Op de vooravond van 4 oktober 1226 stierf Franciscus van
Assisi. Zo ontstond Dierendag vanuit een sterfdag van een heilige. Franciscus
stond op goede voet met de dieren; hij preekte voor de vogels en bracht een
wolf tot bekering, zeggen de verhalen. Zijn lied staat in ons liedboek, 742:
‘Wees geprezen, bron en schenker,
om uw lied in al wat leeft.
Ik buig mijn hoofd en hef mijn handen
met al wat adem heeft.’

Maar de eeuwen daarna bleef het stil, tussen gelovigen en dieren: niemand leek
zich om hen te bekommeren. Of toch? In 1776 trok een jonge theologiestudent in
Leiden zich het lot van de dieren aan. Jan Scharp las in de bijbel, Prediker 3,
Psalm 104: ‘God schonk beiden, mens en dier, enerlei adem, eenzelfde adem’.
‘Ruach’, is het Hebreeuwse woord daarvoor. Omdat we die adem van God delen
mogen, moeten we als mensen veel zorgvuldiger met dieren omgaan, vond hij. Wat
raar dat we in onze kerken zo wettisch zijn, op veel punten, maar helemaal niet
aansluiten bij de Joodse zorgvuldige omgang met dieren. De slacht moet daar kosjer
geschieden, zodat een dier zo min mogelijk lijdt. Als de apostelen regels
opleggen (Handelingen 15 en 21), zijn dat er maar vier, en twee ervan gaan over
vlees eten: geen vlees met bloed, geen vlees van verkeerd geslachte dieren.

Scharp trok de lijn ook verder. Wat een gruwel is het dat in
zogenaamd christelijke landen dieren gemarteld worden, koeien doodgeknuppeld
zelfs. Dat móet wel tot meer kwaad lijden. Wie geen respect heeft voor die door
God geschonken adem zal zich ook met gemak tegen mensen misdragen.
zwaluwnest op een terras, Bouillon; foto Marleen B.Berg

Jan Scharp werkte mee aan de uitgave van de Nederlandse
vertaling van de gebeden van de synagoge, om zijn landgenoten te tonen dat de
Joden goede burgers zijn. Hij zette zich in voor de rechten van gevangenen en
ter dood veroordeelden. Hij schreef een grafdicht op een overleden collega
krijgsmachtpastor, een priester, waarbij hij hem ‘broeder in Christus’ noemde.
(Een klacht op de classis volgde, omdat hij een ‘Paap’ Christen noemde!) Hij dichtte
gezangen om de mensen op te beuren. Een ervan stond nog in de bundel 1973:
‘Verlosser, Vriend, o Hoop en Lust’. Vroomheid, gelovig leven en rechtvaardig
wandelen stonden bij hem op één lijn.

Dierendag: Gods adem geeft leven aan mens en dier! Ook wij
mogen daarin delen, met wie ons voorgingen.

Lied 984
Gezegend die de wereld schept,
de dag uit nacht tot leven wekt,
het licht der zon roept en de maan,
de sterren om op wacht te staan.

3 Gezegend die een woonplaats maakt
voor wat beweegt en ademhaalt:
de dieren in het vrije veld,
de vogels in hun zingend spel.

4 Gezegend die de mensen roept
tot liefde, vruchtbaarheid en moed,
om voor elkander te bestaan
in eerbied voor zijn grote naam.

6 Gezegend zijt Gij om de Geest
die van de aanvang is geweest:
de adem die ons gaande houdt
en in het eind in U behoudt.

Henk Jongerius

ook geplaatst in kerkblad Opgang, van de protestantse gemeenten in Zeist.