herplaatsing van 30 December 2008

Het wintert. Duizend duiven in de kale takken
houden zich stil.
Zien niets en niemand meer.
Ieder voor zich en zwijgend
wachten ze tot de tijd verstrijkt,
de zon weer kracht wint en het voorjaar wekt.

Is dit gelatenheid, aanvaarden wat er is?
Of ook verlangen, hoop op nieuwe tijd?
Alleen het hier en nu –
duif, kale tak en lucht –
of vruchten aan een boom, smakend naar meer?
Hoor ik alleen de kou
of baant zich in mijn oor koerend de lente baan?