‘U laat toch wel bekende liederen zingen?’ Mooi is het om in een zorgcentrum voor te gaan, en te delen in gebeden en liederen, licht en bijbelwoorden. Ik merk hoe goed het doet, om mensen wakker te zien worden van de liederen die ze uit het hart kennen. Alleen: voor wie is welk lied bekend?
In 1973 werd een Liedboek geïntroduceerd dat voor een deel van de mensen die nu onder mijn gehoor zitten een baken in zee was. Vijftig jaar terug: ‘God heeft het eerste woord’, ‘Zolang er mensen zijn op aarde’, ‘Zing voor de Heer een nieuw gezang’. In deze ‘weeksluiting’ kies ik voor slotlied ‘de maan is opgekomen’, 246b, ook uit de verzameling-1973. Ik zie dat er iets gebeurt bij twee mensen. Na afloop ga ik naar hen toe. De dochter is blij verrast: haar moeder zong mee, en zei daarna dat ze het zo mooi vond. Samen stralen ze.
Nee, dochter is niet thuis in de kerk, in deze muziek, maar geniet van het genieten van haar moeder, en wil meer weten over het lied. Het gesprek over liederen raakt herinneringen aan, het kindergebed, de r.-k. en hervormde wereld die in het huwelijk van haar ouders samenkwamen. Liederen die zacht kunnen maken, zoals deze, wat een schat om te delen!
Laten wij amen zeggen
en ons te slapen leggen.
Kil wordt de avondwind.
God, weer van ons het kwade
en wees in uw genade
met ieder eenzaam mensenkind.
De verzen uit de oude berijming werden ook redelijk meegezongen, trouwens, al merkte ik dat Psalm 34 niet bij de 10 meest bekende toppers hoort. Dat soort dingen weet ik dan weer niet.