Blog Image

Roel Bosch

Over dit blog

Beschouwingen en teksten, columns en artikelen.
Vrij gebruik in context waar de teksten tot hun recht komen, met auteursvermelding.

Op voet van gelijkheid en ongelijkheid tegelijkertijd

Kerkentocht Zeist Posted on wo, september 21, 2011 13:01:45

Kerkentocht Zeist 13 – 13 februari 2011
De kring van kerken in Zeist waar ik nog niet geweest ben wordt steeds kleiner. Hoog tijd om de Nederlands Gereformeerden op te zoeken. De drempel is wel hoog: ik moet mee in de stroom van de kerkgangers van zustergemeente Protestants Zeist-West, en dan in de hal een andere afslag nemen. De kleine zaal is voor ‘de NGK’. Met 120 leden passen ze daar gemakkelijk in; ik schat dat tweederde deel van hun leden er ook echt is. Dat zegt wel wat van de verbondenheid en betrokkenheid.
Een boekje heb ik niet nodig: de tekst van het eerste lied staat al geprojecteerd als ik binnenkom. ‘Eens als de bazuinen klinken’, voor mij een wat vreemde keus als eerste lied. De ouderling die ons welkom heet verklaart het raadsel. Een geliefd gemeentelid is gisteren begraven, dit was zijn lievelingslied, we zingen het nu. Alsof we in een huiskamer zijn, zo komt ook de rest van het welkom over: lief en vooral leed van gemeenteleden wordt met aandacht gedeeld. Applaus voor twee jonge ouders die zich deze week als nieuwe leden gemeld hebben, hun kinderen zitten in de oppas.
Daarna neemt ds de Jong de dienst over, emeritus predikant van de gemeente. De eigen dominee, Judith, heeft vrij gekregen na de veeleisende week. Aardig, die mix van netjes achternamen soms, alleen voornamen op andere momenten. Het komt bij de aanhef van de preek weer terug, formeel en vrij door elkaar: ‘Gemeente van Jezus Christus, broeders en zusters, jongelui…’ Ik ga er maar van uit dat er niet de bedoeling achter schuilgaat te zeggen dat jongeren nog geen broeders en zusters zijn.
Nu in deze kleine gemeenschap zo opeens een vitaal lid overleed koos de voorganger ervoor dat in de hele dienst te laten terugkomen. Paasliederen klinken, Paaspsalm 3 wordt gezongen, de lezing is uit Johannes 11, over Jezus die in Bethanië aankomt kort nadat Lazarus is overleden. Met grote warmte en liefde voor de tekst neemt de voorganger ons mee in het gesprek tussen Jezus en Martha. Je hoort hoe hij het voor zich ziet: Martha die haar achterstand op haar zus Maria inhaalt, door dóór te vragen. In dit evangelie, zo legt De Jong uit, staan mensen tegelijk op voet van gelijkheid en op voet van ongelijkheid met hun Heer. Ze durven kritische vragen te stellen, hem voor de voeten te lopen, en tegelijk belijden ze dat hij de macht heeft. Is het met ons geloof niet ook zo?
Vers na vers neemt hij met ons door. De jonge vrouw die de tekst voorlas deed dat uit de Nieuwe Bijbelvertaling, de voorganger leeft helemaal in een oudere versie: ‘Gij waart…’ Dat geeft allemaal niet, het gezamenlijk lezen verbindt, en verplaatst ons als hoorders in het NU van Johannes. Tussen het toen van Jezus ooit en het straks van de heerlijke toekomst dwalen wij met ons verdriet in het heden rond. Maar in dat nu is hij ook, Ik Ben de Opstanding, zegt Jezus. En wie het door de overrompelende pijn van de dood in eigen leven niet zo ervaart mag bidden om de bewegelijke Geest, die mensen wil troosten en vervullen.
Zo is het een goede gereformeerde preek, uitgaand van belofte en verbond, die dankzij de persoonlijke betrokkenheid van de voorganger kan troosten en bemoedigen. Diverse kerkgangers lezen mee in hun bijbel, emotionele momenten zijn er niet, het is goed zo. De emoties komen wel bij het gebed. Voor de gemeenteleden die vooraf genoemd zijn wordt gebeden, en ook voor wie om hem heen staan. De eigen dominee Judith wordt aan God opgedragen. Naast de voorbede dankt dominee de Jong nadrukkelijk, voor wat we in hen ontvangen en ontvingen. En als de zieken niet meer beter kunnen worden: of God hen dan ‘een ruime ingang’ mag geven in zijn eeuwige woning.
Uiteindelijk komt in het gebed ook ‘de wereld’ nog aan de orde. ‘We gaan dat niet allemaal noemen wat er gebeurd is, maar we bidden voor uw volk Israël, dat in de afgelopen dagen een bondgenoot, zij het ook een niet erg betrouwbare, verloren heeft… dat ze steun vinden bij U, en zien dat de redding is in uw Zoon Jezus Christus’. Oeps, dat gaat wel snel. De mensen van het Tahrirplein, de diverse groepen in Egypte die zoeken naar vrijheid, de koptische christenen, ze blijven ongenoemd. Wat eerder niet opviel blijkt hier wel: een sterke betrokkenheid op Israël wordt gecombineerd met de verwachting van een spoedige eindtijd. Kenmerk van meerdere kleine gereformeerde en evangelische groepen in Nederland, ook als ze verder toch tamelijk nuchter zijn.
Het laatste lied komt uit de nieuwe liederen van het Liedboek: ‘Zingt voor de Heer een nieuw gezang!’ Het is net alsof het altijd Paastijd is, hier. Achterin de kerkzaal staan de tafels al klaar voor de koffie. Je kunt er ook nog intekenen voor de stamppottenmaaltijd van later deze week. Is het dan toch nog winter? Die komen we dan samen wel door!



Antonius, Vincent en het Volle Evangelie

Kerkentocht Zeist Posted on wo, september 21, 2011 12:59:41

kerkentocht Zeist 12 – 1 november 2010
In de aula van een school, daar is mijn liturgische vorming begonnen. Zaal met plavuizen, podium, houten klapstoelen, rechthoekig en hoog. Lampjes tellen aan het plafond was de enige visuele optie, voor zover ik me herinner. In de aula waar ik nu ben zijn ze er op vooruit gegaan. Uitzicht op het Zeister Bos, langslopende honden en eigenaren, stapelbare kunststof stoelen in vrolijke kleuren, geen elektronisch orgeltje maar een band. De dienst duurt ook aanzienlijk langer: 1 uur en 50 minuten, zelfs mijn ouderwetse jeugd kon daar niet tegenop.
Ik ben op mijn tocht door Zeist aangeland bij de Volle Evangeliegemeente Driebergen-Zeist, in Kerkebos. Zo’n 400 mensen, alle leeftijden, in een aula. Het infoboekje dat ik krijg noemt adressen tot in Amersfoort en Utrecht, Cothen, maar natuurlijk ook Zeist zelf. Veel mensen groeten me als ik binnenkom, ik ben welkom. De plaats die ik kies blijkt uitzicht te geven op de doventolk, die de hele dienst lang alles in gebaren en mimiek omzet, tot de pianomuziek en de stilte aan toe.
Ergens heb ik het gevoel dat ik deze dienst niet kan vergelijken met de eerste elf: ze hebben een gast van buiten laten komen die ruimer is dan deze gemeenschap zelf. Bij binnenkomst had ik hem al gezien, Otto de Bruijne, de spreker van vandaag. Een autoriteit in Opgewekt Nederland, iemand die boven kerkelijke partijen staat. Theologisch goed geschoold in Kampen, zich vrij gemaakt van het gesloten wereldje van de gevestigde kerken, her en der in de wereld gewerkt, in een ernstige ziekte veel verloren en veel gewonnen, een man met gezag. We hebben al eens samengewerkt, nu zie ik hem in zijn eigen setting.
Wat ik hier ook verwacht had, niet een preek over het zwijgen, de stilte, de eenzaamheid, die aan alle spreken en getuigen vooraf moet gaan. Antonius, de woestijnvader uit de derde eeuw, is onze Gids vanmorgen, en Henri Nouwen, en Vincent van Gogh, en natuurlijk bijbelwoorden, die Otto invlecht in zijn toespraak alsof hij ze zelf geschreven heeft – zo dichtbij komt Jacobus met zijn betoog over de tong, dat gevaarlijkste lichaamsdeel dat we hebben.
Al sprekend weet Otto Evangelische Zekerheden te relativeren, in relatie te brengen met Jezus, die sprak over de binnenkamer van het gebed. En in relatie te brengen met het leven, verbrokkeld en versnipperd in de veelheid: dit en dat en alles moet, wat komt er niet op ons af, altijd in contact, altijd aan het Twitteren, altijd vol plichten en taken – durf de eenzaamheid aan, de leegte, het zwijgen. Dan pas kom jij verder, maar kan je ook anderen nabij zijn.
Als hij uitgesproken is kondigt hij de stilte aan. Een devote stilte als in een Benedictijns klooster daalt neer, stil doorbroken met een lied. Daarna gaat de dienst weer over in de handen van de plaatselijke oudsten: er is gelegenheid naar voren te komen, voor en met je te laten bidden. Bijvoorbeeld als de veelheid jou te veel is geworden. Dit doen ze vaker, ik denk elke week. Het komt over als een goed doordachte en zuivere kring van gebed. ‘Heel worden’, is dat niet de kern van bidden voor en met anderen? Ook hier herken ik dat. Het gezang dat volgt klinkt veel hartelijker, veel beter meegezongen ook dan in de eerste helft van de dienst. Of verbeeld ik me dat?
Dan volgt het gewone gebed. Het draait om de gemeente, het werk binnen de gemeente, de zendelingen. De namen worden genoemd van hen die het even niet meer alleen trekken, allen zijn mensen die betrokken zijn bij de gemeente, sommigen worden broeder of zuster genoemd, andere meneer, mevrouw, of gewoon met de ‘doopnaam’. En dan is het al weer klaar. Geen gebed voor de plaats waar we wonen, voor andere geloofsgemeenschappen, overheid, samenleving, die hele bonte wereld van God. Schreef Paulus daar niet wat over? Gesloten, zo, een binnenwereld. Toch niet de binnenkamer die in de preek bedoeld was, lijkt me. Na het gebed wordt er wat overlegd: een paar namen zijn vergeten. Wilt u thuis in de infomail nog eens kijken, en alle daar genoemde namen gedenken? Ik heb die mail niet; maar ik ken wel namen, dat is geen probleem.



Zalig het verzekerd zijn

Kerkentocht Zeist Posted on wo, september 21, 2011 12:57:27

kerkentocht Zeist 11 – 4 oktober 2010
Een klein kerkje aan de Van Reenenweg, hoek Heijelaan. Ik kom er vaak langs, deze keer rijd ik het terrein op. Een vriendelijke gastheer snelt naar buiten, en wijst de fietsenstalling, daar staat mijn fiets veiliger. Als ik later terugkom staan er nog twee andere rijwielen. Komen de anderen allemaal met de auto, of te voet?
De Vrije Evangelische Gemeenten in Nederland ken ik wel; vrij zijn ze zeker, sinds ds Jan de Liefde zo’n 150 jaar terug alle banden doorsneed met de andere Afgescheiden Gereformeerde kerken, en zijn gemeente in Amsterdam op eigen wijze leidde. Dat gedoe met formulieren en belijdenisgeschriften was aan hem niet besteed: alleen de bijbel is genoeg. Geen liturgie die voorgeschreven staat ook, geen dwang rond wat wel en niet te zingen. En zo is het een bonte verzameling van kerken geworden. Her en der zingen ze uit het Liedboek, hebben ze ‘gestudeerde dominees’, maar hier in Zeist leiden de plaatselijke oudsten de kerkdienst, en zingen ze uit Johannes de Heer, de oudste nummers van Opwekking en Glorieklokken. Als ik het goed zie horen ze ook niet meer bij het landelijk verband, en gaan ze op zichzelf door.

Ik voel me een beetje als op een familiefeestje. Iedereen kent iedereen, mensen lopen vooraf heen en weer om te groeten, iemand wordt gefeliciteerd, het praten gaat door tot in de dienst zelf. De kerkdienst begint zonder duidelijke markeringspunten. Geen ‘Onze hulp’ aan het begin, zingen, een geïmproviseerd welkomstwoord, veel zingen, drie gebeden, en een lange preek met geïntegreerde schriftlezingen. De bloemen gaan naar een jarige zuster, die ook zelf aanwezig is. Welk lied wilt u voor uw verjaardag laten zingen? ‘Beveel gerust uw wegen’, de jonge beamerbedienaar heeft het snel gevonden, de jonge pianist ook. Oud en bekend. Net als Psalm 89 in de oude berijming, waarvan Johannes de Heer de drie gemakkelijkste verzen heeft overgenomen, 1, 7 en 8.
‘Uw vrije gunst alleen wordt d’ere toegebracht’, Psalm 89:8, bevat het kernwoord van de preek. Geloven is niet een moeten, niet een volgen van voorschriften, geloven is vertrouwen op de genade, de vrije gunst van God. God is wel de verborgene, maar in zijn Woord laat hij zich kennen. Zoek Hem niet in je gevoel, want dan zou je moeten twijfelen als je een slechte dag hebt. Nee, je mag door zijn Woord verzekerd zijn. En daar zingen we dan ook van.
Het is veel taal voor insiders, zo. ‘Zalig het verzekerd zijn’, aldus een lied vol archaïsmen – wie van buiten zou zich kunnen voorstellen dat het gaat om de verzekerdheid van het geloof? Ben ik wel een kind van God, twijfelt menige gelovige in de zwaardere kerken van calvinistische snit. Hier in deze kerk hoeft die twijfel allemaal niet. Gewoon de bijbel blijven lezen, op God vertrouwen zou genoeg moeten zijn. De preek is één lange oefening daarin, 45 minuten neemt het. Ik houd het luisteren niet steeds vol, en het opzoeken van de bijbelboeken ook niet. Het verhaal van de Emmaüsgangers ken ik ook zo wel, denk ik eigenwijs – en inderdaad, na het citeren van een regel gaan we verder. Deze methode van preken stamt uit een heel andere wereld, zo voel ik het.
Voor één van de gebeden roept de voorganger een gemeentelid naar voren, een praktijk die ik ook ken uit de Free Presbyterian Church in Schotland, op de doordeweekse diensten. De geroepene neemt direct de gelegenheid om drie ontmoetingen in de afgelopen week te vertellen. De Here was hem daarin nabij, niet alleen hem, maar ook zijn buurvrouw van wie hij nogal gruwelijk vertelt wat haar in het ziekenhuis overkwam. Meeleven alom. En het gebed zal ook na deze dienst niet voorbij zijn. Roerend, betrokken maar tegelijk wat vervreemdend. Ik weet niet of dit allemaal zou willen weten.

Vlak voor het laatste lied rennen opeens vijf vrouwen naar achteren. Zij zullen vast straks voor de koffie gaan zorgen. Om de zegen hoeven ze niet te blijven, want die komt niet. Ik merk dat ik het mis – een moment waarop er toch iets meer wordt doorgegeven dan alleen woorden. Nog een keer kijk ik dan maar naar de vurenhoutenplank, ruw, nog met schors en al, en de daarop gebrande letters: ‘door genade zijt gij behouden’. Hier horen daar geen plichtplegingen bij, zullen we maar denken.

Website: www.vegzeist.nl
Landelijk: http://www.bondveg.nl/



Lieve God, lieve jeugd

Kerkentocht Zeist Posted on wo, september 21, 2011 12:54:57

Kerkentocht 10 – 11 april 2010
Onze buurtauto staat er vaak voor de deur geparkeerd, de Nieuw Apostolische Kerk in Zeist, Oude Arnhemse weg. Maar binnen was ik nog niet geweest. Om tien uur is de dienst, staat in de Zeister Nieuwsbode, dus deze vrije zondagmorgen heb ik de kans.
Het Genootschap moet het niet van de digitale wereld hebben. De gemeente in Zeist heeft geen website, en ook de landelijke organisatie is maar beperkt op het web te vinden.Zo wist ik niet dat ik terecht zou komen in een kerkdienst waarin de Apostel aanwezig is, en vijf jonge gemeenteleden geconfirmeerd worden. Ik bof; maar misschien is het zo ook wel weer heel anders dan anders, wie kan het me vertellen?
De inrichting van de zaal overvalt me wat. Op het houten altaar, voorin, een kleurig voorjaarsstuk, met bol en al geplant: narcissen, hyacinten, tulpen,druifjes, en takken van magnolia en forsythia. Aan de andere kant staan twee kelken met deksels klaar, alsof er straks avondmaal gevierd zal worden. De zaal is al aardig vol, maar stil. Geen gepraat, laatste nieuwtjes, maar ook niet direct het gevoel dat mensen zitten of staan te bidden. Gewoon ruimte en rust. Zulke stoelen heb ik nog in geen kerk gezien, luxe fauteuils, in rijen,armleuningen, zachte blauwe bekleding, de wanden in oud-roze, de gordijnen in bordeaux, een wereld apart.
Aan het begin van de dienst staat het koortje op om een bewerking van Psalm 23 te zingen,stemmig begeleid op een elektronisch orgel. De sfeer van dit lied komt in alles wat verder klinkt terug. Ik moet denken aan Johannes de Heer, eenvoudige teksten en melodieën, gemakkelijk mee te zingen.Meerstemmigheid gaat vanzelf. En niet te veel denken over de tekst,gewoon maar zingen. Het Nederlands is vaak onbeholpen, archaïsch, een vreemde woordvolgorde, heel veel apostrofjes, zoals je dat ook in evangelische liederen kunt tegenkomen. Bladerend in het boekje dat me vriendelijk aangereikt wordt kom ik bekende thema’s en rijmschema’s tegen: ‘Hef poorten, hef uw hoofden hoog’, maar dan toch weer net anders. Eigen werk, van de apostolischen zelf, lijkt me, vertaald uit andere talen.
Wat veel jongeren zijn er! De preek is speciaal op De Jeugd gericht; dat woord wordt ook echt met een hoofdletter uitgesproken. De Lieve God heeft met de Lieve Jeugd het beste voor. Wat fijn, dat er vijf nu voor Hem kozen! Uit de Bijbel wordt één vers voorgelezen, 1 Korintiërs 8 vers 6; in de toespraak komt dat amper terug, maar mooi zijn de woorden uit de verzen daarvoor, die de voorganger, de Apostel, citeert: Zeker, het is waar dat wij allen kennis bezitten. Maar kennis maakt verwaand;alleen de liefde bouwt op. Wanneer iemand zich inbeeldt dat hij kennis bezit, is het toch nog niet de ware kennis. Maar wanneer iemand God liefheeft, is hij door God gekend. (Inderdaad,de Nieuwe Bijbelvertaling klinkt ook hier, vanzelf, ook al hangen aan de wand nog gecalligrafeerde teksten in de Statenvertaling.)
Liefde, daar draait het om, bij de wegen die je verder gaat. Anekdotes en herinneringen uit het eigen leven van de Apostel en zijn vrouw mogen de jongeren verder moed en inspiratie geven. Later krijgen ook nog drie van de vaders het woord,en elk geven ze hun eigen ‘spirit’ mee. Volg je gevoel, zegt de een,laat je niet door anderen de verkeerde weg op sturen. Let op Kolossenzen 1, zegt een ander, de geesten en machten van deze wereld hebben verantwoording af te leggen aan Christus, God kan alleen het goede met je voorhebben, houd je daar aan vast. De derde noemt het verzaken van de boze en al zijn macht, ik hoor een rechtstreeks citaat uit oude kerkelijke formulieren. Het zijn betrokken en warme woorden.
En dan, voor ik het weet, is er een gebed, en woorden over het brood op tafel, de hosties, en viert de gemeente avondmaal.Voorin staan vier broeders met de kelk met het heilig brood, ieder is welkom, alle leeftijden doen mee. Wijn of druivensap bleven achterwege, het gaat snel – twee coupletten van een lied en alle100 kerkgangers zijn geweest. Zouden ze dat iedere week doen?
Na afloop ben ik een van de weinigen die niet blijft voor de koffie, de tractatie, de ontmoeting. Duidelijk is me wel dat de gemeenteleden uit de wijde omtrek komen: Utrecht, Voorthuizen, van her en der komen ze, blij elkaar te zien. Ik kan merken dat er diverse lijnen samenkomen, nu. Vanuit de geschiedenis was het een heel aparte kerk,met eigen ‘apostelen’ die rechtstreeks de leer van het evangelie brachten, al net zo pretentieus als sommige heel grote kerken.Daarover lees en hoor je nu eigenlijk niets meer. Duidelijk dat het een christelijke gemeente is, tegelijk ook één die vanaf 1870 een eigen weg is gegaan, apart van de kerken van de grote en de kleine oecumene. De 19e eeuwse evangelisatiesamenkomsten van de arme wijken in Amsterdam, Hamburg, Groningen, zijn er nog wat in terug te vinden,het idealisme van de kleine groep. De manier van spreken van de mannen die de kar trekken heeft iets vlots, diepgang is niet zo te vinden, maar warmte weer wel. De zwarte pakken van de mannen en de modieuze kleding met korte rokjes van de vrouwen vertegenwoordigen een heel andere wereld dan de andere zwarte pakkenkerken in Zeist.
Als ik naar huis loop denk ik aan een uitspraak van mijn leermeester, de ethicus professor Rothuizen: ‘De kerk kan wel zonder theologen, maar theologen niet zonder de kerk’. Dit lijkt me een theoloogloze kerk. Eenvoudig, met woorden als liefde en vertrouwen als hoogste goed. Of, zoals die jongen het kwetsbaar en oprecht zong,in zijn sololied voor de confirmanten: ‘Je bent van goud, je hoort bij God’.

Hoe lang zou het duren voordat ook deze gemeente zich meldt bij de Raad van Kerken, als deel van de oecumene van Christus?

http://www.nak-nl.org



Mensenwijding op Tweede Kerstdag

Kerkentocht Zeist Posted on wo, september 21, 2011 10:41:53

kerkentocht Zeist 9 – 26 december 2009
Tweede Kerstdag. Het zijn alleen de heel bijzondere kerken die dan dienst hebben. Voor mij een uitgelezen kans weer op Zeister Kerkentocht te gaan.
De ‘mensenwijding’ in de Rafaëlkerk, van de Christengemeenschap, is mijn bestemming vanmorgen. Het is spekglad,op stoepen en bij ons op straat; maar er is toch een flink aantal mensen. De trapjes en de afrit naar het kerkplein, lager dan straatniveau, zijn met zand bestrooid; geen zout,hier! Met Kerst zijn er veel vieringen in deze kerk; de komst van de Christus in de menselijke behuizing mag groot gevierd worden. De Christengemeenschap heet ‘beweging voor religieuze vernieuwing’. Na de Eerste Wereldoorlog zochten enkele jonge theologen in Duitsland een nieuwe weg voor het geloof; Rudolf Steiner adviseerde hen. Zo ontstond een kerk die een eigen plaats heeft, maar wel veel gemeen heeft met de antroposofie. Geen wonder dat ik onder de kerkgangers bekenden uit de Groene Winkel tegenkom. En dat de letters en de vormen in het zelfde lettertype staan als die van de natuurvoeding van Demeter: geen haakse hoek te vinden.
De kerk heeft in eerste instantie een wat raadselachtige vorm. Van buitenaf zie ik boven al kaarsen voor het raam branden, 6 x 3, en door eenmaal binnen de lijn van het gebouw te volgen, en schuin omhoog te gaan, kom ik vanzelf in de kerkzaal uit. Met de klok(met de zon dus) mee, heb ik zo driekwart boog gemaakt. Eenmaal in de zaal zie ik recht vooruit een altaar, vrijwel over de , met zeven kaarsen, en een grote muurschildering.De gekruisigde Christus beneden, een Opstandingschristus daarboven.De wanden zijn paars, tegenover de zes ramen aan de noordzijde zijner zes aan de zuidzijde, ook hier 18 kaarsen. De kerk is op het Oosten gericht, maar licht uit het Oosten valt niet binnen. De kerkbanken kennen geen haakse hoeken, net zo min als de wanden;alleen het detonerende bordje dat de nooduitgang toont is in het verplichte groen, rechthoekig, met een heel on-antroposofisch rennend mannetje en een vierkante deur. Ook hier ontkomen ze niet aan de regelzucht.

Wat een vanzelfsprekende stilte heerst hier binnen!In de hal beneden werd bijgepraat, hier zit ieder voor zichzelf. Geen muziek, geen onrust, weinig afleiding. De kerk heeft haast iets vaneen grot, alleen met kaarsen verlicht. Dat zal het hele uur zo blijven. De lampen gaan niet aan, alleen de zeven kaarsen op het altaar zullen plechtig ontstoken, later plechtig gedoofd worden. Ook het geluid is puur: geen installatie, geen microfoons dus ook, alles op ademsteun. Als muziekinstrumenten fungeren een soort kleine harpen een tenorfluit. Die klinken op overgangsmomenten, in een eenvoudige samenklank, nooit veel langer dan een maat of 20. Twee keer begeleiden ze een simpel lied van twee of drie regels, doorallen gezongen. Verder is ieder stil. Luistert, leeft mee,bidt.
Alles gebeurt vooraan. Daar zijn de twee priesters en huntwee assistenten. De liturgie doet me sterk denken aan de roomseritus van vóór het Tweede Vaticaans concilie. Veel handelingenwaarbij de priester met de rug naar het volk staat. De antwoorden opresponsies worden slechts door de assistent gegeven. Communie op detong. Een hoge en plechtige taal, met een zeer uitgebreide offerritus, gevolgd door de transsubstantiatie en de communie. Geen lezingen uit Oude Testament of Psalmen, alleen het evangelie,verrassend, deze Tweede Kerstdag, uit Johannes 21: ‘Petrus, heb je me lief?’
Maar ook aan andere kringen doet de viering me denken: de archaïsche taal van vertalingen van Kahlil Gibran, en soortgelijke esoterische boeken. Anders oud dan de Psalmen van Gerhardt en Van der Zeijden, die in kloosters klinken. De korte overdenking is in gewoon Nederlands, een opbeurende gedachte over hoe vrede ontstaat waar liefde het hart vervult. Maar voor de rest is alle taal ‘hoog’, bedoeld als religieuze drager van een diepe betekenis. Eigenlijk, als je goed luistert is er niet één zin in gewoon Nederlands. De woordvolgorde is zeer afwijkend, het wemelt van de deelwoorden, de aanvoegende wijs (moge, geve, weze, zij) duikt steeds weer op, en net als in het Duits worden heel veel woorden aan elkaar gesmeed tot vreemde combinaties: ‘aardemens’, ‘zondekrankheid’, ’tijdronden’. Over Duits gesproken: ‘de verwandeling’ van brood en wijn in lichaam en bloed van de Christus moet wel van over de grens komen. ‘Die Verwandlung’,toch? Heel apart is de drie maal herhaalde uitnodiging aan Christus om ‘in onze behuizing binnen te treden’, als een soort vertaling van de evangeliespreuk: ‘Heer, ik ben niet waard dat u tot mij komt, maar spreek en ik zal gezond worden’. Als alles voorbij is, spreekt de priester op plechtige toon: ‘de mensenwijding – dit was hij’. Dan is het over. Vreemd, ik weet zeker dat ‘wijding’ een vrouwelijk woord is.
Is dit religieuze vernieuwing? Of is het religieuze kunstmatige veroudering, waarbij een tijdloze wereld geschapen wordt?Ik ben er niet uit, ook niet als ik een uur later de kerk weer verlaat. De rust, de overgave aan priesterlijke gebaren, gedragen taal, trage voordracht zonder enige technische ondersteuning zal zeker wijding geven, aan ingewijden. En natuurlijk is er naast de liturgie ook veel meer, in deze gemeente. De trouw aan de aarde zit er diep in. Vrede die uit de liefde voortkomt is een doorleefd goed.
Als ik de kerkzaal uitga, naar beneden, passeer ik in de gang op weg omhoog de drie wijzen uit het Oosten. Ze staan, in de vorm van kleine poppetjes op kamelen, in de ramen, tussen de kaarsen. Vóór 6 januari zullen ze nog niet boven zijn. Oog voor detail hebben ze zeker! Ik laat de gemeentezaal voor wat-ie is. Op de tafel staan de thermoskannen met koffie al klaar. Hoewel? Als ik op de fiets zit vraag ik me af of hetgeen kruidenthee moet zijn geweest, van Zonnatura. Of is dit nu ook weer een vooroordeel? Een andere kerkganger passeert me. Maar hem kan ik het niet vragen, met zijn Prius haalt hij mijn fiets geluidloos snel in.

Meer informatie op de site van deChristengemeenschap; http://www.christengemeenschap.nl/
Daar, onder ‘gemeenten’, ook tijden van de bijeenkomsten in Zeist.
Meer informatie in een brochure



Hedendaags geloven

Kerkentocht Zeist Posted on wo, september 21, 2011 10:35:11

Kerkentocht Zeist 8 – 9 augustus 2009
In het hartje van Zeist, tegenover het Walkartpark, ligt het kerkje van de Walkartgemeenschap. ‘NPB, vrijzinnige geloofsgemeenschap’, heette het vroeger. Toen ik dominee in Schiedam was fietste ik vaak langs hun bakermat, de kerk waar Francois Haverschmidt begon. In de Hervormde Gemeente was voor zijn ideeën geen plaats, en zo begon hij, met een deel van de Schiedamse elite, in een eigen kerkgebouw. De ´Nederlandsche Protestanten Bond´ waaierde uit over heel Nederland, uitte zich onder andere in de Vrijzinnig Protestantse Radio Omroep. En natuurlijk ook in Zeist vond ze voet aan de grond, een kleine keuzekerk naast de grote volkskerk.
Inmiddels hebben ze hun ondertitel gewijzigd. Wat is ‘vrijzinnig’ nog, tegenwoordig? Daarom heet het nu ‘onderdak voor hedendaags geloven’. Daar was ik dus te gast, vanmorgen. Een vriendelijk gebouw, ruim en licht. De zes ramen beelden zes evangelieperikopen uit. Ik zit naast Jezus die de kinderen zegent. Een bloot blank jongetje, een zwart kindje met kroeshaar, een meisje met hoofddoek, ze zijn allemaal welkom bij de grote Kindervriend. In dezelfde tinten, maar heel wat hedendaagser, trekt voorin de kerk een prachtig wandkleed de aandacht. ‘Ik zie een poort wijd open staan’, is mijn eerste associatie. Een wenkend perspectief in lichte, gele, gouden, bronzen en zilveren kleuren biedt uitzicht op, ja op wat eigenlijk? Volgens de folder die ik na afloop meeneem is het wandkleed gemaakt naar het interieur van de kathedraal van Vezelay. Door wie? Een anonieme middeleeuwse kunstenaar is het niet geweest, daar is het toch echt te eigentijds voor.
Het is goed bezet in de kerk. Ook de Doopsgezinden melden zich hier, vanmorgen, in de zomer werken ze samen, om en om een paar weken open, paar weken dicht. De voorzitter van de Walkartgemeenschap opent de bijeenkomst met welgekozen zinnen over het nut van godsdienst. Godsdienstige mensen, zo zegt het CBS, leven gezonder, roken en drinken minder, hebben minder last van overgewicht. Goed dus dat wij hier zijn; het nut ons een bijzonder! Dan volgt nog een gedicht, van Kees Blokland, directeur personeel van de Nederlandse Spoorwegen, over verder kijken dan de omheining van onze beperkte blik. Mooi gedicht, toch? Kees was vroeger hervormd, maar is doopsgezind geworden omdat hij gaat voor een dogma-vrij geloof, zo weet de spreker. Dat moet het summum van het hedendaags geloven zijn: een dogma-vrij bestaan leiden. Het dogma van dogma-vrij, zogezegd, sputtert de calvinist in me tegen. En het was echt een mooi gedicht, vind ik, met of zonder dogma.
Dan is het woord aan de voorganger van vanmorgen professor dr. L. Laeyendecker. Hij is hier duidelijk een bekende. Bij zijn eerste woorden en zijn gebed herken ik in hem de oudere wetenschapper met r.-k. achtergrond, zoals ik ze in Limburg vaak tegenkwam. Veel Oosterhuisachtige formuleringen, en later, in het gebed, verwachtte je elk moment na de aanhef: laat ons bidden, de respons van allen: Heer, onze God, wij bidden u verhoor ons. Maar daar doen ze niet aan, aan liturgisch gedoe, bij de Walkartgemeenschap. En Laeyendecker verwacht het hier dus ook al niet meer.
Met kerkelijk jaar en leesroosters hebben ze niets: vanochtend gaat het over de moord van Kain op Abel. Een ethiologische mythe, aldus de spreker, die verklaart waarom de moord de wereld in is gekomen; ook een verhaal over de eeuwige strijd tussen landbouwers en herders. Daarnaast een verhaal waarin duidelijk wordt dat God Abel aanvaardt: de mens die ‘niets’ is, want dat betekent die naam, niet de mens die ‘Mannetje, Macho’ is, Kaïn. Dat verhaal moeten we blijven doorvertellen: God kiest uit, dat wat niets is, om dat wat meent iets te zijn te beschamen.
Na de preek daalt de organiste van het orgel af, naar de piano. Als ze speelt zweven mijn gedachten naar Engeland en naar Scandinavië, en weer terug. Wat zou het zijn? De zware en grote piano heeft een klank waarop de lyriek prachtig gonst. Later, bij de koffie, hoor ik dat het een Enigma-variatie van Elgar was, een bewerking van het orkeststuk voor piano. In muziek zijn ze goed hier. Klassieke muziek, de theorie van muziek, net als mandalatekenen en literatuur krijgen hier in het jaarprogramma veel aandacht.
Goed gekozen woorden, enkele eenvoudige liederen uit de oecumene (Oosterhuis, Sytze de Vries en Marijke de Bruyne), een collecte voor Amnesty International bij de uitgang: het is goed, allemaal. Alleen, achter mijn ogen is het nooit gaan prikken, deze dienst. Mij kwam het niet dichtbij. Maar dat zegt meer over mij dan over de dienst, natuurlijk. Na afloop is er de koffie, in de zaal ernaast. En als de organisator van de distributie van de programmaboekjes er nog een stuk of 50 wil laten rondbrengen, is ze ze zo kwijt: Doopsgezind en Walkart, iedereen doet mee. Het sacrament van geven en delen krijgt overal een eigen vorm…

Adres Kerkweg 19-23. Zie de website, http://www.walkart.nl . Hier ook informatie over de vele cursussen en andere programma-onderdelen. In Zeist is de afdeling geen lid van de plaatselijke Raad van Kerken.

Het wandkleed blijkt, volgens de website, gemaakt door Toop Dingemans, in 1995.

Zie voor eerdere tochten deze link:
Gereformeerde Gemeente
Vrijgemaakt Gereforeerde Kerk
Doopsgezinde Gemeente
Lichtpunt Abrona
Evangelisch/Lutherse gemeente
St. Jozefkerk
Broedergemeente



Wederhorigen en Pinksterlingen

Kerkentocht Zeist Posted on wo, september 21, 2011 10:33:07

Kerkentocht Zeist 7, 21 mei 2009
Een rustige Hemelvaartsdag, niemand op straat als ik naar de ‘beschuitbussenkerk’ ga – maar eenmaal binnen zijn er toch langs stille paden zo’n 600 of 700 mensen bij elkaar gekomen. Ze bereiden zich voor op een lange zit. Uit grote bakken kan wie dat wil een kussen pakken; daarna de kerkzaal in. Een hoge ruimte, met als muren zeven halve kokers, naar schatting 15 meter hoog. In één van die kokers de preekstoel, doopvont, lezenaar, een volgende herbergt de orgelgalerij. Verder, en in de middenruimte, allemaal banken. Als dominee van Eckeveld zegt dat Hemelvaart een nog groter heilsfeit gedenkt dan Pasen, dan past het bij de grote opkomst. Of zou het met Pasen nog veel voller zijn geweest?
Staat de tijd stil, in deze kring? De psalmberijming van 1773 klinkt vanzelfsprekend, traag, op hele noten, zeer onthaastend gezongen. Niet al te luid – wie niet werkelijk een gelovige is mag al die grote woorden niet zomaar uitzingen, dat moet biddend gebeuren. Maar mooi zijn ze wel: ‘Is op het land een handvol koren, gekoesterd door de zon, ’t zal op ’t gebergt’geruis doen horen, gelijk de Libanon.’ Het geruis blijft in deze kerkdienst nog uit, maar wie weet, mocht het zo zijn, dat in menig hart in dit uur een nederlaag is toegegeven?
Want dat is de overheersende gedachte, nu, met Hemelvaart: Christus zetelt als koning, als Rechter, op de Troon naast God de Vader. Christus is de Mensenzoon uit Daniël 7, de ‘ben enosj’, zoals het Aramees dat zegt. Hij, de kwetsbare, weerloze, durfde, nee wilde onze weg gaan. Wie zijn eigen nederlaag erkent, zijn eigen kleinheid en kwetsbaarheid niet langer negeert, niet door eigen beslissing maar door een liefdesdaad van God, zal zich daar bij hem kunnen voegen. Die zal dan ook door hem aan, nee in het hart gedragen worden, als een kostbaar kind.
Geduld, het uithouden in de tijd, wachtend tot God binnenkomt in je leven – dat is het beeld dat me bijblijft. Een preek van 45 minuten, rustig, meestal docerend, soms even een oproep, dan een psalmvers, en dan het slot van de preek, nog eens 10 minuten. Het gebed hebben we dan al gehad; om opening van Woord en harten, om de gemeenteleden die thuis zijn, meneer A, mevrouw B – want zuster of broeder wordt je hier niet zomaar genoemd. Ook een gebed voor een broeder die zo te horen zwaar depressief is. Voortdurend ziet hij in de afgrond, het zwartste zwart. Aangrijpend, dat gebed, maar ook: wat zit er achter? Kan dit geloof hem licht brengen?
Ook in het een gebed: een bede voor al die plaatsen waar het Evangelie verkondigd wordt. Wordt de wereld nu iets groter, mogen andere kerken ook mee doen? Tijdens de preek begrijp ik de relatie: want Christus regeert als koning door de prediking van het Woord, zo zegt het de kanttekening van de Statenvertaling bij de tekst van vandaag. Zouden al die andere plaatsen in Zeist waar de bijbel opengaat bij dit gebed inbegrepen mogen zijn? Zijn het niet allemaal ‘genadeplaatsen’, ruimten in tijd en plaats waar het heil tot mensen kan komen? Die vraag wordt niet beantwoord. De mens en God, daar draait het om, geen verhalen over wereld en kerk, samenleving of levensvragen.
Her en der en overal zitten de kinderen, kleine meisjes met mooie baretjes, jongetjes die zo nu en dan met grote ogen naar mij kijken. Stil doen ze mee; psalmboekje open, ook al houden ze het op de kop, of wat bungelen met de benen. Soms veroveren ze een plekje op schoot bij moeder of oma, eerlijk delen, na vijf minuten ruilen met broertje of zusje. Achter me hoor ik een potlood op papier. Heel vanzelfsprekend lijkt het te gaan, zelden een vermaning. Kinderen die eerbied hebben voor boeken, geen tv thuis, die misschien wel extra genieten van deze aandacht, twee, drie keer in de week een kleine twee uur dicht bij een veilige volwassene. Niemand met ADHD hier? Hoe zou het op de Rehobothschool hiernaast toegaan?
Bij de zegen, aan het slot, overkomt me hetzelfde als in het begin bij de groet: ik moet de neiging onderdrukken een kruis te slaan. Ergens heeft de dienst zo zeer een ritueel karakter dat ik me weer thuis waan in één van de warme ‘roomse’ kerken in Maastricht. Zo heel anders, tegelijk ook zo zeer verwant. Het is alsof alles van de andere kant moet komen. Wat ik mag doen, is stil zijn, open durven zijn, en ontvangen. Dat is mooi, daar niet van. Maar wel heel anders dan ik dat ’thuis’ , in mijn kerk, gewend ben. Terwijl we toch dezelfde wortels hebben. De Zoon des Mensen heeft een vreemde schare mensen aan het hart, nee in het hart…
En die wederhorigen? Keer op keer gebruikte de dominee dat woord – totdat we het uiteindelijk samen zongen: ‘opdat zelfs ’t wederhorig kroost altijd bij U zou wonen.’ Zoals die ‘Pinksterlingen’, die eerst niet wilden horen, maar toen óm gingen. En thuis kwamen bij God. Taal vormt!

bezoek aan de Gereformeerde Gemeente te Zeist, Joubertstraat/Bergweg.



Gebeamde liederen en voorgezegde psalmen

Kerkentocht Zeist Posted on wo, september 21, 2011 10:31:16

Kerkentocht Zeist 6 – 5 april 2009
De kerk waar ik vanochtend heenga wint in elk geval de duurzaamheidsprijs. Zo’n grote fietsenstalling zag ik nog nergens; kerkgangers hebben het oudpapier van de week bij zich en droppen het in de container; en in het gebed om schuldvergeving staan de zonden die we aan Gods wereld doen, mensen, dieren, planten, de aarde zelf, op een belangrijke plaats. Bewuste mensen, hier.
En verdient het kerkgebouw, de Ark, ook niet een prijs voor duurzaamheid? Ooit als houten noodkerk gebouwd voor de Gereformeerden van Zeist heeft het al op twee andere plaatsen gestaan. In de jaren 1930, stond het aan de Bergweg, totdat de kerk die nu ‘NoorderLicht-kerk’ heet klaar was. Toen vertrok het naar hier, aan de Van Reenenweg, als derde gereformeerde kerk, de Zuiderkerk. Later konden de Vrijgemaakten de ‘noodkerk’ overnemen. Nog even en ze vieren 100 jaar noodkerk, een mooi symbool. Een kerk die voor altijd ‘noodkerk’ is, dat lijkt me toch zuiver evangelie.
Vooraf aan de dienst bekijk ik het kerkblad. Een levendige gemeente tekent zich af. Zonder dominee – ze zijn al even vacant- blijken ze niet ingezakt, dat is duidelijk. Bijzonder hoe ze omgaan met het feit dat alleen mannen ouderling en predikant kunnen worden: daarnaast staat een team van vier vrouwen, die Pastoraal Psychologische Hulpverlening aanbieden. De aankondiging ziet er goed overwogen en betrouwbaar uit. Straks, in de week voor Goede Vrijdag, staat op drie ochtenden de kerk open voor een combinatie van morgengebed en ontbijt. Met warmte wordt het werk in de drie inloophuizen in Zeist aangeprezen, een voluit oecumenisch initiatief waar de diakenen van deze kerk zich stevig voor inzetten.
Als de dienst begint valt het prachtige kleine orgeltje op, boven op de galerij, met een organist die mooie stukken speelt. Psalmen spelen een belangrijke rol, drie keer worden er enkele strofen gezongen uit de eigen Vrijgemaakte berijming. Het is voor mij wel even wennen. Het lijkt op dat wat ik al ken, maar is toch weer net even anders. De typist van het beamteam heeft het er ook moeilijk mee gehad. Wie meezingt vanaf het grote scherm krijgt opeens ergens een lettergreep te veel: hoe lossen we dat nu weer op?
Dat beamen boeit me wel, eerlijk gezegd. Wat gebeurt er, wanneer de dominee elk te zingen psalmvers eerst hardop voorleest, zoals dat in, zeg, 1800, gebeurde ten behoeve van de slechtzienden of slecht-lezenden, en vervolgens schuift ieder versdeel op een groot scherm voorbij? Deze combinatie, of, zo u wilt clash, van culturen herken ik vaker, deze dienst. Ook de preek wordt door beambeelden ondersteund, maar soms, als de dominee zijn tekst wat omgooit, ook tegengewerkt. Een echte pittige bijbeluitleg, zoals ik me die uit het verleden in deze kring herinnerde, is nu vervangen door een meer vermanend verhaal. Jacobus en Johannes willen graag weten wie straks naast Jezus op de troon mogen zitten. Zij zelf? Willen we dat, als gelovigen, heersen, neerkijkend op de rest? Onze roeping is de dienaar, Christus, te dienen, en niet te vragen naar de toekomst. Dien de dienaar!
Ondertussen maken de plaatjes me onrustig. Iets vaags met het kruis, maar met heel concrete woorden, voor de kinderen: ‘Kunnen jullie je voorstellen hoeveel pijn dat doet, dat ze spijkers door je handen en voeten slaan?’ Laten we hopen van niet. En als Jezus op weg gaat naar Jeruzalem verschijnt een plaatje van Jeruzalem inclusief Rotskoepelmoskee en flats op de achtergrond. Hier loopt mijn historische fantasie vast, vrees ik.
De dame van het ontvangstcommittee had me vooraf hartelijk uitgenodigd voor de koffie na afloop. Ik laat het erbij zitten. Het wordt vol in de hal, de dominee die nu preekte wil direct kennis maken met de gemeente, want wie weet wordt het wat, samen. Ik gun ze een mooie toekomst, in de noodkerk van Christus, de Ark die de tijden verduurt.

http://www.zeist.gkv.nl/



« VorigeVolgende »