Blog Image

Roel Bosch

Over dit blog

Beschouwingen en teksten, columns en artikelen.
Vrij gebruik in context waar de teksten tot hun recht komen, met auteursvermelding.

Een andere wereld

Kerkentocht Zeist Posted on zo, oktober 11, 2015 14:06:51

Een man alleen, stil en donker in de hal van onze kerk. Het
is licht, de zon valt binnen, na de dienst lopen mensen van onze gemeente met koffie en thee. Maar
het is duidelijk: hij komt voor de dienst van de Assyrische kerk, straks. Hij
is wat vroeger dan de anderen. En er is nog iets anders, maar wat? Ik spreek
hem aan, hij stelt zich voor. Zijn vrouw komt er bij staan, we schudden handen.
Met een klap beland ik in een andere wereld. Haar broer is een van de drie
ontvoerde christenen, die op 23 september door IS in Syrië zijn doodgeschoten.
Gisteren kwam de video op internet, waarin zijn dood te zien is. Drie mannen in
oranje pakken op rij, van achteren neergeschoten.

Het verdriet, de pijn, de rouw, maar ook de ontreddering
zijn dichtbij. Haar broer, een gepromoveerd internist, 36 jaar oud, stond
altijd voor iedereen klaar, heeft zoveel mensen geholpen, gered misschien wel.
Hij leefde samen met hun moeder, een oude vrouw die hulp nodig had, en nu
alleen overblijft. En de twee anderen, nog jonger, ook uit hun eigen leven
weggerukt. Nu zijn er nog 202 gijzelaars over, 50 van hen nog kinderen, veel
meisjes ook, zegt ze. Die mogen zich bekeren tot de Islam, variant IS, en als halve
slaaf verder leven – of ze betalen 100.000 US dollar, dan komen ze vrij. Anders
verschijnen er binnenkort meer van zulke video’s. Een duivelse opzet. Alsof de
familieleden her en der in de wereld, gevlucht, ontsnapt, voorzichtig bezig een
eigen leven op te bouwen, nu medeplichtig worden aan de dood van hen voor wie
niet betaald wordt.

Ik kan vertellen dat we in onze kerkdienst ook voor hen en
hun gemeente gebeden hebben. Op Facebook en op andere manieren leven velen mee.
Maar wat meer? Ik hoor de boosheid aan. ‘Overal zijn christenen uit op vrede,
overal is Islam uit op oorlog, op strijd, op bekering van anderen, en anders je
hoofd eraf’, zegt mijn gesprekspartner. Ik ga niet in discussie. De Assyrische
christenen hebben een ervaring van 1900 jaar in het leven als minderheid, en
hebben geleerd zich stil te houden, zich aan te passen. Goed te kijken ook, hoe
de lijnen lopen. Maar ook om hen te vrezen die het monopolie van het gelijk
voor zich opeisen.

Anderen komen binnen. Ik hoor en zie de verbondenheid. Sommigen
weten nog niet van de verwantschap, worden stil als ze horen dat het zo
dichtbij komt. De priester begroet hen met een omhelzing. Nabijheid en troost
kan ook in de taal schuilen, in het kunnen delen van pijn in de eigen
geboortespraak. Daarom komen ze hier ook samen, vanuit heel Nederland, sommigen
maar een paar keer per jaar, maar dan hebben ze elkaar ook wat te zeggen. Iemand
vertelt mij hoe ze in Bagdad op een orthodoxe basisschool zat, bij de
rooms-katholieke zusters op middelbare school, maar nooit de Assyrische taal en
liturgie is kwijtgeraakt, en zich hier op deze halve dag veilig en thuis voelt.

Straks begint de mis, in hun heilige rituele vorm, daterend
uit de eerste eeuwen na Christus. De enige actualiteit zal in een paar woorden
in de preek van de priester te vinden zijn, en in het noemen van de namen in
het gebed. Geen uitgebreide theologische beschouwingen, geen redeneringen –
delen in brood en beker, zingen van de heilige zangen, weg van de werkelijkheid
om de werkelijkheid des te beter een plaats te kunnen geven. ‘Het is een rare
wereld’, zucht de vrouw die haar broer zo verloor, als ik afscheid neem. ‘We
weten dat geloof je leven kan kosten, zoals ook onze Heer het zijne gaf’, zegt
een ander. En dan leven ze verder, ondertussen, groeten elkaar. En, straks,
voor na de mis, staat de maaltijd klaar. Dan delen ze wat ze te delen hebben.
In vertrouwen op God. Hoe dan ook.

En noemen ze de namen, de foto’s verschijnen op het scherm: Dr.
Audisho Enwiya en Ashur Abraham uit het dorp Tel Jazira, en Basam Michael uit
Tel Shamiram. Hun gedachtenis zij tot zegen.

Over de kidnapping van de bewoners uit deze dorpen, zie ‘Ook wij zijn Khabour’.

Foto’s Samuel Ibrahim, facebookpagina Mar Benyaminparochie.



Kruisvinding

Kerkentocht Zeist Posted on zo, september 13, 2015 17:04:01

13 september, Zeist – bij de mis van de Assyrische Kerk van het Oosten.
In Iran, Irak, Syrië vieren christenen al vele eeuwen een
feest op 13 Ellul, zeg maar: 13 september. In het jaar 326 vond keizerin Helena
op die dag het kruis waaraan de Heiland stierf. Dat kruis was begraven na zijn
dood. Toen de barbaarse en kannibalistische Hunnen oprukten – zo vertelde de
priester het verhaal na- kreeg keizer Constantijn een droom: hij moest christen
worden en het kruis aannemen. Dat hielp, maar niet voor lang. Toen kreeg
keizerin Helena een droom. Zij moest het echte kruis zoeken en vinden.

In Jeruzalem vond ze echter niet één, maar drie kruizen.
Welk zou de echte zijn? Toevallig kwam net een rouwstoet met dode langs. Ze
beval de dode op kruis 1 te leggen – zoiets doen keizerinnen gewoon – , daarna op kruis 2. Geen effect. Maar zodra
de dode kruis 3 raakte kwam hij weer tot leven. Dit derde kruis ging in stukjes
en beetjes verder de wereld over, vooral naar Rome. De vinders van het kruis
waren zo blij dat ze met vuurbakens het nieuws zo snel mogelijk naar Rome
doorgaven: vandaar dat op 13 Ellul het feest van het licht en het vuur is, waarbij jonge
mannen over vuren heen springen.

‘Zulke mythes, daar houden we van’, zei een wat nuchterder
parochiaan van de Assyrische kerk. Mythe – niet waar gebeurd. Maar twee meisjes
van de kerk hadden besloten het na te spelen, deze dag, na de gezamenlijke maaltijd.
En opeens gebeurde er iets. De sterke jonge man die daar liep met een kind, in
een doek gewikkeld, kon zo uit een krantenfoto zijn gestapt. Achter hem de
rouwende vrouwen, hoofden met sluiers bedekt. Totdat het kind op het kruis
terecht komt is de scene doods. Dan komt leven tevoorschijn.

Zo geloven ze, hier in Zeist, en voelen ze zich verbonden
met de vele gedoden en gemartelden, de velen die lijden onder de tirannie van
haat en superioriteitsgevoel, in de landen waar ze vandaan zijn gevlucht, twintig, tien, vijf jaar geleden. Het lijkt of ze zeggen willen: ‘Vind het kruis en
je vindt je kracht’. De liturgie, de traditie van de kerk van meer dan duizend
jaar terug, springt in het verre noorden en westen van Europa weer naar boven.

(En o ja, wie het verhaal over het kruis te bizar voor
woorden vindt: het lijkt wel sterk op 2 Koningen 13:21: ‘Toen de plunderaars eraan kwamen, werd er juist iemand begraven. Snel
wierpen ze de dode in Elisa’s graf. Zodra hij in het graf in aanraking kwam met
het gebeente van Elisa, kwam de dode weer tot leven en stond hij op.’)

(In de r.-k. kerk zijn alle feesten afgeschaft die geen zuivere historische wortels hebben; dit feest, daar traditioneel op 3 mei gevierd, heeft plaatsgemaakt voor de Kruisverheffing, op 14 september (!). In de traditie van de Assyrische kerk is 14 september het feest van de martelaren, allen die het kruis hebben gedragen om Christus’ wil. Hun gedachtenis, zo vertelde de diaken me, trilt mee op 13 september, zoals Allerzielen ook vaak Allerheiligen kleurt. Zie evt ook
https://nl.wikipedia.org/wiki/Heilige_Kruisvinding )



220 dorpsbewoners gekidnapt

Kerkentocht Zeist Posted on zo, maart 08, 2015 20:57:58

Daad is geboren in een dorpje aan de rivier de Khabour. Via
de stad Hassaka stroomt die rivier verder, tot ze uitkomt in de Eufraat. Als
kind maakte ze dat niet mee. En nu ook niet, nu woont ze in Nederland, en
schrijft ze boeken, en vertelt ze. Over Tel Shamiram en over Kharita, en al die
andere dorpen die nu leeggelopen zijn. Of leeggeroofd; 220 dorpsbewoners zijn
verdwenen, gekidnapt door IS. Wat er van hen wordt, oud of jong, tot kind aan
toe?

Ze openbaart mij de geschiedenis van haar streek van herkomst.
Tot 1930 woonde niemand daar. Toen streken Assyrische christenen neer, op drift
geweest vanaf de Armeense genocide in 1915. Via Noord-Irak, en verschillende
onveilige plaatsen, na moorden op hun patriarch en anderen, konden ze in dit
gebied in Syrië een veilige haven vinden. De Fransen stonden garant voor hun
veiligheid. Ze kwamen uit de bergen, nu woonden ze in een dal. Met steun van
anderen gingen ze aan de irrigatie werken. Van een woestijn maakten ze een
paradijs.

Totdat de Koerden er in slaagden de mannen van IS te
verdrijven uit hún gebied. Die trokken door, en joegen op christenen. De
meesten vluchtten op tijd. Hassaka liep vol, de bussen reden door tot aan
Libanon toe. En Daad vertelt, met foto’s, met verhalen, met herinneringen. In
prachtig Nederlands, of in het Assyrisch, dat vast ook perfect zal zijn.
foto van de vlucht uit Turkije, 1915. Daad Kajo toont beelden van vroeger, en beelden die ze van volksgenoten doorgestuurd kreeg. Meer over haar op haar website.

Heleen neemt het van haar over, nu, in de Shalomzaal van de
NoorderLicht. Zij is deskundige in de geschiedenis van de kerken in het Oosten.
Spreekt de taal, kent de spraak. Als ze de rij dialecten opnoemt, gesproken in
de dorpjes langs de Khabour, elk te herleiden tot een andere streek in het land
van herkomst in Turkije, applaudisseert de zaal. Herkenning – dat zijn wij, dat
zijn onze buren, dat zijn mensen die we kennen. We zijn gekend!

foto uit het archief van Heleen Murre-van den Berg. Een echte hete zomermiddag, in een dorpje langs de rivier de Khabour. 2008?

Heleen voelt zich helemaal thuis hier, bij deze mensen van
wie ze velen kent, maar voelt zich ook, net als ik, klein. Wat kunnen wij
zeggen tussen mensen die dit verdriet zelf ervaren. En tegelijk zien we ook hoe
ze door hier samen te zijn, de pijn delen, en ook gewoon samen eten en drinken
delen, volop leven. Hoe de kinderen hun mond opendoen, in volmaakt Nederlands,
maar soms ook in Assyrisch, Aramees, Arabisch, Engels, en wat niet al. En hoe
de kinderen, de kleinsten al, meedoen in een spel. ‘Later, als ze groot zijn,
zullen ze zeggen: in 2015 bij de genocide van ISIS was ik er ook al’. Zoals de
ouden onder ons ook weten van genociden van vroeger. Waarvan we dachten, in de
21ste eeuw maken we dat niet meer mee.

Spel met de kinderen, die de namen van de verwoeste of veroverde dorpen en steden vasthouden. Een Isisstrijder wordt weggejaagd door een zelfbewuste vrouw. IN de naam van God, in de naam van de vrede.

Één van de jongeren stapt naar voren. Ze heeft een gedicht
gemaakt, in het Assyrisch, en draagt het voor. Het klinkt als een klok,
fantastisch klankrijm, eindrijm, een mooi metrum. Ik herken de namen, Nineve,
Khabour, woorden als barbaar, woorden die klinken als in het Hebreeuws, het
Daam van bloed, het Allah van God, het Jom van dag. Als ik Arabisch geleerd had
had ik het ook verstaan. Wat staan ze dicht bij elkaar, de mensen in deze rijke
streek van de wereld, en wat staan ze ver van elkaar af.

Tenslotte spreekt de priester. In een betoog van een half
uur loopt hij langs de kaart. Hij wijst verbanden, toont invloeden, spreekt van
kansen en mogelijkheden. Vooraf, in de gebedsdienst, was zijn toon anders,
formeler, wat strenger, ook meer bewogen. Het woord ‘ISIS’ kon hij amper
uitspreken. Terwijl ik daar naast hem stond, en mijn tekst uitsprak, probeerde
hij mijn Nederlands te volgen, maar was hij vooral de priester, de man Gods. Nu
is hij de man die voor het volk uitgaat, een weg wijst, een houvast biedt. Hij
spreekt over Brussel waar hij morgen met Europarlementariërs zal spreken. Hij spreekt
over Beiroet waar velen hun best doen om een veelkleurig palet in het Midden-Oosten,
inclusief christenen, te behouden. Hij spreekt over het belangrijkste, bidden
bidden bidden. En over zijn dankbaarheid
dat zovelen de slachtoffers van de dwaasheid daarin bijstaan.

We zijn kerkgenoten, deze parochie van de Assyrische kerk,
de Mar Benyaminparochie, en onze NoorderLichtgemeente. We zijn geloofsgenoten
en buren. Onze werelden verschillen zoveel, en toch ook weer niet. We delen
dezelfde kalender, samen vieren we de Veertigdagentijd. In de gebedsviering
lees ik daarom een lied, vijf strofen lang, van Willem Barnard, over de weg van
die Ene, die ook onze weg is. Ik voel hoeveel te groot die woorden zijn,
meestal. Maar soms passen ze…

Zij moeten met Hem lijden
en met hem levend zijn
tot aan de laatste tijden
dan staan zij in zijn tuin
en heffen op hun hoofd
als bloemen en als doden
die uit de bodem komen
en ´t licht zien ongedoofd.

Het licht van alle stralen
komt uit zijn aangezicht,
zijn ster zal nooit meer dalen
en met Hem opgericht
verhogen zij de dag,
verhogen zij het leven
en roepen heil en zegen
over de aarde af.
(Lied 544:4,5)

Als ik wegga omhelst een vrouw me. Zo blij dat we dit samen
konden delen. Dat mensen zoals wij de ogen niet afwenden. Dat ze weten dat
zovelen verbonden zijn. Volgende week is onze avondmaalscollecte voor de
noodhulp die zij sturen naar de velen die nu op de vlucht zijn, weg van de
onheilen bij de Khabour. Brood en wijn in de woestijn. Er is genoeg om te
delen.

Met dank aan Heleen Murre-van den Berg voor de vertaling van delen van het verhaal van Father Stephan Yalda, en aan het parochiebestuur van de Mar Benyaminparochie!



Meertalig geloven

Kerkentocht Zeist Posted on zo, april 13, 2014 21:41:59

Thuis spreken ze Assyrisch, soms Nederlands, op school
Nederlands, soms Engels, sommigen spreken net als hun ouders Arabisch, en in de liturgie zingen en spreken ze Aramees. Daar komt voor
sommigen dan ook Frans of Duits bij, of Zweeds, als neefjes en nichtjes daar
zijn gaan wonen. We hebben het hier over jongeren die thuis zijn in Nederland,
meestal ook hier geboren, en die zich met gemak en humor in een betrokken
Nederlandstalig gesprek begeven. En die als je ze vraagt wat ze zijn,
Nederlander of Assyriër, zonder nadenken zeggen: ‘Assyriër – en hier voel ik me
thuis.’

Vanmiddag ontmoetten gemeenteleden van de twee kerken die
hetzelfde gebouw gebruiken elkaar: een deel van de 20+groep van de NoorderLichtgemeente,
allemaal uit Zeist, en acht jonge leden van de Assyrische kerk van het Oosten. De
laatsten kwamen bijvoorbeeld uit Nijmegen, Werkendam, Oosterhout, en het
Westland – voor hun gemeente is Zeist de centrale plaats. Hier kerken ze eens
per twee weken. Sommigen gaan in de andere week naar een protestantse of rooms-katholieke
kerk in hun woonplaats, als christenen moeten we elkaar toch opzoeken.

Volledig thuis – maar toch ook anders. In elke familie leven
de verhalen van hen die met geweld om het leven zijn gebracht, in Syrië, Iran,
Irak meestal. In elk gezin leeft de kennis van de geschiedenis van hun kerk,
begonnen bij de apostelen. Bij elk van hen is er de vriendelijkheid en de
vrolijkheid, maar tegelijk het moedeloze: terug naar waar onze families vandaan
komen, dat zal nooit meer gaan, kijk toch wat een puinhoop ze er van maken. En
gesprekken over contacten met moslims, die toch dezelfde naam voor ‘God’
gebruiken als zij, ‘Allah’, leveren de constatering op: ‘Mijn Afghaanse
vriendin wil dat ik de koran ga lezen, maar als het over de bijbel gaat zegt
ze: dat ding raak ik niet aan.’

Volledig thuis – maar toch ook anders. Trouw, zorgvuldig
omgaan met relaties, bij je ouders wonen totdat je de liefde van je leven gevonden
hebt, dat hoort er bij hen wel bij, en bij Nederlanders niet. Tenminste, dat is
hun beeld. Het levert een interessant gesprek op. Hier springen de Nederlandse
jongeren op het vinkentouw. Alsof zij zich niet net zo goed een minderheid
voelen – al vanaf de basisschool levend in een samenleving waarin van de
twintig kinderen maar een paar iets met kerk en geloof hebben. Die constatering
lijkt het ijs te breken. Uiteindelijk stelt een de vraag, of het volgende uitje
van de Nederlandse en de Assyrische jongeren niet samen zou kunnen: naar
Walibi, de Efteling, noem het maar op, moet toch kunnen?

Ondertussen kwamen ook de liturgie langs en vrouwen in het
ambt, de diakenen, priesters en bisschoppen bij de Assyriërs, de Drie-eenheid
en de visie op Maria, de manier van zingen en of de bijbels van beide kerken
hetzelfde zijn. Vertrouwen en eenheid moeten groeien. Maar als dat onder het
dak van de kerk al niet kan?



Kadish! – kerkentocht Zeist 21

Kerkentocht Zeist Posted on ma, mei 21, 2012 10:46:46

Eén van de laatste kerkentochten die ik nog te doen heb in
Zeist is op bekend terrein: de NoorderLichtkerk, waar ik de meeste zondagen te
vinden ben. Tegelijk ook het meest onbekende terrein: in een kerkdienst waar ik
de taal niet versta en de liturgie niet ken is veel te beleven. De
Nederlandse gemeente van de Assyrische Kerk van het Oosten, de Mar Benyaminparochie, viert de aanwezigheid
van bisschop Mar Odisho. Leden van deze parochie komen uit het hele land. Zeist
ligt centraal, vinden ze; die twee uur rijden hebben ze graag voor hun kerk en
het contact met hun naasten over.

De kerk ziet er gewoon en vertrouwd, maar toch ook heel anders. De tafel is
overdekt met rood, een kruis erop, de microfoon daarachter, richting de
kerkgangers. Tijdens vrijwel de hele mis kijken kerkgangers en voorgangers
dezelfde kant op, de kant van het kruis, de kant van God. Alleen tijdens de
lezingen, de preek en de specifieke voorbeden is er oogcontact. Het slot van de preek is ook
het enige moment dat ik de taal versta: de bisschop vat de preek nog even in
het Engels samen, en heet de gasten van harte welkom.
Toch neem ik ook verder nog wel wat tekst mee: sommige woorden ken ik uit het Hebreeuws
en Aramees van de bijbel en joodse geschriften. ‘Kadish, kadish, kadish’, zingt
het koor regelmatig, Heilig, heilig, heilig! De ene keer als een soort refrein
in het Onze Vader, een andere keer bij de bijbellezingen. Woorden voor zegen,
barach, koning, malach, geven wel aan dat deze taal, het oude Syrisch, dicht
bij die van Jezus staat. Ook de liturgie die we vandaag volgen, die van Aisa en
Mari, is de oudste orde van dienst die we kennen, zegt men. Opmerkelijk dat er
dan toch zulke overeenkomsten zijn met die van de Anglicaanse kerk en de
oecumenische liturgie bij ons: de drie lezingen uit Oude testament, Brieven en Evangeliën, de laatste met alle eerbied omgeven, kennen we in het Westen ook.
Terwijl er hier toch veel kerken zijn waar de lezing uit het Oude testament
eeuwenlang achterwege bleef.
De liturgie is hier, net als in de Orthodoxe kerk – waar deze kerk overigens niet
bij hoort – een afbeelding van de hemel op aarde. Daarom is er een groot verschil tussen de ruimte rond het altaar, twee treden hoger, waar niemand komt behalve de geestelijken, en daar onder. Anders dan bij de orthodoxen heerst hier een sobere beeld-loosheid: geen ikonen, geen kruis met corpus, eenvoudige symbolen op de liturgische kleding. Die sluit aan bij de eenvoudige stijl van deze kerk uit 1931.
Direct vooraan zit het koor, een vrouwenkoor: vanouds blijken vrouwen in deze kerk op deze manier een belangrijke rol te hebben, anders dan in de meeste andere oosterse kerken waar alles door mannen wordt gedaan. De wierook, de doorgaande gezangen,
de gewaden, de richting van kijken, alles vertegenwoordigt een hemels tafereel.
Tegelijk is er naast al die eerbied ook een grote ontspannenheid: regelmatig
maakt iemand een foto of een filmpje, kinderen lopen wat rond. Bij de communie
komen alle kinderen eerst naar voren, onder begeleiding: zij krijgen alleen het
brood, niet de wijn. En een zegen van de bisschop.


Wie naar voren komt voor de communie kust of groet het kruis, doet een
offergave in de mand, ‘wast’ even de handen in de damp van de wierook, en ontvangt
dan het brood in de hand. Sommigen kussen de ring van de bisschop,
vertegenwoordiger van Christus, en toch ook wel van die grote wereldwijde kerk,
de band tussen families die door de oorlogen in het Midden-Oosten her en der
verdeeld over de wereld terecht zijn gekomen. Verderop staat de diaken, met de
wijn; de kinderen en jongeren lopen daar voorbij.
Na de dienst volgt de maaltijd: de communie moet nuchter worden ontvangen, dus
ze zullen wel trek hebben. Maar eerst is er nog alle tijd voor een lied voor de
bisschop, door de kinderen gezongen. Een lied dat al heel oud is, zegt
mijn tafelgenoot, Heleen Murre van den Berg, hoogleraar niet-westers
christendom en speciaal uitgenodigd voor het contact met de bisschop. De
kinderen in deze gemeente zijn soms zelfs viertalig: naast Nederlands en de
taal van thuis, Soerit, het oud-syrisch in de kerk, en het Arabisch van de
straat vroeger. Een bijzondere gemeenschap, niet te vergelijken met een van de
andere. Een andere wereld, tegelijk: dezelfde wereld. En in die wereld zoekt
deze gemeente de heilige tijd en ruimte om God groot te maken. Ze doen het met
liefde, dat is duidelijk, en in alle gastvrijheid.

Meer te lezen op verschillende sites:

http://nl.wikipedia.org/wiki/Assyrische_Kerk_van_het_Oosten

http://www.assyrianchurch-europe.org/Holland/Netherlands.htm

Foto’s van betere kwaliteit op de eigen site van de parochie.



Het gebied van de zingeving – kerkentocht 20

Kerkentocht Zeist Posted on zo, februari 12, 2012 14:25:19

Een prachtige vierkante kerkzaal, met twee grote ramen, ook al vierkant, die zicht geven op de dennen. Een paar houtduiven, een eekhoorn zo nu en dan. Het is gestopt met zacht sneeuwen. Als ik binnen kom zingt het koortje al, meerstemmig, romantische klank, gemakkelijk in het gehoor. Op de achterste rij is nog alle ruimte; voor me zitten zo’n 60 mensen, rechtsvoor in het vak, tussen de mensen, staat het koor. Op bezoek bij het Apostolisch Genootschap in Zeist.
Meer dan in andere kerken voel ik me hier een vreemdeling. Dat komt misschien ook wel doordat in de samenkomst zo weinig structuur lijkt te zitten. De priester begint te praten, wat zoekend naar haar woorden, en het duurt lang voordat ik door heb dat de eredienst vooral uit ‘ik-boodschappen’ bestaat. Hoe ze van tuinieren houdt, en het fijn vindt dat een van haar dochters dat ook heeft, en dat zo ook zoeken naar ‘het gebied van zingeving’ overgegeven kan worden van ouder op kind. Maar dat ook wie niet van tuinieren houdt wel zo voorbeelden weet te vinden. Dat dan doorspekt met veel ‘echt wel een beetje’-taal; het sluit niet direct aan bij mijn verwachtingen. Als ik die opzij zet gaat het beter. Ik merk hoe de mensen intens luisteren, zo nu en dan reageren met een gebromd of hardop ‘ja’. Een huiskamerontmoeting in het groot?
Op ‘de verhoging’, de tafel voorin, ligt een open bijbel, daarnaast een grote kelk met een kleedje eroverheen. Die bijbel blijft zo liggen als hij ligt. Het enige waaruit wordt voorgelezen is de brief van de Apostel. Eerst alleen fragmentarisch, in het verhaal van de ´priester´: ‘zingeving en zielsverzorging’ is het thema van de brief, en ze bereidt ons er met haar voorbeelden op voor. Maar later volgt dan de hele brief. ‘De bron voor jonge mensen, dat ben je zelf’, blijft bij me hangen. Niet de woorden, de leer, de voorschriften, maar de persoonlijke authentieke benadering, daar gaat het om. Dat wordt geïllustreerd doordat na drie kwartier een tweede voorganger wat mag zeggen: hij heeft een tegeltuintje waar hij graag een pilsje drinkt, na zijn werk, verklaart hij. Een echte beroepsmilitair is het, die ons mee laat delen in de worsteling: hoe speelt mijn apostolisch-zijn mee in moeilijke beslissingen over het ontslaan van personeel bij defensie?
In deze gemeenschap zijn geen vrijgestelde voorgangers. De beide voorgangers hebben midden in de wereld hun dagelijks werk. Dat geldt ook de landelijk leidinggevende, de apostel, tevens kindercardioloog. Daarmee lijkt het Genootschap op de evangelische kerken waar ik eerder kwam. De verschillen zijn groter. Daar gaat het over ‘christen zijn’, ‘kind van Jezus zijn’, ‘bij God horen’, hier over ‘apostolisch zijn’. Maar vooral het ontbreken van ‘woorden van de andere kant’ valt op. Zelfs niet één liturgische zin, afkomstig uit de Psalmen bijvoorbeeld: ‘Onze hulp is…’, ‘De Heer zij met u’, geen schrift- of traditiewoord, geen citaat over wat eerdere generaties zeiden over ‘zielsverzorging’, de naam van Jezus valt niet. De liederen, meest door het koor gezongen, staan in een losbladig boekje, waarin ik geen lied herken. Soms, even, een zin: ‘ga niet alleen door het leven’, maar dan loopt het toch heel anders af, dan met die zware last die we op de schouders van de middelaar zouden kunnen leggen.
Pas op het laatst, wanneer de communie wordt uitgereikt, klinkt er een ander taalveld mee. Eerst bidt de priester een kort gebed, waarin we horen hoe goed we het met elkaar hebben. Dan neemt ze de kelk, en bij het aanbieden van het heilig brood aan haar assistenten spreekt ze de woorden: ‘Uw zielsaanbidding is aanvaard’, het brood wordt op de rug van de rechterhand gelegd, en na het nuttigen zegt ze: ‘en hiermee bevestigd’. Het doet me even denken aan de communie bij de Christengemeenschap, ook zo’n aan het begin van de 20e eeuw ontstane geloofsgemeenschap. De sporen van de communiepraktijk tóen zijn nog herkenbaar. Maar daarna gaat het hier al gauw weer ontspannen verder. Een knipoog, een vrolijke opmerking tussendoor, plezier om hoe de kleine kinderen op hun manier meedoen.
Dan is de dienst ook snel klaar. Terwijl het koor nog zingt lopen de mensen weg, naar hun jas. Geen wonder dat ik maar moeilijk binnenkwam: de mengeling van oecumenische basisbeweging, evangelische huiskamerkerk en de godsdienst van het dicht bij je eigen gevoel blijven laat zich niet zomaar peilen. Na afloop komt de voorganger nog even naar me toe, fijn dat ik er was, welkom. Goed om te horen! Want een beetje een kerk voor ingewijden is het toch nog steeds wel…

Het motto van het Apostolisch Genootschap:
In liefde werken aan een menswaardige wereld.

Zie verder de site,
ook interessant de bladzij van de apostel.



inhoudsopgave

Kerkentocht Zeist Posted on zo, januari 15, 2012 14:00:46

Vanaf mijn komst in Zeist ga ik regelmatig op een vrije zondag (of zaterdag) bij andere christelijke geloofsgemeenschappen langs. Van bezoeken aan de hervormde en gefedereerde en gereformeerde kerken maak ik geen verslag, van de andere wel. Zie hieronder! Met nog een paar extra’s, van bezoeken aan kerken buiten de dorpsgrenzen.
Nog te bezoek: Apostolisch genootschap, Mar Benyaminparochie, Armeense christenen in de Thomaskerk; nog meer suggesties? Welkom! Moet wel in Zeist zijn.

20 – Apostolisch Genootschap, feb 2012
19 – Leger des Heils, jan 2012
18 – R.-k. parochie, tweede keer, dec 2011
17 – Evangeliegemeente Oase, okt 2011
16 – Zevendedags adventisten, sept. 20122
15 – Christelijk gereformeerd, juni 2011
14 – Gemeente van Apostolische christenen, mei 2011
13 – Nederlands gereformeerd, febr 2011
12 – Volle Evangelie, nov 2010
11 – Vrij Evangelisch, okt 2010
10 – Nieuw Apostolisch, april 2010
9 – Christengemeenschap, dec 2009
8 – Walkart geloofsgemeenschap, aug 2009
7 – Gereformeerde Gemeente, mei 2009
6 – Vrijgemaakt gereformeerd, april 2009
5 – Doopsgezind, maart 2009
4 – Sterrenberg, febr 2009
3 – Lutherse gemeente, jan 2009
2 – R.-k. parochie, dec 2008
1 – Evangelische Broedergemeente, nov 2008
Extra: Janskerk EUG Utrecht, juni 2011
Extra: Protestantse gemeente Brugge, april 2011



Werklust en energie

Kerkentocht Zeist Posted on zo, januari 15, 2012 13:41:43

Kerkentocht Zeist, 19- 15 januari 2012
Een kerkdienst zal ik het niet noemen, want het Leger des Heils wil geen kerk zijn. ‘Heiligingsbijeenkomst’, zo noemen ze het zelf. Ik ben op tijd, en dat is maar goed ook, want we beginnen al voor het begin, met samenzang en een woord voor de mensen die thuis meeluisteren. Zingen, daar houden ze van hier. De liederen worden gebeamd, maar velen hebben ook hun boek bij zich, een meerstemmige bundel. Of het nu de acht blazers of de ene organist zijn die begeleiden, die meerstemmige zetting past altijd. Zo nu en dan is er een refrein met handgeklap, zonder moeite klinkt dan een dubbel ritme om me heen.
Zeistenaren kunnen de zaal kennen, omdat er elke donderdagmiddag een middagpauzedienst is, tijdens de markt. Ik doe daar een paar keer per jaar dienst. Nu zie ik waar alles toe dient: de kandelaar van de wereldwinkel (vijf poppetjes in een kring) is voor de kinderen die naar hun bijbelles gaan. Die lage lange tafel, die toch geen altaar kan zijn, is de heiligingstafel waar mensen aan knielen als ze na de preek daar reden toe voelen. Geen poespas, geen kussentjes, gewoon op de harde vloer. Geen biechtvader- of moeder, hooguit een officier die even een hand op de schouder legt: gaat het, of wil je erover praten?
Nog zo’n liturgisch gegeven dat ik van elders niet ken: de drie vrouwen die deze dienst zullen leiden komen op naar voren en geven elkaar daar geen hand maar wijzen allen even met de wijsvinger naar boven. Het herinnert me aan mijn padvindersgroet van vroeger, maar dan anders. Een soort: ‘Onze hulp is van de Ene’? Of alleen een restant van het oude legersaluut?
Een beetje ongestructureerd is deze blog wel aan het worden; dat weerspiegelt mijn beleving van de samenkomst. Wat waarom wanneer komt is mij niet echt duidelijk. Geeft niet, ik laat me meenemen, de mensen gaan vanzelf mee. En voelen zich ook vrij om een eigen invulling te geven. ‘Na dit lied is er vrijheid van gebed’, kondigt de voorganger aan, en we zijn nog niet uitgezongen of vanuit de zaal gaat een soldaat bidden. Als ze klaar is valt onmiddellijk iemand anders, van achteruit, in. ‘Heer, alstublieft, dank u wel dat…’. Een intens en persoonlijk gebed, over de rugzak die soms wel heel zwaar is, maar dan toch ook de dank voor het geven van kracht naar kruis. Een gebed beginnen met ‘alstublieft’, het komt in geen boekje voor, maar waarom eigenlijk niet? Als deze zuster klaar is eindigt ze met de regel van een lied, en onmiddellijk zetten de mensen het lied in, zonder begeleiding, een roep tot God als ik het goed hoor. Een acclamatie, maar dan niet vooraf bedacht.
Blijkbaar is twee vrije gebeden genoeg, want de voorganger neemt het weer over, sluit af met nog een lied, een paar woorden van eigen gebed. Na ruim een half uur van zingen, bidden, een stukje persoonlijk getuigenis dat bestaat uit citaten uit het boekje ‘Kruimkens van ’s Heeren dis 2011 en 2012′ komt de bijbellezing over de brede en de smalle weg. Zuster Hermans geeft eerlijk toe dat ze daar tegenop zag, geen simpele teksten, maar ze weet het toch goed dichtbij te brengen. De brede weg is de weg zonder grenzen. Ik rijd zo hard als ík wil, ik zeg wat ik wil, ik zorg dat ik aan mijn trekken kom. Dat anderen dan leeg en uitgebuit achterblijven zien alleen de omstanders; maar dat je zelf ook verkeerd terecht komt, dat merk je uiteindelijk zelf ook. Kies je daarom niet beter voor die andere wegen, die smalle weg, waar je soms moeite voor moet doen? Die weg voert naar de hemel.
Verbeeld ik het me, of hoor ik hier de link tussen die vroomheid en het sociaal engagement waar het Leger om bekend staat? Later gaat ze daar verder op in. Steeds meer mensen lezen theologie, en religieuze dingen, maar het gaat om de handen uit de mouwen, zegt ze. Zo is het maar net: dat hoor ik ook in de liederen. In twee van de liederen die we zingen komt het woord ‘werklust’ voor. In het ene roepen we de Geest aan, om te steunen, niet alleen als ons geloof verflauwt maar ook onze werklust minder wordt. Geef dan nieuwe energie, zo eindigt de tekst. Geen woorden die in veel kerkelijke hymnen voorkomen, dacht ik – hier passen ze perfect. En houden ze ook andere geloofsgemeenschappen wellicht een spiegel voor.
In tegenspraak daarmee realiseer ik me bij het verlaten van de zaal dat we geen enkele gebed, geen enkel woord van aandacht hebben gehoord voor wat buiten de kring van geloof en gemeente valt. Geen ‘aanroepingen voor overheden’, geen gebed voor wie in het dagelijks leven leiding moeten geven, geen bede om eenheid onder christenen, nu de gebedsweek van Raad van Kerken (Leger des Heils is lid) en Evangelische Alliantie (Leger des Heils is ook lid!) begint. Nu, door de week is het Leger des Heils daar wel aanwezig, met soepbus en slaaphuis, zullen we dan maar zeggen.

voor de hele reeks: zie inhoudsopgave



Volgende »