Ieder jaar is het weer kiezen: welke lezingen gaan we horen in de Paasnacht? De oude liturgie van de Paaswake heeft 12 bijbellezingen, van Genesis door tora en profeten heen, via de brieven naar het Paasevangelie. In een kloosterkerk trekken ze daar gerust drie uur voor uit, of zelfs een hele nacht, maar in een gewone gemeente selecteren we, knippen we er stukjes uit, het is toch mooi als we na een ruim uur klaar zijn. Morgen komt de Paasmorgendienst toch ook nog! Trouwens, ook wie ze alle 12 leest krijgt een beperkte selectie, met veel knipwerk.
En zo komt het dat ik alle jaren de lezing uit Ezechiël 36 over het hoofd zag. Vier verzen, over mensen die een ander hart krijgen, mooi, maar het is nóg weer een beeld van een mens erbij. Totdat ik dit jaar eerder begon, in de verzen die niet in het rooster staan:
Mensenkind, profeteer tegen de bergen van Israël,
zeg tegen de bergen en tegen de heuvels,
tegen de rivierbeddingen en tegen de dalen:
“Dit zegt God, de HEER: bergen van Israël,
jullie bomen zullen weer uitlopen en vrucht dragen voor mijn volk Israël,
want hun komst is ophanden.
Ik zal mij naar jullie toewenden, en jullie zullen weer worden bewerkt en ingezaaid.
Ik zal veel mensen op je laten wonen, heel het volk van Israël,
en de steden zullen weer worden bewoond, de puinhopen weer worden opgebouwd.
Er zullen veel mensen en dieren op je wonen,
en ze zullen talrijk en vruchtbaar zijn.”

Ezechiël 36, fragmenten van vers 1-11, NBV21
Schokkend haast, hoe direct de profeet de ‘natuur’ aanspreekt. Dat woord bestaat helemaal niet in de bijbel – het gaat hier over alles wat ons omgeeft, waar wij deel van uitmaken, die hele bewoonbare wereld, de hof van Eden en alles wat zich daaromheen gevormd heeft. God zelf beurt de bergen en heuvels, bomen en rivieren op: jullie doen weer mee in het grote geheel. Niet verpletterd meer door laarzen, door verwoesting, maar verzorgd, vruchtbaar, levengevend, ontvangend, delend.
De Mens in het Midden, dat was lange tijd de manier om de bijbel te lezen. En van de mens dan vooral de ziel die gered moest worden. Dan is zo’n lezing als deze schokkend: de profeet ziet alles als in één beeld, en als hij iets moois wil schilderen doet alles mee. Het helpt mij om de psalmen die zingen van bomen, rivieren, bergen beter te begrijpen. Het is niet ‘maar beeldspraak’, maar het is een manier van kijken die de mijne wil veranderen. Zie je het landschap? Soms pijnlijk gekwetst, schuldig door de veldslagen, de massamoorden, de vernietiging – als het aan God ligt gaat dat voorbij. Ook dat is de bijbel, op weg naar Pasen. Verander je blik, kijk anders, zegt dat oude boek.
En ja, ik zie er ook beelden bij die eerder bij Goede Vrijdag stilstaan. De verwoeste olijfbomen op het land van Palestijnse boern, de steden in Oekraïne die niemandsland zijn geworden. Dan wens ik dat die stem weer klinkt: ‘Mensenkind, roep tegen de bergen, de rivieren, de dalen, de verwoeste steden…’

ook gepubliceerd in de 40dagenblog van de Noorderlichtgemeente