herplaatsing januari 2010

Volgens Herman Finkers is ‘eier’
het meervoud van ‘ei’, en is ‘eieren’ een vreemde randstedelijke afwijking
daarvan. Goed, we kregen de vraag naar de eier op onze nieuwjaarskaart:
wie heeft ze daar neer gelegd, en kon je ze vanaf het pad zien liggen?

Het zijn de eieren van een bontbekplevier.
Eigenlijk een soort miniatuurkievit, en net als alle nestvlieders leggen
ze eerst een nest vol, voordat ze gaan broeden – alle jongen moeten op
het zelfde moment gaan rennen. Dit nest zal dus nutteloos geworden zijn
zodra de jongen uit het ei zijn, vanaf dat moment rennen ze als bolletjes
rond tussen de stenen. Bontbekjes leggen vier eieren, en op de foto mist
er dus nog één.

Als er gevaar is in de bredere kring rond
het nest zullen de vogels op allerlei manieren de aandacht afleiden; de
bekende truc is, dat ze zich gewond en gekwetst voortslepen, maar dat je
ze toch nèt niet te pakken krijgt. En dan vliegen ze opeens zomaar weg.
Maar als je heel dichtbij het nest bent zeggen ze niets meer. Ik zal
niet vreemd opkijken als twintig eerdere paartjes vogels me achter mijn
rug hebben uitgelachen; maar dít nest heb ik dan toch maar mooi gezien.

Op deze plaats was geen pad.
Zelfs schapenpaadjes zijn hier niet: als er al schapen komen, dan zijn
ze snel weer weg, want veel is er niet te halen. Dus het is gewoon: lopen
van oriëntatiepunt naar volgend punt, en zorgen dat je de richting niet
kwijt raakt. Ondertussen vliegen scholeksters enbontbekplevieren langs,
en op de zee vlakbij lange slierten Jan van Genten. Gek eigenlijk, over
vreemde meervouden gesproken: waarom geenJannen van Gent? Eggs and
Gannets, de Britten houden het simpeler.