Blog Image

Roel Bosch

Over dit blog

Beschouwingen en teksten, columns en artikelen.
Vrij gebruik in context waar de teksten tot hun recht komen, met auteursvermelding.

Geen vijandige relieken – Schotland 2012 2

Columns Posted on ma, juli 30, 2012 14:37:52

Hij heeft het dapper geprobeerd, Bonnie Prince Charles. Als
nazaat van King James meende hij recht op de Engelse troon te hebben, maar daar
dacht zijn protestantse familie anders over. Met steun (niet in het minst via
handige huwelijken) van Hannover en Holland bleven die aan de macht, en mocht
Charles in Frankrijk ambteloos leven. De nazaten van Jacobus, James, de
Jacobieten, moesten zich koest houden.

Totdat hij er genoeg van had. Hij regelde een leger, hij
legde contacten, en hoopte via Noord-Engeland en Schotland Engeland voor zich
te winnen. De adel en de elite daar zouden toch wel zien dat ze met hem veel
beter af waren?

Om een lang verhaal kort te maken: het is hem, in 1746, niet
gelukt. Maar wel voegde hij een pagina aan de Schotse geschiedenis toe die er
zijn mag. De manier waarop hij vocht, maar meer nog de manier waarop hij na
zijn nederlaag door Schotland trok, vluchtend, onderduikend, en vooral, verder
varend, spreekt tot de verbeelding. Het was niet de elite die hem hielp, maar
de lagere standen. In vissershutten en boerenschuren kon hij een toevlucht
vinden, op onmogelijke bereikbare plaatsen op de eilanden Skye, Barra, Scalpay,
waar niet al bewaarden mensen herinneringen aan hem. Een knappe man, een
hartenbreker? Zijn er daarom overal haarlokken van hem bewaard, in medaillons,
in lijsten van schilderijen, en nu dan: in musea?

Het museum van Inverness toont een hele Bonnie Prince
Charlie-collectie. Waar hebben ze het toch allemaal vandaan! En: wat heeft dit
voor relevantie? Een stukje antwoord vind ik op het bordje, ergens halverwege:

The Bowerbank collection.

Miss Emilie Bowerbank was a keen member of the
White Rose Society and an avid collector of Stuart artefacts. She often visited
the highlands and Inverness Museum in the late 19th century, tracing Bonnie
Prince Charlie’s wanderings.

Although an Englishwoman, Miss Bowerbank was an
enthusiast for everything Jacobite. In 1910, she bequeathed her collection of
portraits, miniaturs and medals to inverness Museum on the condition, that ’the collection should be kept together and
no Hanoverian relics were to be mixed up with them
.’

Geen relieken van het Huis van Hannover. Dat is religieuze
taal. In bepaalde gevallen verdraagt de ene religie de andere niet. Geen
beelden, geen resten van de verkeerden bij ons aan de muur. De Jacobieten
staan, ook voor heel protestantse Schotten, toch vaak voor die andere optie die
ze zo graag gehad hadden: meer vrijheid voor dit noordelijk deel van het grote
eiland. Meer aandacht voor de kleine mensen. Meer kans om een eigen
ontwikkeling door te maken. Of ze dat gekregen zouden hebben, onder Charles,
dat blijft de vraag. Maar als geloof, als overtuiging is dat reële antwoord
niet zo nodig. Elke haarlok van Bonnie Prince Charles is een reliek van de vrij
wapperende haren van een volk dat niet uit eigen land verdreven is. En ‘Englishwoman
Miss Bowerbank’ deelde in dat geloof.



Detach your imagination – Schotland 2012 1

Columns Posted on ma, juli 30, 2012 14:32:00

Een siddering ging door de zaal. ‘You should detach your imagination from
Scotland, my agent said.’ Zoals dat gaat op reis, je komt op plaatsen
waar je nooit van gedroomd had. Nu waren we beland in een lezing van Shona MacLean,
op het Inverness Book Festival. Shona is historica, schreef een proefschrift
over onderwijs in Aberdeen rond 1630, en
voelde zich zo thuis in die tijd dat ze er een roman over wilde schrijven. Toen
ging er iemand dood, in haar boek, en werd het een soort thriller. Inmiddels
ligt haar vierde manuscript bij de uitgever. Ze lopen best goed, haar boeken,
maar het kan beter. Vindt haar agent. Dus moeten ze zich dichter in de buurt
van Londen gaan afspelen, en ook liefst in een periode die de mensen al kennen.
Iets met de Tudors doet het altijd goed – ze had nog net kunnen voorkomen dat
de Tudorroos op de cover van haar laatste boek was verschenen.

Ja, er valt nog wat te sidderen voor Schotten. Maar gelukkig hield Shona stand:
ze zou alleen schrijven over dat waar ze met haar hart mee verbonden was. Haar
hoofdpersoon, Alexander Seaton, bijvoorbeeld. En mogelijk ook nog wel andere
mensen en perioden uit de Schotse geschiedenis. Maar toch ook weer niet te
persoonlijk: over haar oom, Alistair MacLean de schrijver, broer van haar
vader, over haar vroeggestorven opa Alistair MacLean, dominee, ook schrijver,
en zijn sterke vrouw – met elkaar twee generaties die zwaar getekend werden
door twee oorlogen zou ze het nu niet wagen.
Het was geen volle zaal, in het theater van Inverness. Dertig mensen, vier
microfoons, waarvan die van de spreekster van de avond uitviel en niemand die
er iets aan deed, het had wat van een buuurtcafé. Ik snap het wel, die wens van
de agent, los van Schotland en graag wat professioneler. Maar nu ik haar boek
aan het lezen ben hoop ik zeker dat ze zo door gaat. Hier is iemand die weet
waar ze over schrijft. De uitwisseling van Schotse studenten met Nederland
loopt als een rode draad door het boek. De ene studeerde theologie in Franeker,
de ander rechten in Leiden, één zat in Heidelberg toen Spinola de macht van
Rome weer trachtte te vestigen. Daar doorheen een intrigerende wereld van
Rozenkruisers en Masons, geheimen en vetes.
En het Schotse licht, de geuren van de kamperfoelie, maar ook de doordringende
reuk van schapenvet in de eetzaal van het College in Aberdeen, de angst voor
lijfstraffen, de opgepakte buurtjes waar mensen wonen. Als ze er over praat
merk je wel dat ze geniet van haar werk, boeken schrijven. Prachtige reden om
de meest vreemde archieven te bezoeken, oude ruines of bestaande kastelen te
bezoeken, zich in te lezen in tuinboeken en vrijmetselarij, textielgeschiedenis
en voedselschaarste. Een week voor een alinea, soms – het hoort er bij, geeft
het boek diepte.

Zo zie ik de kaart voor me die bij de boekhandelaar in
Aberdeen hing, nét nieuw, en die snel gekocht werd door de dokter van Banff, de
kaart van Johannes Doetichum, ‘Leo Belgicus’:

‘It was
indeed an impressive piece, a curiosity for anyone interested in those flat
lands, run through with rivers that held the key to all the wealth of the world
and could ship it to our shores. All the provinces of the Netherlands, north
and south, were delineated as a lion, the Belgian lion, three of its huge feet
planted firmly in the ground of Northern France and Germany, its head turned
eastwards and its tail flourishing over the North Sea….’
(348)

Crucible, 2012, S.G. MacLean. Eerst uitgegeven als ‘A crucible of Secrets’, 2011, Shona MacLean.
Haar agent heeft haar ook gevraagd haar initialen te gebruiken: mannen
kopen dit soort boeken eerder als ze niet direct zien dat ze door een vrouw
geschreven zijn. Eerdere
boeken: The Redemption of Alexander
Seaton; A Game of Sorrows.