie leeft zonder roeping.
Voor wie gewoon doet wat gevraagd wordt.
Voor wie met of zonder mopperen een ander een hand reikt.
Voor wie een bericht doorgeeft waar ze zelf geen deel aan heeft.
We bidden voor wie roeping een woord van vroeger is geworden.
Teleurgesteld in mensen, teleurgesteld in u, teleurgesteld in zichzelf.
We bidden voor wie het niet meer durft, oren te openen in de nacht,
op te staan voor die andere stem, die hoopvolle gedachte.
Dat uw roeping mag spreken in de stilte waarin niets meer hoeft en moet.

De Eerste Dag, winter 2021-2022, bij zondag 23 januari.

Naast de lezingen 1 Samuel 3,1-10 en Johannes 1,35-52 uit het Oec. Leesrooster