Columba 1400 heet
het café van Staffin. Nou, café is een raar woord voor dit grote gebouw: zalen,
een receptie, een grote cafézaal met vide van een verdieping extra. Veel licht
hout, efficiënt meubilair, niet typisch ‘van hier’. We gaan erheen omdat ze draadloos internet hebben, handig om even
de mail te checken, een blik in de eigen krant te werpen, plannen bij te
werken. Ook een kans om uit te zoeken hoe die rare fossielen heten die we
meenamen van het strand van Floddigarry. Belemnieten, nooit van gehoord.

De opbrengst van het café komt geheel ten goede aan de jeugd die we hier
opvangen, lees ik in de folder op tafel. Columba
1400
is een Schotlandbreed project, opgezet om ontspoorde jeugd een tweede
(of derde of vierde) kans te geven. Van die jeugd is er veel. Op een
vakantie-eiland merk je dat niet, maar in Glasgow wel . Maar ook de Highlands
and Islands kennen hun zorgen. De regionale kranten geven keer op keer tragische
verhalen, waar misbruik, drank en eenzaamheid een rol in spelen.
Hier dus: een trainingcentrum voor jonge mensen vanaf een jaar of 12, verblijf
voor kortere of langere tijd, stages op het eiland, cursussen sociale
weerbaarheid, communicatie, we kennen het. Met foto’s aan de muur probeert de
staf er ook een beeld van te schetsen, en dat lukt aardig. Als we weg gaan
kijken we nog even in de hal wat er verder te koop is. Een heel andere stijl
valt direct op: een kindertekening, kinderen bij een school, een tekst: Psalms,
Hymns and Prayers op één cd, door de kinderen, voor de kinderen, voor een eigen
project. Op de cd de uitnodigende titel:
Urnaigh na Cloinne, bun-sgoil Stafainn.
Zoiets kunnen we niet laten liggen. Psalmen kopen voor het goede doel: van de
ene benefiet rollen we in de andere. Eenmaal in ons huisje zetten we de cd
direct op. Ik klapper met de oren. Kinderen spreken en zingen helder en
onbegeleid, sommige zeggen een kort gebedje (… Amen!), andere een langere
tekst, ze zingen, in koor, soms solo. Bijzonder is dat ze ook zingen op de
manier van ‘giving the line’: één kind vervult de rol van precenter, zingt de
eerste regel, de andere vallen in. Bekende tunes van ‘volwassen cd’s’, Torwood,
Kilmarnock, Martyrdom, klinken weer heel anders, frisser, duidelijk ook wel een
stuk eenstemmiger dan wat we in oude Free Churches op Lewis gehoord hebben.
Eén van de eerste liedjes breekt direct in: Anna zingt ‘Madainn th’air èirigh’,
op de tune van Morning has broken. Thuis nog eens opzoeken of het er de
vertaling van is, of dat het een ander lied is op deze, oorspronkelijk Schotse,
tune. Vier strofen zijn het, ze begint te zingen, en met verve vertolkt ze de
tekst, vers voor vers met een eigen expressie, zonder een fractie te zakken. Ze
zingt naar binnen en naar buiten tegelijk. Het is alsof ik haar zie staan,
natuurlijk zonder papier voor zich, handen voor de buik. Ook de andere kinderen
die soleren lijken onbekommerd hun stem te gebruiken.
Aan het einde van de cd volgt een ‘Leughadh’, gelezen door Anna en haar broer
Euan. Dat klinkt direct als bijbel. Even heb ik hoop dat de cadans me al
vertelt waar het over gaat, maar dat lukt me toch niet. Gelukkig komt de clou
aan het einde. Murre agus Josef agus …, hoor ik. Maria, Jozef en het kind. Dat
kan ik me echt voorstellen, aan het einde van een decemberschoolavond op het
eiland Skye. Alle kinderen (15?) gaan na afloop weer naar hun huizen. Al dan
niet kerkelijk betrokken, deze verhalen gaan hier door, het zingen houdt niet op.
Mooi om te horen. Waar kinderen zo durven zingen, daar stroomt een goede bron.

Ik merk dat ik toch nog wat meer van de tekst kan begrijpen
dan ik dacht. ‘Clas 5-7 Gàidhlig’, dat moet klas 5-7 Gaelic zijn. Sinds 1980
zit de eigen taal hier weer in de lift, en wordt er aandacht gegeven aan de
cultuur van eeuwen her. Aandacht voor de ‘eigen taal en cultuur’ helpt mee om
kinderen recht te laten staan, te zingen en te spreken met de taal van het
hart.