kerkentocht extra, 3 mei 2011
De eerste wandeling vanuit ons appartement in Brugge leidt me rechtstreeks naar het Keerske. Midden in het centrum, een kleine kapel, het kloppend hart van het protestantisme in Brugge. Ik weet waar ik op zondag heen kan. ’s Ochtends zitten er de Verenigd Protestanten, ’s middags de Anglicanen. Op het kerkboekenrek staan ze mooi, naast elkaar: de rode Liedboeken en de al even rode ‘Hymns Ancient & Modern’, de laatste met het stempel van de Parish Nijmegen. Daar zullen ze er wel teveel gehad hebben…
Het is 1 mei, tweede zondag van Pasen. Onze voorganger is een Hollander, dat hoor je direct, de eerste lector spreekt Vlaams met een Duits accent, de tweede gewoon Vlaams. De organist, op het kleine orgeltje achter onze rug, speelt moeiteloos alle stijlen, tussendoor wat mooie literatuur, conservatorium, hoor ik later, het zingen is een feest. Al zijn de liederen ingetogen, want ja, de luiken zijn nog dicht, deze zondag Beloken Pasen.
Humor is er wel, gelukkig. Thomas had zo graag meer gezien, en moet het alleen met het Verhaal doen, eerst. Gaat het ons ook niet zo? Tja, wij protestanten zijn maar vreemd, zonder beelden, zonder symbolen, zonder heiligen. ‘Misschien wordt het toch tijd dat u maar vast een staal bloed bewaart van mij, voor later, bloed van de heilige Cornelis?’ vraagt dominee Cor de Beun, duidelijk de eigen predikant. Gegrijns en gegniffel – in de stad waar de grootste schat het Heilig Bloed van Christus is, op de zondag dat het reliek van de zalige paus JP II wordt rondgedragen, horen we zo woorden die een milde distantie bieden.
Nee, symbolen, daar doen ze niet erg aan. Wel brandt bij het begin van de dienst een Paaskaars, akelig zwaar walmend, de was loopt er aan de voorkant uit. Maar ergens halverwege de preek, op een moment dat niemand keek, doofde hij spontaan. Van het beeld moeten ze het niet hebben. Het zonlicht blijft toch wel binnenvallen, door een van de hoge twee ramen.
Keerske2
Samen vieren we na de preek het avondmaal, staand in een kring rond de tafel. Het tafelgebed is wel erg sober, geen responsies, geen gezongen onderdelen, geen Onze Vader en vredegroet, het is alleen de dominee die aan het woord is. Het zal wel te maken hebben met de grote diversiteit van de gemeenteleden. ‘Zou je ons in Nederland loslaten, dan hoorden we in 15 kerken thuis’, zegt er een na afloop. Maar hier zijn ze samen gemeente, gastvrij en open.
Na de dienst is er koffie, natuurlijk. Ook een vorm van gemeenschap der heiligen onderweg, dat is duidelijk. Na afloop blijkt hoeveel gemeenteleden op de fiets gekomen zijn. Nu fietsen er meer, in Brugge – maar je zou er haast iets van gaan denken. Snel gaan ze op in de menigte op straat, een miniem aantal in een grote stad. Maar ze doen er toe.

Hier info over de gemeente, hier over het gebouw.