Blog Image

Roel Bosch

Over dit blog

Beschouwingen en teksten, columns en artikelen.
Vrij gebruik in context waar de teksten tot hun recht komen, met auteursvermelding.

Koe in de kreeftenkooi – studieverlof 27

Studieverlof 2012 Posted on vr, mei 11, 2012 18:54:02

8
april – 17 juni: 11 mei

Ze
zit er een beetje sip bij, moeder heggemus. Op de stoep van de keuken brengt ze
haar veren in orde. Geen jong meer in de buurt. Ze had er maar één, en nu is
die ook verdwenen. Terwijl ze me verwijtend aankijkt gaat ze door met poetsen.
Dan zie ik haar partner in het melkkrat zitten. Een kwart pint dunnock… Maar
goed, het voorjaar is pas begonnen, over een paar weken misschien opnieuw
gepiep. Maar dat is natuurlijk een heel onhandige gedachte, bij dit verdriet.

Blijvend op zoek naar hoe de keltische spiritualiteit omgaat met pijn en
verdriet moet ik denken aan een vreemde tekst die ik las. Hij komt van het
eiland Eriskay, waar rond 1900 Father Allan Macdonald priester was. Zijn
liederen zongen we, met Gillebride Macmillan, op Iona. Het verhaal:
‘Our Blessed Lady and the Holy Child’ waren onderweg. Moe van een lange weg
gingen ze op een bankje bij een stenen huis zitten. De bewoners, duidelijk in
goeden doen, deden alsof ze niets zagen. Daarom stonden Moeder en Zoon na een
poosje op en liepen verder. Dichtbij een hut hield een vrouw hen staande. Ga zitten, u zult wel honger en dorst
hebben.
Ze stuurde haar zoon om de koe te halen, melkte (molk?) haar en gaf hen te
drinken; het was alles wat ze had. Maria keek haar zoon vol verwachting aan. Hij
reageerde:
Cow of curses on the hills,
cow of blessings in the creel.
Vervloekte koe op de heuvel,
gezegende koe in de kreeftenkooi.
‘Is het niet erg, als ze alles verliezen?’
, vroeg Maria, die schrok. ‘Dan zal ze nog rijker zijn,’ antwoordde
de zoon, ‘dan heeft ze alleen God.’
Amy Murray, die dit verhaal vertelt, voegt er snel aan toe dat het niet de
priester is die dit zegt, integendeel: hij deelt in lief en leed van zijn
parochie, en wenst ze het beste.‘creel’, kreeftenkooi in een uitvoering met kunststof, op Lindisfarne
Hoe duid ik zo’n verhaal? Is het een weergave van een wreed godsbeeld? Of
probeert het een hand te reiken aan wie door tegenslag na tegenslag geraakt
wordt? Zo waren er velen, in Schotland. Van het oude land verdreven, familie
verloren op zee, anderen door hongerdood getroffen, gevlucht naar Amerika. Waar
heb ik het aan te wijten, dat ik kaal en berooid achterblijf?
Op zo’n eiland was Father Allan priester, bij een arme, gedecimeerde bevolking.
Hier noteerde hij de verhalen van zijn parochianen, zonder commentaar. Hij gaf
hen teksten om te zingen, in het Gaelic. Om zingenderwijs die twee vreemde
gasten te ontmoeten, Maria en Jezus, en hen welkom te heten, toch. Want waar
zij zijn is het goed, zelfs als de koe is weggevallen.
Machteloze woorden om het kwaad een plaats te geven. Overigens zorgde Father
Allan voor een grote sociale verbetering van de eilanders. En voor een kerk,
nadat ze het jaren hadden moeten stellen met een protestantse Engelse
landeigenaar die ze geen kerk, en dus geen eigen identiteit, gunde.

Het
zijn de vragen die rijzen bij de Psalm van vandaag, 109. ‘Let us speak out for the silenced, giving voice to the voiceless’
en dan komen ze langs, de stemmeloze vervloekten, hun kind, hun koe verloren.
En de hele rij vijanden grijpt het woord, de rijken met hun omkoperijen, de
kwaden met semtex in hun bagage, de autobommenmakers en de politici die nooit
ongelijk hebben. En wat moet het, met de mensen die hun koe, hun kind
verliezen? O Christus van het razende
mededogen, geef hun de stem terug, beschaam de gewelddadigen, ontsteek het vuur
van de woedende liefde, van verlangen naar recht,
zo dicht Cotter.
Stiller, anders betrokken, herdicht Oosterhuis:
Jij weet beter. Jij weet.
Zeg iets, red me.

De tekst van Amy Marray’s boek is integraal op internet te vinden. http://archive.org/details/fatherallansisl00murrgoog


10 weken studieverlof: de betekenis van keltisch-christelijke spiritualiteit
voor de christelijke gemeente nu en morgen. Een regelmatig verslag. Aan het
slot steeds aandacht voor de Psalm die ik vandaag las, in de versies van Huub
Oosterhuis, 150 psalmen vrij, en soms ook Jim Cotter,
Out of the Silence
into the Silence, of de voorloper
daarvan,
Towards the City, A version of Psalms 101-150.



Wevende mannen – studieverlof 26

Studieverlof 2012 Posted on do, mei 10, 2012 15:42:17

8
april – 17 juni: 10 mei

Als
ik door het hek loop komt een hond me tegemoet. Het is mijn vaste rondje: voor
de matins, om 7.25, maak ik een foto van Saint Cuthberts eiland. Elke dag ziet
het er anders uit: licht, kleur, wolken, maar vooral: het tij. De ene keer een
drooggevallen stuk grond, de andere keer een echt eiland met krijsende meeuwen,
en er recht vóór een zeehond. Die nu dus recht op me af zwemt. ‘Dag zeehond.
Jou hoef ik niet uit te laten.’
Een goed begin van de dag. Dat mag ook wel, want het is pittige stof. Over
mannen en vrouwen, en hoe de Kelten dat zagen. Met daarnaast een boek uit 2004,
uit evangelische USA-kring, ‘why men hate going to church’, en de feminisering
van de kerk en hoe slecht dat is. Nu hebben we gisteren gehoord over de leider,
abdis Hilda, en over de koeherder Caedmon, analfabeet, onzeker, die dankzij
haar bard en dichter werd, de eerste zanger van religieuze liederen in het
Engels van die tijd, rond 700. De leidende vrouw en de creatieve man, dus
eigenlijk.
Maar vandaag wordt Jung erbij gehaald, en allerlei andere theorieën, en blijken
mannen koning, strijder, druïde en minnaar te zijn, terwijl de vrouwen heel
goed zijn als ze een mooie stem hebben en ‘needlework’ kunnen doen. Zeg maar,
de Mars en Venus-kletskoek, vinden één van mijn medecursisten en ik. Saint
Hilda moet hard lachen. We komen er niet verder mee, en stoppen voor het
middaggebed.
Daar word ik als man aan het weven gezet. Over feminisering gesproken:

We weven door deze dag heen
de stilte van het weten,
de zuiverheid van het zien
de genade van het goede woord.

We weven door deze dag heen
de eenvoud van het luisteren
de diepte van het begrijpen
de vreugde van het dienen.

We weven door deze dag heen
de vrede van het zijn
de gave van de liefde
de kracht van de ontmoeting.

Ik word er niet slechter van, toch, denk ik. Inmiddels zijn we wat meer gaan
zingen in deze gebedsdiensten, ook als zanger Graham weg is. Dan vragen ze mij
om de eerste regel een keer voor te zingen, daarna gaat het toch eigenlijk best
aardig. Dit keer ‘Christ be within me’, een tekst op de tune ‘Bunessan’, of ik
die ken? Jazeker, we reden erdoor, twee weken geleden, op het eiland Mull.
Onafscheidelijk verbonden met ‘Morning has broken’… Een tune die past bij de
psalm van de dag.

Vandaag Psalm 108. Mannetjesputter Oosterhuis – ik liet de afgelopen dagen
consequent heel wat van zijn mannelijke taal vallen – kuist de psalm
aanzienlijk: alle oorlogstaal vervalt. Daarmee vervalt ook het mysterieuze ‘Moab
is mijn wasbekken, op Edom zet ik mijn voet’. Er blijft nog genoeg over. Het
beeld van licht, wakker gemaakt door de muziek van mensen, houdt het hele lied
omhoog:
Wij spelen de morgen wakker:
welkom, dag van vandaag!


10 weken studieverlof: de betekenis van keltisch-christelijke spiritualiteit
voor de christelijke gemeente nu en morgen. Een regelmatig verslag. Aan het
slot steeds aandacht voor de Psalm die ik vandaag las, in de versies van Huub
Oosterhuis, 150 psalmen vrij, en soms ook Jim Cotter,
Out of the Silence
into the Silence, of de voorloper
daarvan,
Towards the City, A version of Psalms 101-150.



‘Schepping’ – studieverlof 25

Studieverlof 2012 Posted on wo, mei 09, 2012 19:23:42

8
april – 17 juni: 9 mei

Vandaag
moet ik weer denken aan mijn leraar Nederlands, Herman Hissink. Een man met stevige
standpunten: de bèta’s verpesten de wereld, dat was één, en twee, de christenen
zijn begonnen, met die woorden uit Genesis: Onderwerpt
de aarde
. Ik merk nu dat hij in zijn tijd de boeken las die het begin
inluidden van de ecologische beweging: de stelling over de christenen werd
vertolkt door Lynn Townsend White, die schreef over ‘The Historical Roots of Our Ecologic Crisis’. Hij was historicus,
middeleeuwen-expert in Stanford en Princeton.
De natuur als middel om een doel te bereiken; om te oogsten; om mee om te
springen zoals een heer met een slaaf omgaat – leiden christenen dat niet uit
de bijbel af? Zijn andere levensbeschouwingen niet meer gericht op een wereld
waar ik onderdeel ben van een groter geheel? En heeft het keltische denken dat
ook niet veel beter bewaard?
We praten over de bronnen die we kennen. Simpson praat over Glastonbury,
waarhij op een zondagmorgen een saaie en woord-volle kerkdienst meemaakte, en
daarna in de grot daaronder het water zag stromen, kristallen zag glinsteren,
stil kon zijn. Zo ben je toch dichter bij God? Is dat niet typerend: stoer mannelijk
christendom, koesterend vrouwelijk heidendom? En het eerste, de winnaar, zette
de wereld naar zijn hand, tot de wereld uitgemergeld leegloopt?
Ik weiger het te aanvaarden. De eerste geloofsbelijdenis van ‘onze kerk’, de
Nederlandse Geloofsbelijdenis van 1566, begint met de belijdenis van God als
oneindige fontein, bron, van alle goeds, om vervolgens te stellen dat we God
kennen op twee manieren: uit het boek van de natuur, en uit het boek van de
schrift, de bijbel. Weinig artikelen uit belijdenissen zijn zo zelden geciteerd
– artikel 31 over het bestuur van de kerk is veel interessanter…
In die zin is de zwartwitschets terecht. Maar je kunt het ook omkeren: die
schrijvers van toen zagen het toch maar, hoe wezenlijk die bijbelse woorden
over God als bron zijn; en zoveel meer momenten waren er en zijn er waarop dat
weten bovenkomt. Díe elementen in onze tradities te vinden heeft meer zin dan
hem te verketteren en ons onder te dompelen in een onkritisch volgen van een
theorie, of een levensbeschouwing die van ver komt.
We praten verder; een van ons heeft evangelische vrienden die de wereld best
willen leegplunderen omdat de Heer toch snel terugkomt; of moeten we juist
denken aan participative eschatology, de toekomst van God is de wereld die je
zelf achterlaat? Teveel voor een studieverlof. Wel een punt dat mee blijft
spelen, op de achtergrond.


team en groep in de Aidan and Hilda community

Vandaag
Psalm 107. Over mensen in allerlei penarie. Er zijn er die zich verlaten voelen,
die in storm en ander noodweer in schip of vliegtuig –Jim Cotter!-doodsangsten
uitstaan, en soms ben ik dat zelf. Hoe dan?
Wij werden gek van onszelf,
doodziek van ons leugenleven:
ons kijken de andere kant op
ons niet willen weten, ons meedoen.
Toen heeft in ons midden één
geschreeuwd, in doodsnood, jij hoorde
jij kwam, jij stond aan de groeve
en zei: Ik zeg je, sta op.

De tekst uit de berijming komt weer boven, de enige psalmtekst uit Geneve die op
een refrein lijkt:
Gods goedheid houdt ons staande
zolang de wereld staat!
Houdt dan de lofzang gaande
voor God die leven laat.

10 weken
studieverlof: de betekenis van keltisch-christelijke spiritualiteit voor de
christelijke gemeente nu en morgen. Een regelmatig verslag. Aan het slot steeds
aandacht voor de Psalm die ik vandaag las, in de versies van Huub Oosterhuis,
150 psalmen vrij, en soms ook Jim Cotter,
Out of the Silence into the Silence, of de voorloper daarvan, Towards the
City, A version of Psalms 101-150.



Julian of Norwich – studieverlof 24

Studieverlof 2012 Posted on di, mei 08, 2012 18:58:15

8 april – 17 juni: 8 mei

Julian of Norwich vieren we vandaag, de
eerste vrouw die schreef in het Middelengels. Altijd leuk, zo’n heilige van de
dag; het wordt net wat vrolijker in de kerk, en met Julian in ons midden zingen
we zelfs, a cappella, Ubi caritas. Twee keer.
In wat ze schrijft is Julian voortdurend getuige van de Liefde van God. De
Church of England heeft geen idee wanneer ze precies gestorven is, maar 8 mei
is een mooie datum: dan valt het altijd in de Paastijd. En daar past ze. De
lezing over Maria bij het graf, overlopend van liefde, een brievenlezing uit 1
Korintiërs 13, ‘love nevers ends’, vormen een mooie opmaat naar een lezing uit
haar geschriften, en een gebed van haar. Het middaggebed in de Open Gate, een
paar uur later, besteedt weer aandacht aan haar.
Ondertussen studeer ik verder. Ik vind ‘Hebridean Altars’, nog weer meer
teksten van de mensen die wonen op de Hebriden. Alistair Maclean komt er
vandaan, en schreef dit prachtige boekje waarin hij de teksten neerlegt, en er
daarna een korte of lange beschouwing bij schrijft. Heel persoonlijk. Deze tekst
past bij Julian, vandaag.

‘In het hart van God klopt het hart van een
moeder. Het is een goddelijke vreugde om het brood van liefde en waarheid voor Gods
kinderen te breken en te delen.’
– een moeder op de Hebriden.
Commentaar Alistair: Ik denk niet dat ik
bang zal zijn wanneer ik U zal zien, van aangezicht tot aangezicht. Ik hoef
alleen maar aan mijn vader te denken, een zachtmoedige en betrouwbare man. En
aan mijn moeder, zuiver en helder; uit haar hart stroomde helend water. Als ik
aan hen denk klopt mijn hart met vreugde, en ik roep naar U, Vader, en zeg: ‘U
bent meer, U bent meer teder dan zij!’ Daarom: ooit kom ik naar de hof waar U bent.
Ik weet dat U naar me zult uitkijken met mijn vaders ogen en met mijn moeders
mededogen, en dat U me zult koesteren aan uw borst
.”
geen afbeelding van Julian hier in de kapel, wel een ikoon van Hilda,
de moeder van Whitby, abdis met een grote naam. foto Marleen B.Berg.

Weinig zachtheid in de Psalm van vandaag, 106. Een litanie van mislukkingen,
boze God, boze mensen? Of een klein beetje hoop, wanneer er leiders genoemd
worden die er vóór gaan liggen, voor het kwaad, en het met inzet van eigen ik
leefbaar willen houden? Of het ik-verhaal van Mozes, de leider alle eeuwen
door, gefrustreerd door het conservatisme, het terug willen van de mensen naar de vleespotten van Egypte?
Eeuwen gingen voorbij,
nooit beklijfde bekering.
Ik-zal-er-zijn. Vriend God.
Erbarmend, genadig, lankmoedig.
Maar wij wilden andere goden
van goud en zilver en grootspraak.
Zo ging het en gaat het nog
en weer, en zal het weer gaan
als wij zijn woorden vergeten,
als wij zijn wijzing niet prenten
in ons geweten, steeds weer,
avond en morgen, altijd opnieuw.
Tot het einde der tijden.

Woorden zonder hoop. Of valt uit het woordje ‘als’ toch nog fris water te
putten?
En misschien, in de tekst van de bijbel zelf, duikt toch die moeder van Julian
op:
zo trouw was hij dat hij deernis voelde.

10 weken studieverlof: de betekenis van keltisch-christelijke spiritualiteit
voor de christelijke gemeente nu en morgen. Een regelmatig verslag. Aan het
slot steeds aandacht voor de Psalm die ik vandaag las, in de versies van Huub
Oosterhuis, 150 psalmen vrij, en soms ook Jim Cotter, Out of the Silence
into the Silence, of de voorloper
daarvan,
Towards the City, A version of Psalms 101-150.



Hedi and chucks – studieverlof 23

Studieverlof 2012 Posted on ma, mei 07, 2012 19:26:26

8 april – 17 juni: 7 mei

Vanaf
vandaag werk ik vijf dagen in een groepje. Ray Simpson leidt een cursus, ‘Oud
geloof en nieuwe missie’, met ons als cursisten rondom hem in de luie
leunstoelen van de lounge. Lastig, zo rond twee uur ’s middags, na een goed
voorziene lunch. We wisselen onze achtergrond uit. Er is nog een dominee bij
met studieverlof, maar zij heeft langer de tijd: vanaf februari heeft ze van
haar bisschop in de Episcopal Church, USA, verlof gekregen. De eerste maand
ging ze naar Hedi, om vrijwilligerswerk te doen voor de wederopbouw. Hedi?
Haydie? Ik kan dat doel niet zo goed plaatsen. ‘Dat grote eiland, waar zo’n
aardbeving was.’ O, Haïti. De uitspraak van al die soorten Engels goed oppikken
valt niet mee.
’s Ochtends had ik al net zo iets, met de Australische vrijwilligers die zeven
jaar op een eiland hadden gezeten, voor de Wycliffs, bij Papua Nieuw Guinea. Over
vlees eten ging het. Eens in de maand arriveerde daar een schip met voedsel,
maar het vlees was altijd al bedorven als het aankwam. Of ze dan geen kippen
hadden? Nou, ze hadden 24 just hutched chucks mee willen nemen, maar die
mochten het vliegtuigje niet in. De vriend die ze een paar dagen later met de
helikopter nabracht had er nog maar 17 over. Tegen dat ze bij hen waren leefden
er nog 6. Inmiddels versta ik het allemaal aardig, maar die rare klinkers – just
hatched chicken klinkt toch logischer.
Serieus moest het natuurlijk ook worden. Wat is het nu precies, Keltisch-christelijke spiritualiteit?
Het is duidelijk dat het Simpson niet lekker zit dat er veel kritiek is op de
term. Is het geen containerbegrip, zo’n woord als een grote bak waar je van
allerlei dingen in kunt gooien, je schudt wat en dan valt er vanzelf wel een
betekenis uit? We zullen zien, deze dagen – hoe dan ook helpt het om lijnen te
trekken, bepaalde elementen in geloven, denken en handelen met elkaar te
verbinden.

De kelderkapel van de Open Gate – foto Marleen B.Berg
Vandaag
Psalm 105. Ook over geschiedenis, een handjevol vreemde zwervers, van hier naar
daar, naar overal, naar Angstland, naar de woestijn, naar bevrijding. Een lang
verhaal, het houdt niet op. Wat weet je aan het einde nog over het begin?
Een tichel wordt van mijn schouder
getild,
ik hoef het onmogelijk zware
niet meer te dragen.
Ongehoorde verhalen!
Wonderen onbedaarlijk!

Sommige verhalen blijven hangen, ergens, tussen de mensen, nog na eeuwen. Ze
maken geschiedenis. En ze vormen het heden. Is dat spiritualiteit – dat wat je
verbindt met een ondergrondse stroom?
Hij scheurde de rotsen open,
dan gutste het water in stromen
midden in de woestijn.

10 weken
studieverlof: de betekenis van keltisch-christelijke spiritualiteit voor de
christelijke gemeente nu en morgen. Een regelmatig verslag. Aan het slot steeds
aandacht voor de Psalm die ik vandaag las, in de versies van Huub Oosterhuis,
150 psalmen vrij, en soms ook Jim Cotter,
Out of the Silence into the Silence, of de voorlopers daarvan, By stony
Paths, A version of Psalms 51-100 en
Towards the City, A version of Psalms 101-150.



Zien – studieverlof 22

Studieverlof 2012 Posted on zo, mei 06, 2012 18:16:25

8 april – 17 juni: 6 mei

Vijf
reeën lopen door het veld, in de verte. Dat is niet normaal zo overdag. Een
loslopende hond zal ze ergens uit hun schuilplaats gejaagd hebben. Hoe nu
verder? Ik besluit te blijven staan. Een paar mensen lopen hier, een groep
daar. Soms blaft een hond. Een groep jongeren heeft plezier als ze over plassen
heen moeten springen, overslaande stemmen. Argwanend drentelen de reeën verder.
Niemand die ze ziet. Langzaam komen ze dichterbij. Soms is er rust om wat te
eten, voor drie van de vijf. Maar dan staan ze weer stil, gaan er twee op draf
– maar als de andere blijven staan laten ze het ook maar zitten. Hoe zouden die
dieren hun besluiten toch nemen?
Uiteindelijk, een half uur later, staat er nog maar één. De andere zijn
verdwenen. Ze gingen liggen in het ruige gras. Dan zinkt ook de laatste. Niet
ver van het pad vandaan. Honderd meter verderop de grote parkeerplaats van het
eiland. Voor ieder die langskomt is het duidelijk: hier zijn geen reeën te
zien. Toch zijn ze er, op een niveau dat
ik nu niet kan bereiken.
Het doet me denken aan het hoofdstuk dat ik vanmorgen las, over zien, en de
dimensies van het zien. Volgens de schrijver ziet de keltische blik de wereld
als sacrament. Zoals water, brood en wijn zichzelf blijven en tegelijk zicht
geven op een diepere dimensie, zo kan voor wie dat zien wil alles wat mijn ogen
zien, alles wat mijn neus ruikt, alles wat mijn oren horen inzicht bieden.
Zulke teksten lazen we op Iona, uit Carmina Gadelica:
Zegen, God, mijn ziel die bij u vandaan
komt,
zegen, God, mijn lichaam, gevormd uit de aarde,
zegen, God, elk ding dat mijn ogen zien,
elk geluid dat mijn oren horen.
Zegen, God,
elke geur die mijn neus bereikt,
alles dat mijn lippen proeven,
elke lichtstraal die mij de weg wijst.


Broeder Aidan, een orthodoxe theoloog in Engeland, schrijft over de
‘imagination’, de fantasie, het verbeeldingsvermogen, ik vertaal het zo:

De fantasie maakt het
mogelijk om te zien.
De scheppende kracht van de fantasie opent de deur tussen dat wat mijn ogen
zien en dat wat in het verborgene zichtbaar is. De fantasie verlengt de blik
van het spirituele oog, en leidt deze door het zintuigelijke heen het gebied
van het spirituele in.
Anders gezegd: als de fantasie goed functioneert slaat ze op het netvlies van
de ziel de stralen op van ongefilterd licht waarmee de doornstruik van de
schepping in vlam staat zonder te verbranden.

Zoals het oog een
zintuig van het lichaam is, zo is de gezonde fantasie een zintuig van de geest.
Het kan geestelijke waarheden ontvangen uit de wereld van de materie. Maar er
is een zuiver hart nodig, wil de fantasie gezond functioneren. Geest en
fantasie zijn altijd op hun eigen manier al actief; zonder zuiverheid zullen ze
vertekende beelden en voorstellingen construeren, die niet meer op de
werkelijkheid geënt zijn. Zulke beelden vervormen, in plaats van dat ze waarde
toekennen aan het materiële; ze beschadigen, in plaats van dat ze mensen
dichter bij de geestelijke logoi* brengen die in de schepping aanwezig zijn.

Brother Aidan, 1993, in een citaat in Ray
Simpson Exploring Celtic spirituality, 139v. logoi: woorden, maar in dit
verband maar dan zomaar woorden: woorden met waarde.

Vandaag
Psalm 104. Een lange psalm. Een sterke psalm. We lazen hem, een paar maanden
geleden nog maar, bij de begrafenis van een lieve tante, in de kerk vlak
voordat we op weg gingen naar de bomen van het oude bos. Beuken en eiken
echoden de cipressen en ceders uit de psalm, de groene specht weerkaatste de
ooievaars. Over alles wat mooi is en mooier wordt gaat de psalm, maar ook over
wat angstaanjagend kan zijn. Jonge leeuwen, wachtend op hun buit. En dan de
mens daar tussenin, klein, wakker zodra het licht aanbreekt, op zoek naar
brood. Oosterhuis herhaalt de psalm, genietend, drie bladzijden heeft hij
nodig, zo veel wordt hem aangereikt.
Wie gaat dit aanschijn van de aarde
vernieuwen?
Jij die ik vriend en vreemdeling noem
van de bergen? Ja jij, met mij samen.

Je moet wel komen,
gauw, om al die oude mensen
die hun lieve land zagen branden
zo goddeloos, kom troosten
laat het niet duren tot hun dood.

En voor onze
kinderen, zoet en zo klein nog,
zou het ook mooi zijn als ze je voetstap hoorden,
je fluitje, ‘hier ben ik’. Wie? Vriend God!


10 weken studieverlof: de betekenis van keltisch-christelijke spiritualiteit
voor de christelijke gemeente nu en morgen. Een regelmatig verslag. Aan het
slot steeds aandacht voor de Psalm die ik vandaag las, in de versies van Huub
Oosterhuis, 150 psalmen vrij, en soms ook Jim Cotter,
Out of the Silence
into the Silence, of de voorlopers
daarvan,
By stony Paths, A version of Psalms 51-100 en Towards the City, A version of Psalms 101-150.



Bluebell en dunnock – studieverlof 21

Studieverlof 2012 Posted on za, mei 05, 2012 21:36:44

8 april – 17 juni: 5 mei

Vandaag
geen blog, had ik zo bedacht. Weekend vrij. Maar toch, ook nu ging het leven
door. En het lezen. Over de heiligen van hier, Columba op Iona en Cuthbert op
Lindisfarne. Die aankwamen op die mooie eilanden, in het voorjaar, als de
bluebell bloeit. Volgens mij kwam de bluebell later dan de mensen, en is het
een cultuurvolger. Veel van wat ik lees is niet van romantiek gespeend. Wat geeft
het, mooi zal het zeker geweest zijn, met wilde primula’s in soorten, vlakten
vol orchis, en vergeet ook de madeliefjes niet. En dan de vogels: de heggemus,
dunnock, die hier op het terras van de Open Gate rondwandelt, zo vol
zelfvertrouwen dat ik bang ben er nog eens op te gaan staan. (Zo’n oude
voor-engelse vogelnaam geeft aan dat de vogel al heel lang met de mensen
optrekt.) En de putters en de kneutjes, zingend, kwetterend.
Maar het mooiste vandaag toch wel de velduilen. Ik had er al vaker een gezien,
maar nu kwamen ze samen, het vrouwtje van haar nest, de man van boven, om
elkaar heen dansend door de lucht. Lange, doorzichtige vleugels, die grote
ronde kop eronder hangend alsof het gewoon zo hoort. En dat doet het ook.
Daarna hij weer weg, op voedseltocht, over de zee. Langs de vloedlijn vloog hij,
langzaam en zeker. Was hij de laatste met wie de kokmeeuw van maandag nog
contact had? De resten kwam ik tegen, op het strand. Dag meeuw.

bluebells, including pink ones; dunnock, short-eared owl, remains of black-headed gull.

Vandaag
Psalm 103. Lied van kwetsbaarheid en van vrijheid tegelijk, van afhankelijkheid
en trouw. En dan vooral die unfathomable Love, zoals Cotter het noemt,
onpeilbare Liefde. Naar wie alles toegetrokken wordt.

10 weken studieverlof: de betekenis van keltisch-christelijke spiritualiteit
voor de christelijke gemeente nu en morgen. Een regelmatig verslag. Aan het
slot steeds aandacht voor de Psalm die ik vandaag las, in de versies van Huub
Oosterhuis, 150 psalmen vrij, en soms ook Jim Cotter,
Out of the Silence
into the Silence, of de voorlopers
daarvan,
By stony Paths, A version of Psalms 51-100 en Towards the City, A version of Psalms 101-150.



Trekt de mist op? – studieverlof 20

Studieverlof 2012 Posted on vr, mei 04, 2012 16:12:38

8
april – 17 juni: 4 mei

Verdwaald,
fietsend in de mist op een voorjaarsdag, ergens in de jaren 1950, sprak de 17-jarige
Ray Simpson een oude vrouw aan. ‘Kunt u me zeggen waar ik ben?’ Dat kon ze.
Maar daarmee kwam hij zomaar niet weg. ‘Jij hebt de roeping dominee te worden’,
zei ze. ‘Ooit zou ik de missie ingaan, maar mijn gezondheid liet het niet toe –
nu krijg je mijn mantel om de schouders.’
Een roepingsverhaal dat zomaar aansluit bij vrouwen en mannen uit een ver
verleden, St Maarten, St Aidan, St Hilda. Zo beschrijft Simpson zelf de start
van zijn wondere weg door de kerk, steeds aan de randen van het instituut. In
London toen hele wijken van kleur en sfeer veranderden, en de Church of England
niet wist hoe om te gaan met al die ‘anderen’. In Norwich, waar grote nieuwe
wijken geen enkele vorm van christelijke presentie kenden. Op zoek met het
Brits bijbelgenootschap, om de ‘non-bookish people’, zij die niets met boeken
en lezen hebben, te bereiken. En meer en meer getrokken door de geschiedenis
van de vroegste christenen in Engeland, de navolgers van Ireneüs van Lyon, van
Martinus van Tours.
In de jaren ’80 kwam hij op Holy Island, Lindisfarne. Hij voelde de wortels van
zijn geloof tintelen. Hier, op dit verlaten plekje, waar geen mens de kerk
bezocht, moest meer kunnen. En zo kocht hij samen met zijn zus een cottage.
Daar zit ik nu te schrijven. Het was de eerste plaats waar het weer ging
stromen, het water van het evangelie, buiten alle kerkgrenzen om.
De eerste groepen kwamen. Pasen barstte het huisje uit zijn voegen. Met zes
vrienden, ieder met een eigen roeping, startten ze de St Aidan and Hilda
Community. Later kochten ze het verlaten hotel op, nu is dat de kern van de
Community, ‘Open Gate’. Maar het huisje aan de overkant van de straat bleef.
Een grote verzameling boeken helpt me op weg. Aan de andere kant van het kleine
halletje is mijn kamer, net een simpele kloostercel. Lindisfarne Retreat.
Simpson zelf kocht weer een ander huisje, en woont daar zelf, de Honorary
Guardian van de Community. Jongeren nemen de meeste taken over. Maar hij gaat
door, schrijft, praat, ontvangt, bidt, een charismatisch man met een mantel
over zijn schouders.
Een andere beweging dan die van Iona en Glasgow, kleiner, persoonlijker, meer
spiritueel en minder maatschappelijk? Ook hier is duurzaamheid kernwoord, ook
hier de oecumenische instelling met mensen uit allerlei en geen kerken. Wat
conservatiever op sommige punten: homorelaties, vanzelfsprekend in de
Ionabeweging, worden hier niet genoemd. Één van de liedboeken in de kapel is de
Engelse Evangelische Liedbundel. Grote protestacties tegen kernbewapening komen
niet van Aidan en Hilda vandaan. Christendom, geïnspireerd op keltische
wortels, heeft vele gezichten! Maar al die versies hebben gemeen, dat ze de
ingeslapen en verwarde kerken in Groot-Britannië uit de mist vandaan willen
halen, en weer in het volle licht zetten.

mijn retreat, met bibliotheek en tuintje ernaast.

Ik
had het niet bedacht, maar nu, op 4 mei, komt Psalm 102 aan het woord. Een
psalm die tot zwijgen brengt, stil maakt. Verlatenheid, ellende, het beeld van
de uil in de ruïne, de pelikaan in de woestijn. Het refrein bij Cotter begint:
To the One who has disappeared,
to the Presence we know as Absence
,
en de tekst eindigt met de vraag of de dunne draad die ons bindt aan God het
wel houdt, in deze wereld met zoveel pijn. Want waar is de gemeenschap die zich
niet laat terugdringen door dreigementen, wíe blijft staan voor het recht?
De tekst van Oosterhuis zou kunnen klinken, Er
zou een troon staan,
vanavond om acht uur, bij een dodenherdenking, hier of
daar; nu alleen de laatste woorden:
De afgevoerden ontelbaar vergeten
de als kruimels brood
als as en rozenblad verwaaiden.
Maar nog bestaat de Naam
en wij die Hem
zingen en zwijgen.

10 weken studieverlof:
de betekenis van keltisch-christelijke spiritualiteit voor de christelijke
gemeente nu en morgen. Een regelmatig verslag. Aan het slot steeds aandacht
voor de Psalm die ik vandaag las, in de versies van Huub Oosterhuis, 150
psalmen vrij, en soms ook Jim Cotter,
Out of the Silence into the Silence, of de voorlopers daarvan, By stony
Paths, A version of Psalms 51-100 en
Towards the City, A version of Psalms 101-150.



« VorigeVolgende »