Een psalmencyclus van Donald Murray, vertaald in het
Nederlands. Murray is geboren en getogen op Lewis. Zijn vader was ‘precentor’,
voorzanger in de Free Church van een klein dorp in de buurt van Ness. Voor een
geluidsfragment bijv. http://www.footstompin.com/products/cds/gaelic_psalm_singers_salm_vol_1

1.

Coinnéach wil niet naar de kerk
want het zingen maakt hem bang.

Die ene stem
die zomaar uit de stilte
een regel psalm greep,
uitspon tot een draad,
om anderen vast te stikken in een naadloos quilt van zang
klonk, vond hij,
net als de sirene van zijn schip,
toen, in de oorlog,
die oogwenk voordat vuur en zout
het staal versneden.
Zijn handen trilden
als hij de lijnen zag
die sinds dat uur zijn lichaam tekenden.

Hij dacht dat wat hij zei hen overtuigen zou;
de ouderlingen lachten om zijn zwak excuus.
Voor hen hield het geen steek.

2.
De oude Mohammed hield van de zingzang van psalmen
die meewoei met de wind rond Kenneth Street Free Church.
Tonen van genade mengden zich met meeuwen,
en ondertussen hoorde hij
hun echo op de droge kant van de aarde.
Lahore. De Punjab. Pakistan.
Minaretten waar de muezzin
de stad opriep tot geloof, gebed.

En elke klank beroerde hem, de balling die hij was.
Het was alsof de tijdeloze toon van pijn, verlies
van Adams lippen kwam,
die dag dat Edens muur
op slot gedaan werd.
Dat sentiment, die taal ging mee
met allen die hun huis in koffers stopten,
terwille van de handel in goederen en naties.
Dat alles ingeruild voor een nieuw leven.

De oude Mohammed hield van de zingzang van psalmen.

3.
Ik hef mijn ogen op en zag
daar vader in zijn zondags pak.
Hij wierp het vers omhoog, vóór in de kerk,
en volle banken vingen het gretig op,
heen en weer, van hem naar hen;
elk woord een klank die trok, die zoog,
die harten, monden opende.

En ondertussen drumde ik mijn drumsolo’s
zacht op de bank die voor me stond,
mijn tekst? diepzinnig, deuntjes zoals dit,
‘Doo wah Diddy Diddy, Dum Diddy Doo’,
en ik herhaalde de top tien van deze week,
terwijl die muffe stemmen stormen stilden
en met hun ritme opklonken tegen het oude glas.

Vandaag? Die stemmen, ooit zo goed in profetie,
echoën in kerken, drie kwart leeg.
De oude lippen vatten niet meer elk klank
en foezelen met woorden die ze ooit eenvoudig vingen.
Ik sta intussen om de hoek
– een hypocriet die moppert om de kalmte
die opstijgt in de stilte na zijn vaders psalm.

4.
‘Watermuziek’ noemen ze het
en ze vertrouwen erop dat de kringen van elke stem
rondgaan binnen de kerkmuren,
boven het dak uitstijgen,
de hele Schepping overstromen,
opspatten tegen Gods gezicht
om al die vlekken van bloed en wreedheid weg te wassen
die de mensen daarop achtergelaten hebben.

Bij 1: relatief zeer veel inwoners van de Eilanden deden in de oorlog dienst op
zee, zowel bij de Marine, als op koopvaardij- en bevoorradingsschepen.
Bij 2, over de oude Mohammed: geschreven voor de eilandkrant, bij de dood van
de eerste Islamiet van het eiland, Mohammed, zoals vele moslims in
Groot-Britannië afkomstig uit Pakistan, en winkeleigenaar.
De vrije variaties op elke afzonderlijke genoteerde noot worden ‘grace notes’,
genadetonen, genoemd.
Bij 3: de kleine dorpen in de periferie verliezen hun autochtone jongeren, en
worden aangevuld door mensen van buiten, die niets hebben met de kerkdienst
daar. Het Gaelic Psalmzingen wordt steeds meer een cultureel zeer gewaardeerde
kunstuiting, die zelfs plaats krijgt op de Schotse ‘Mod’, in Edinburgh, maar
kerkelijk wordt het steeds marginaler.
Bij 4: Watermuziek als titel voor Gaelic psalmzingen: als zodanig geen bekende term voor de Gaelic speaking
personen die ik er naar vroeg. Tegelijk vonden ze het wel een mooi en
herkenbaar gedicht. Water, bron, rivier, zeeën, zijn wel woorden die in veel
psalmen belangrijk zijn.