8
april – 17 juni: 28 april

Glasgow,
een stad waar ik de weg al wat leer kennen. De zesde keer nu? Ik kan het niet
laten, en trek weer naar het Westen. Zo rond de botanische tuin en het
arboretum van de stad, waar de rivier Kelvin naar de Clyde stroomt, klopt voor
mij het hart van de stad. Een wijk van rond 1900, vele culturen komen samen.
Een ramsjwinkel verkoopt boeken, drie voor zes pond. Mooie keus, mijn
Schotlandcollectie kan nog wel wat gebruiken. Op de hoek van de straat ga ik de
kerk binnen, Oran Mor, inmiddels theater en restaurant. Terwijl ik op mijn koffie
wacht duik ik de gedichten in. Dat had ik beter niet kunnen doen. Het komt
direct binnen.
Donny O’Rourke, inderdaad, met ouders van Ierse afkomst, dicht over de Great
Western Road, de straat waar ik ben. Zo mooi, het is net het Iona Gloria, maar
dan over leven in de stad. En dan al die levensverhalen, die de gedichten kleur
en perspectief geven! De meeste dichters zijn van school getrapt, hebben op
boorplatforms gewerkt, konden het niet met hun moeder vinden, en zo nog het een
en ander… – en kregen uiteindelijk hier of daar een opleiding en een beurs en
een woonwagen of huisje, en maken er vrolijke teksten over. Het gaat zoals het
gaat, blij met iedere dag van licht en zon zijn ze. ‘God Glasgow it’s glorious
roept O’Rourke uit.
Kelvinbridge, Great Western Road, Glasgow
Nu eerst een korter gedicht. De kwartelkoning, crex crex, in het Latijn,
corncrake in het Engels, thrèan-ri-trèan in het Gaelic, markeert de definitieve
komst van de lente. Die dagen maakten wij mee op Iona. s’ Avonds hoorde je hem,
hier en daar en overal, maar zien? Weinig kans.
Rody Gorman, dichter, in de stad, hoort de corncrake niet meer. Maar wel de
fax, en de printer. Zijn dat niet net zo goed bronnen van vrolijk stemmend
geluid? Hij dicht tweetalig: één keer in het Gaelic, één keer in het Engels, de
eerste in klankrijm, korte zinnen, de tweede keer meer naar de betekenis,
vormlozer. Tja, wat doe je dan, in het Nederlands? Ik vertaalde twee keer. De
eerste pogingen vind u hier, totdat ik ze weer weghaal en vervang voor beter…

Fax – uit het Engels

De fax in de hoek
is een corncrake in het veld

of een varken dat knort
met een diepe bas

en de printer ernaast is een waterval
waar witte bladen uit golven

met plaatjes erop
die gesleept werden

over de bodem van de Atlantische oceaan
en zo op mijn scherm terecht kwamen

en allemaal drukken ze hun eigen stempel
op de wereld van vandaag.

Fax – vanuit het Gaelic
De
fax op de tafel
is de kwartelkoning in de haver

of het varken dat knort
met een bas van genot

met ernaast de printer, een waterval,
een stroom van blad na blad,

en daarop scenes verbeeld
die zijn versleept

door het diepste van de Westelijke Zee,
zo terecht kwamen op het scherm van de p.c.,

en elk geven ze hun eigen gedaante
aan het leven van vandaag.

Vandaag Psalm 96. Zing een nieuw lied!
Dat zou ook wel eens kunnen betekenen: vergeet het oude lied maar even. Zoek
nieuwe beelden, nieuwe talen om de weg naar God open te houden. Of bestaat God
dan niet meer? Oosterhuis is er somber over.
Ooit in vergeten tijden
was hij machtig, onwankelbaar tronend,
schiep juichende zonnen en zeeën:
zes dagen van Grote God.
Nu strompelt een zwarte vlek
tussen de graven van de namelozen
weeklagend.
Is Oosterhuis net als een oude Brit, die nog niet kan geloven dat het
koloniale rijk anno 1900 verdwenen is? ‘Jezus zal heersen waar de zon gaat om
de grote aarde om’, net als ‘De dag door uwe gunst ontvingen’, dé liederen voor
het trotse Albion, het wereldrijk van Victoria, mogen wel worden afgeschaft,
als je het zó bekijkt. Maar kunnen ze niet weer opnieuw worden gezongen,
wanneer je denkt aan het wereldrijk van mensen die elkaar steunen in de strijd
om recht en vrede, die boodschappen via fax en kabel, mail en facebook
verspreiden, die het niet ongezien laten wat gebeurt in Oezbekistan en de
Verenigde Staten, de bezette gebieden in Palestina en de gevangenissen van
Syrië? Het is maar een vraag. Misschien wel wat optimistisch. Wel wat
Iona-community-achtig…

10 weken
studieverlof: de betekenis van keltisch-christelijke spiritualiteit voor de
christelijke gemeente nu en morgen. Een regelmatig verslag. Aan het slot steeds
aandacht voor de Psalm die ik vandaag las, in de versies van Huub Oosterhuis,
150 psalmen vrij, en soms ook Jim Cotter, Out of the Silence into the Silence.