Zijn het nu echt alleen mannen die zulke blogs en columns
schrijven? Arnon Grunberg , Jan Dirk Snel, Youp van ’t Hek en degenen die hen citeren op internet voelen zich
ongemakkelijk over de collectiviteit van emoties rond de MH17. Er gaan elke dag
wel 2000 Nederlanders dood, toch? En bij de vliegramp in Tenerife waren het er
meer, en toen was er geen nationale rouw. (Snel) Emoties zijn toch heel
persoonlijk, die kan je als overheid toch niet opleggen aan de burgers van een
land dat onderdeel is van een veel groter geheel? Trouwens, is het dan erger,
198 dode Nederlanders dan zeg, Duitsers of Fransen? (Grunberg)

Toen het gebeurde was ik op vakantie in Noord-Schotland, in
een huisje zonder tv en zonder mobiel bereik. Lekker rustig. Zo nu en dan een
krant, op plaatsen waar een straalzender bij kon komen dwarrelde een enkel
berichtje of mailtje mijn telefoon in, het was goed zo. Totdat ik bij het
boodschappen doen op de voorkanten van alle kranten verontrustende foto’s zag;
de krant die ik kocht bracht al veel triest nieuws, en daaronder de namen en
gezichten van vijf omgekomen Nederlanders. Pas de volgende dag merkten we dat
het aandeel Nederlanders in dit toestel zo hoog lag.

En dat maakte inderdaad verschil. Het idee dat er
familieleden bij konden zitten, leden van de kerkelijke gemeente waar ik me zo
met verbonden weet, vrienden, of, nog veel grotere kans, bekenden in de tweede
of derde ring, liet me niet los. En dus kocht ik Wifi-access bij het semi-open
systeem dat de buren in Schotland hadden opengesteld. Zo was mijn internetrust voorbij
– en leek het met mijn ‘emotionele autonomie’, zelfbeschikking, gedaan.

Had ik me dat niet moeten laten gebeuren? Ook zonder mijn
volgen van het nieuws was er niets veranderd, immers? Zoals ik de
WK-wedstrijden ongemerkt voorbij had laten gaan, zo kon ik dit toch ook wel
missen? Gewoonlijk ben ik ook helemaal geen groepsmens, geen nationalist, is
mijn wereldburgerschap best redelijk ontwikkeld, en lukt het me om eerst even
rustig na te denken voordat ik boos wordt.

Het bijzondere van mensen is dat er overdracht mogelijk is
van gevoelens. Net als met elektriciteit speelt de lengte van de lijnen daarbij
wel een rol: een rottige ziekte in de familiekring komt meestal harder aan dan
wanneer we met degene om wie het gaat geen band hebben. Toch kan ook dat ons
raken: als je er achter komt dat je net bij het zelfde koud buffet bent geweest
bijvoorbeeld, en de schotel hebt gemist die haar een voedselvergiftiging heeft
opgeleverd, kan je het aan je lijf voelen. Of als het iemand is die net als jij
een kind van vijf onder z’n hoede heeft, en je je voorstelt hoe het nu moet met
naar school brengen.

Rouw heeft altijd een aantal bestanddelen. Verdriet om die
ander, die er nu niet meer is. De pijn om wat de ander moest meemaken. De
schrik, hoe moet het nu verder. En ook: de schrik, het had mij ook kunnen
treffen. Ik/mijn kind/mijn partner zat ook nog net in een vliegtuig boven vaag
gebied, Oekraïne, Syrië, Lybië.
Elke dood is een ‘memento mori’. Ook zonder religieuze invulling blijft die
gedachte nooit achterwege. Bij elke uitvaart worden ook eerdere
verlieservaringen weer wakker, weet de ervaren uitvaartbegeleider en pastor. En
wat het allemaal nog veel erger maakt is, wanneer de overledene niet ‘netjes’
behandeld kan worden: een vernietigende zelfdoding, een verdwijning, een
neerstorting in onbereikbaar gebied werkt traumatiserend. Als het dan mensen
zijn die de onbereikbaarheid in stand houden, en twitterberichten over gestolen
ringen en misbruikte knuffels rondzingen wordt de spanning nog groter.

Bij het onheil dat de MH17 trof werden zoveel lijnen
geraakt, dat de dood voor velen dichtbij kwam. Dat velen zich ook persoonlijk geraakt
en getroffen voelden. En de terugkeer
een logische reactie opriep: hier staan we als land bij stil. Niet alleen bij
de Nederlanders, bij al die anderen net zo goed. Daarmee werd dit een ritueel
waarmee mensen hun eigen onmacht en angst weer konden relativeren, in relatie
konden zien met anderen, en met de gebeurtenissen.

Wat is het dan toch, dat mensen er zo negatief over kunnen
schrijven? Zijn de ego’s van Grunberg en Van ’t Hek zo groot dat ze zenuwachtig
worden als ze iets gemeenschappelijk moeten hebben met anderen? Het begint dan
al bijna op gebrek aan empathisch vermogen te lijken. Maar misschien is het
voor een bepaalde categorie schrijvers ook wel heel rendabel, lekker grof te
zijn. Het resoneert bij anderen. De emoties waarmee zij de emoties van anderen
afwijzen worden herkend. Zo blijft het werk in de wereld. Toch jammer. Arm,
ook. Hún emoties laat ik me toch maar niet opdringen.