Blog Image

Roel Bosch

Over dit blog

Beschouwingen en teksten, columns en artikelen.
Vrij gebruik in context waar de teksten tot hun recht komen, met auteursvermelding.

Hymns, songs & the like – studieverlof 19

Studieverlof 2012 Posted on do, mei 03, 2012 21:18:40

8 april – 17 juni: 3 mei

Een
‘middle of the road’-gemeente, daar hoort een van mijn tafelgenoten bij thuis.
Samen lopen we op uit Matins and Eucharist in de kerk van St. Mary. Hij heeft
commentaar. Bij hem gaat het toch wat anders, dit is wel heel High Church. De
anderen aan tafel gaan hier op het eiland niet meer naar de kerk. Die taal, en
die toon, en dat psalmzeggen, met de adem precies halverwege een vers, het
staat ver van hen af. Zij kerken in een kerk waar de banken uit zijn, stoelen
in een kring, een viool, een paar gitaren, heel verschillende soorten van
muziek. Alleen mist zij het orgel wel: ze speelde zelf jarenlang. Maar dat was
ook niet altijd prettig. Vooral niet als de dominee van dienst een lijstje
liederen gaf, allemaal met dezelfde soort melodie. En dan ook nog eens ieder
jaar dezelfde. Nee, er zijn vele voorgangers die niets met muziek hebben, heeft
ze moeten constateren, en nergens zijn ze daarin ook maar enigszins geschoold.
En als ze dan eens aan de organist zouden vragen de liederen te kiezen…
de kerk van St Mary, gezien vanaf St. Cuthbert’s Island.

Mijn
beeld van de Anglicaanse kerk moet ik zo wel bijstellen. Een gezamenlijk
probleem is de ramp in het onderwijs: geen kind leert meer zingen, tenzij ze op
een koorschool zijn. Daarvoor was er nog een tijd dat ze op scholen zongen uit
het ‘BBC-Hymn book’, met alleen maar bestsellers. Aanstaande bruidsparen hebben
dat boek in hun hoofd, als ze liederen kiezen voor de trouwdienst. Je kunt ze
van te voren al noemen.. ‘All things beautiful’, ‘The holy city’, ‘The Lord is
my shepherd’.
Het kan nog weer anders, maar daar worden ze ook niet vrolijk van. Ik hoor van
een gemeente waar ze hun eigen tekstjes en muziek hebben gemaakt, de simpelste
akkoorden, drie tonen per lied, ‘boring’, vreselijk – en mensen van buiten
kunnen ook nog eens nooit meezingen.
Na het ontbijt komt Ray Simpson langs; hij is bezig met een boek over Lucas, en
kan geen liederen vinden over het leven van Jezus. Of ik iets weet? Ja, zie Church Hymnary 4, Church of Scotland.
Hij zal het bestellen. Verscheen in 2004, is het eerste engelstalige boek waar
ze deze vraag hebben opgepakt. In alle traditionele hymnaries gaat het vrijwel
alleen over de pasgeboren Jezus of de stervende, dode en verrezene, of de
voorbeeldige lieve vriend.
Wat dat betreft doen we het in Nederland niet slecht. Het Liedboek 1973 liep internationaal voorop. Ik zing een paar liederen
vóór uit ons liedboek, en laat hem meelezen, vertaal wat er staat. ‘Jezus die
langs het water liep’, ‘Een zaaier ging uit’, ‘Lieve Heer, Gij zegt kom’, ‘De
vogels van de bomen’. Zijn eerste vraag: ‘Gaan jullie er van uit dat jongeren
dit graag zingen?’ Nou zeg! Zo komen we er nooit. Welke jongeren? En het
verschilt per lied. Maar kwaliteit laat zich toch herkennen? Nee, we hebben ook
oude melodieën, maak je geen zorgen, maar nieuwe tekst op oude tune werkt toch
lang niet altijd goed? Weifelend staat hij op. Ja, inderdaad, het is wel een
mooie template, zo, bijzonder. Hij zal er nog eens over denken.
Ik ook. Kom ik om te studeren, ga ik weer mensen bekeren. Terug naar de Celtic
roots, Bosch! Mijn lezen onderbreek ik voor het avondgebed in de kerk. De
Nederlandse groep uit het noorden is er voor het laatst, en ze hebben gevraagd
of ze een lied mogen zingen. Aan het slot staan ze op. ‘Vrede wens ik je toe.’
Ze grinniken wat naar me. Die ken ik al. Tja, liederen kunnen raar lopen.

Verder
met de Psalmen. Vandaag 101. ‘Uit de stad
van de Heer verdrijf ik allen die onrecht begaan.’
Dan wordt het wel leeg
daar in die stad – iedere ochtend hier bidden we om vergeving voor al ons
onrecht. Maar rond die heilige stad, op het platteland eromheen, ontstaat vast
een gezellige samenscholing van goedmoedige zondaars. Die David toch – hij
heeft het vast tegen zichzelf. ‘Elke keer
weer jaag ik mijn slechte ideeën naar buiten.’
Zo in elk geval gaat Jim
Cotter er mee om: ‘So often we slander,
pretend, grumble, fail.’
Maar ja, dan worden het toch ook wel weer
dooddoeners. ‘So often we…’, laat maar, het wordt toch nooit wat.
Oosterhuis vindt een andere toon, ziet hoop, licht:
Ik wil vertoeven
in het land der transparanten
mijn ogen zoeken de
weerloze echten –
geef mij een
doorzichtig huis.

Hoe komt het dat ik even aan de politiek moet denken? Dit is een bede voor
overal en iedereen.

10 weken
studieverlof: de betekenis van keltisch-christelijke spiritualiteit voor de
christelijke gemeente nu en morgen. Een regelmatig verslag. Aan het slot steeds
aandacht voor de Psalm die ik vandaag las, in de versies van Huub Oosterhuis,
150 psalmen vrij, en soms ook Jim Cotter,
Out of the Silence into the Silence, of de voorlopers daarvan, By stony
Paths, A version of Psalms 51-100 en
Towards the City, A version of Psalms 101-150.



Rijk duinzand – studieverlof 18

Studieverlof 2012 Posted on wo, mei 02, 2012 19:49:50

8
april – 17 juni: 2 mei

Geen
theologie voor ontbijt dit keer, maar een gesprek over invasieve soorten: de
grey squirrel en een plant genaamd ‘raggy’, als ik het goed heb, in Engeland,
en een heleboel soorten in Australië. Iedereen hier heeft verstand van natuur,
en deelt daar graag in uit. Twee vrijwilligers uit Australië zijn overgekomen, dat
verbreedt de input aanzienlijk. De St Aidan and St Hilda-community heeft daar
ook nogal wat leden, vandaar.
Natuur en geloof zijn voor mij altijd een vanzelfsprekende combinatie geweest,
maar in de gangbare theologie is dat meestal maar een bijkomstigheid, zelfs wat verdacht. ‘Natuurlijke theologie’ was lang een grote zonde. Tot in onze psalmberijming komt dat terug: na de constatering in Psalm
8, dat Gods glorie aan de hemel te zien is, volgt het woordje ‘maar’: pas uit
de mond van mensenkinderen komt het verlossende en God lovende woord.
Wat dat lovende woord betreft: ondertussen besluit ik niet alle gebedstijden
meer te volgen. Bij de anglicanen wordt helemaal niet gezongen, alleen zo
toonloos mogelijk met stem en tegenstem gelezen; in de kelder van de Open Gate is
wel muziek en zang, maar na een week vrolijkheid en vanzelfsprekendheid op Iona
moet ik me hier toch anders instellen. Ik mis mijn zingende medereizigers hier
wel, zeg! De CD-tracks vooraf en na afloop klinken mij als muzak in de oren.
Wat ben ik een lastige gast… Dus neurie ik in mijn kamer vrolijk de
meegebrachte Ionaboekjes door. Kan ook.

’s Middags over de greenshiels gelopen. In de middeleeuwen leefden hier de
boeren met hun koeien. Van de huiden van de stierkalfjes werd de vellen
gesneden waar de mooiste boeken op gemaakt werden, waaronder het Lindisfarne
Gospel. Nu is het ruige grond. Maar alle kleuren van de gospels kom ik er
tegen. Duinzand, rijk van armoede.

Vandaag Psalm 100. ‘You are creating us’, zingt Cotter, wij niet God, zegt
Oosterhuis. De schepping gaat door, altijd verder.
Dank daarvoor
en gezegend
Gij die uw gemeente
bijeenhoudt.

10 weken
studieverlof: de betekenis van keltisch-christelijke spiritualiteit voor de
christelijke gemeente nu en morgen. Een regelmatig verslag. Aan het slot steeds
aandacht voor de Psalm die ik vandaag las, in de versies van Huub Oosterhuis,
150 psalmen vrij, en soms ook Jim Cotter, Out of the Silence into the Silence,
of de voorlopers daarvan, By stony Paths, A version of Psalms 51-100 en A
version of Towards the City, Psalms 101-150.



Aanhaken, afhaken – studieverlof 17

Studieverlof 2012 Posted on di, mei 01, 2012 21:44:16

8
april – 17 juni: 1 mei

Met
teksten bezig, vandaag. Wat maakt een tekst sterk? In het laatste rondje dat we
als groep uit Zeist maakten, op Iona, hoorde ik het vaak zeggen: ‘Mooi, dat het
alledaagse hier samen met God genoemd wordt’. Maar ook iemand zei: ‘Ik vond
sommige van die teksten vreemd, ze deden me niets’. Nu zijn mensen
verschillend; maar is er toch iets gezamenlijks van te zeggen?
Hier in de kapel zingen ze uit ´Celtic Hymn Book´. Liederen uit Iona komen er
in voor, maar ook heel andere, veel van David Adam. Zijn gebedsteksten zijn sterk,
ik gebruik ze veel. Deze tekst kende ik nog niet:

In the silence of the stars,
in the quiet of the hills,
in the heaving of the sea, speak, Lord.

In the stillness of this room,
in the calming of my mind,
in the longing of my heart, speak, Lord.

In the voice of a friend,
in the chatter of a child,
in the words of a stranger, speak, Lord.

In the op’ning of a book,
in the looking at a film,
in the listening to music, speak, Lord, for your servant listens.

Ik voel
me afhaken in de vierde strofe. Is dat gedwongen weglaten van een letter, in
‘op’ning’, het probleem? Inderdaad, sterk is het niet. Maar er moet meer zijn.
Past het niet in mijn romantische beeld, van sterren en zee en zo? Maar in
strofe 3 kwamen er ook al andere elementen bij, en daar stoorde ik me niet aan.

Ik denk dat het iets met ‘relatie’ te maken heeft. In de eerste drie strofen
ben ik een betrokkene, doe ik mee, al is het maar door stil te zijn en te
ervaren. In de vierde strofe word ik toeschouwer, lezer, luisteraar. ‘In the
reading of a letter’, dat zou al heel wat anders zijn. Nu wordt opeens de
cultuur naar binnengerold, de tekst in. Op het moment dat ik die mag consumeren
stap ik naar buiten. Zó gaat dat niet, denk ik, overal God bij halen. Niet
omdat ik niet wil of kan ervaren dat in de cultuur Gods stem hoorbaar is – maar
omdat ik me daar niet opeens zo’n gebedje voor hoor bidden.

Vandaag Psalm 99. De Heer is koning. Oosterhuis weet waarom:
niet om te tronen in licht
opperwezen, driewerf heilig
is Hij koning geworden,
maar omwille der mensenrechten.

Maar Jim Cotter weet ook waarom:
kneeling before us as a healer with wounds,
touching our foreheads as a woman who is wise.

Nee,
niemand van ons laat u zinken
into the mire of oblivion and sin, in
het moeras van vergetelheid en zonde.

Ik lees de tekst nog eens na in de bijbel. Het zit er in, dat wil zeggen, dat
koning worden, het vergeven van zonden, het handhaven van recht en waarheid. De
andere woorden voegen we zelf toe, ieder op een eigen manier, hardop of in
stilte, die woorden over mensenrechten en over healing. Ze zien de koning voor zich:
ánders kunnen ze zich hem niet voorstellen. Nee, Oosterhuis zal er nooit een
koningin in zien, wat dat betreft is Jim Cotter al omvattender, met zijn wijze
vrouw, met zijn helende krachten.

Buig u neer voor zijn heilige berg,
zo eindigt de Psalm in de Bijbel. Ik liep vandaag langs de enige berg op het eiland. Er
staat een koninklijke burcht op, dikke muren, schansen en kantelen. Ik kreeg
niet de neiging te buigen. De koning is ergens anders terecht gekomen.

10 weken
studieverlof: de betekenis van keltisch-christelijke spiritualiteit voor de
christelijke gemeente nu en morgen. Een regelmatig verslag. Aan het slot steeds
aandacht voor de Psalm die ik vandaag las, in de versies van Huub Oosterhuis,
150 psalmen vrij, en soms ook Jim Cotter, Out of the Silence into the Silence,
of de voorlopers daarvan,
By stony Paths, A version of Psalms 51-100 en Towards the City, A version
of Psalms 101-150.



Duizend kleuren – studieverlof 16

Studieverlof 2012 Posted on di, mei 01, 2012 12:53:19

8 april – 17 juni: 30 april

Bussen,
treinen, ferries, de metro zelfs – van halte naar halte ging mijn reis, tot
vandaag toe. Tijd om de route in eigen hand te nemen. Vandaag maar eens zelf
een flink stuk lopen. En daar ga ik, vanaf de bushalte aan de A1, gevaarlijkste
weg van Engeland, naar Holy Island. Langs meidoornhagen, vol in bloei, geelgors
zingt hier, leeuwerik daar, tot het kaler en leger en stiller wordt: het wad.

Grijzig, blauwig, zandig, waterig een vlakte voor me. Daar doorheen een strook
asfalt, net een uur geleden drooggevallen. En rechts daarvan, een rechte lijn
palen, hoog en strak geplaatst. Die lijn volg ik.
Langzaam wordt alles wat helderder. Als ik bij de eerste vluchthut kom,
opgericht voor mensen die door een snelle vloed overvallen worden, zie ik het
eiland voor me en het koolzaad achter me doorbreken. Duizend kleuren heeft de
hut, maar wel allemaal binnen de grenzen van grijs en bruin. De zeepokken op de
ladder omhoog passen er perfect in. Eenmaal beneden zie ik hoe scheef hij
staat. Het heeft me niet gedeerd.
Zo loop ik door, paal na paal. Afstand laat zich moeilijk schatten. Van de vijf
mijl die ik moet gaan voert de helft over zand, droog zand, verend zand,
zuigend zand, blubberig, bultig, stromend zand, maar ook soms tussen het
lepelblad en de steenanjer door. Zo ging dat eeuwen lang hier, monniken die
kwamen en gingen, zusters niet te vergeten, Saint Hilda voorop. Vluchtelingen,
mensen die genezing zochten, en wanneer hun voetstappen werden uitgewist door
de vloed volgden de eiders, de zeehonden, de otters. Eiders zie ik nog wel, en
wulpen, drieteentjes, tureluurs.
Als ik bijna aan de overkant ben komt een kokmeeuw in prachtig zwart-zilver-wit
aanlopen, van het asfalt vandaan, mij tegemoet. Vliegen wil hij, maar zijn
linkervleugel hangt, gebroken. Triest, zelfs hier geen veiligheid voor dieren
en mensen. Hij blijft me bij – had ik hem moeten vangen, afmaken, de dierenambulance
bellen? Hij zal zijn einde vinden waar hij zijn voedsel zocht.
Op straat kom ik mijn gastheer al tegen, Graham Booth, met een grote
vogeltelescoop om zijn nek. Hij heeft net een groep Nederlanders rondgeleid, en
ze de red throated grebe (roodhalsfuut) laten zien, over de geologie verteld,
over de planten. Zo kom ik met vogelverhalen aan bij het oudste huis van het eiland, the Open
Gate community van St Aidan and St Hilda. Hier zal ik drie weken zijn. Met de
kans op Matins and Evensong in de eilandkerk van St Mary, en gebeden in de
kelder van Open Gate om 12 en 21 uur.
Daar in de kelder komen de vogels terug,
vandaag. ‘Consider carefully the birds of the air’, leest Graham
de tekst voor vandaag, Matteüs 6. Het is een evangelische plicht om de natuur
te willen kennen, zal hij me later vertellen; alleen maar wat kijken naar
kleurige vogels, daar is het Jezus niet om te doen, het gaat dieper. Ik ben
benieuwd wat ik daar nog van ga meekrijgen!

Vandaag Psalm 98. Oosterhuis maakt er een heel Kerstverhaal van, met engelen en
die Komende die komt, ja heden geboren is hij!
Nu zingen ook de wereldzeeën mee,
in alle talen daveren de bergen,
klappen en fluiten rivieren,
trompettert heel de kosmos eensgezind.
Een overdaad aan lawaai en kleur en luide muziek. Mag het ook wat zachter?
Dan herken ik mijn wandeling weer…Dan krijg je dit:
Nu zingen ook de zeeën mee,
in alle talen deinen de wadden,
schuift en fluistert de ebstroom,
ademen zand en water eensgezind.

… Maar waar is de kokmeeuw gebleven?

10 weken
studieverlof: de betekenis van keltisch-christelijke spiritualiteit voor de
christelijke gemeente nu en morgen. Een regelmatig verslag. Aan het slot steeds
aandacht voor de Psalm die ik vandaag las, in de versies van Huub Oosterhuis,
150 psalmen vrij, en soms ook Jim Cotter, Out of the Silence into the Silence.



Hobgoblin nor foul fiend – studieverlof 15

Studieverlof 2012 Posted on zo, april 29, 2012 18:02:25

8
april – 17 juni: 29 april

Bestaat
er nog een stad met drie kathedralen? Ik ga niet naar de episcopale, niet naar
de rooms-katholieke, maar naar de presbyteriaanse. Niet dat de presbyterians een
bisschop hebben, maar ja, deze kerk wás ooit kathedraal, en heeft de naam
gehouden. Nu is het de meest vooraanstaande kerk van de Church of Scotland. Een
bijzondere mix van high church-elementen (de warden met mantel en staf, een in
rood gekleed koor dat Purcell en Walton zingt) en heel calvinistische
gewoonheid (een lange en saaie preek, zitten voor het evangelie).
De taal is verwarrend oubollig. Er zijn geen announcements maar intimations,
waarvan de belangrijkste is dat wie de Service wil meemaken bij de viering van
60 jaar Queen Elisabeth., 4 juli, zich snel moet melden. Het Onze Vader en het
Credo gaan nog in de oude taal (the Quick and the Dead), ook de hymnen komen
uit de oude doos: het boek van 1963. Church Hymnary 4, 2004, is hier niet in
gebruik, maar de man die ik na afloop spreek houdt zijn hart vast: er is net
een nieuwe Church Musician aangesteld, en die speelt ook al geen Bach meer, dus
wat de volgende stap zal zijn… Vanaf hedenmiddag beginnen ze met een Choral
Evensong, vreselijk, hebben ze moeite moeten doen om de Anglicanen er uit te
krijgen (ja, in de 17e eeuw), en dan komen ze zo weer binnen!

Ik merk het weer, Gods volk onderweg is een vrolijke bende. Gelukkig komt het
thema van de Iona-week in het laatste lied binnenzeilen, dankzij de
pelgrimstocht van John Buyan. Twee boeken schreef hij, over de pelgrimstocht
naar de eeuwighied, ook in Nederland lang mateloos populair, tientallen
herdrukken de eeuwen door. Aan het begin van deel 2 staat een lied, en dat
zingen we:
Wie echte moed wil tonen moet hier komen, hij zal merken dat in weer en wind
Één mee zal gaan. Zijn wil om pelgrim te zijn zal worden beloond! Zo eindigt
het:
Hobgoblin nor foul fiend
can daunt his spirit;
he knows he at the end
shall life inherit.
Then, fancies, fly away;
he’ll not fear what men say;
he’ll labour night and day
to be a pilgrim.

To
be a pilgrim! – een gevleugeld woord in de Engelse cultuur. Je moet er wel wat
voor doen, werken, lijden, weeën verdragen dag en nacht. Maar toch volhouden! (Op internet te horen, in deze fantastische opname.)
De fancies komen er niet goed af, in dit lied. Natuurlijk bedoelt Bunyan
daarmee de inbeeldingen van alles wat fout kan gaan. Maar het beeld heeft zich
uitgebreid, realiseer ik me. ‘Fantasie’, rijkdom aan beelden, visualisaties,
het is allemaal maar zozo in deze cultuur. ‘Labour’, daar gaat het om. De
pelgrimage die we de afgelopen week op Iona liepen kende de beide elementen.

Vandaag Psalm 97. Woorden van een totaal andere maat dan het onhandige talige
gedoe van de liturgie van vanmorgen:
God is Hij alleen.
Vuur gaat voor Hem uit,
weerlicht over de aarde
.
Zouden we maar niet stil worden? Laten uw woorden weinige zijn, en zo? Ik denk
er straks nog eens over na, op weg naar de tweede dienst van vandaag, van de
Iona-community. Maar ja, niets zeggen is toch ook wel weinig. En zo eindigt
Oosterhuis:
God is Hij alleen.
Vuur gaat voor Hem uit,
nieuw licht over de aarde
.
Nieuw licht – om door te geven.

10 weken studieverlof:
de betekenis van keltisch-christelijke spiritualiteit voor de christelijke
gemeente nu en morgen. Een regelmatig verslag. Aan het slot steeds aandacht
voor de Psalm die ik vandaag las, in de versies van Huub Oosterhuis, 150
psalmen vrij, en soms ook Jim Cotter, Out of the Silence into the Silence.



De fax is de kwartelkoning – studieverlof 14

Studieverlof 2012 Posted on za, april 28, 2012 23:35:07

8
april – 17 juni: 28 april

Glasgow,
een stad waar ik de weg al wat leer kennen. De zesde keer nu? Ik kan het niet
laten, en trek weer naar het Westen. Zo rond de botanische tuin en het
arboretum van de stad, waar de rivier Kelvin naar de Clyde stroomt, klopt voor
mij het hart van de stad. Een wijk van rond 1900, vele culturen komen samen.
Een ramsjwinkel verkoopt boeken, drie voor zes pond. Mooie keus, mijn
Schotlandcollectie kan nog wel wat gebruiken. Op de hoek van de straat ga ik de
kerk binnen, Oran Mor, inmiddels theater en restaurant. Terwijl ik op mijn koffie
wacht duik ik de gedichten in. Dat had ik beter niet kunnen doen. Het komt
direct binnen.
Donny O’Rourke, inderdaad, met ouders van Ierse afkomst, dicht over de Great
Western Road, de straat waar ik ben. Zo mooi, het is net het Iona Gloria, maar
dan over leven in de stad. En dan al die levensverhalen, die de gedichten kleur
en perspectief geven! De meeste dichters zijn van school getrapt, hebben op
boorplatforms gewerkt, konden het niet met hun moeder vinden, en zo nog het een
en ander… – en kregen uiteindelijk hier of daar een opleiding en een beurs en
een woonwagen of huisje, en maken er vrolijke teksten over. Het gaat zoals het
gaat, blij met iedere dag van licht en zon zijn ze. ‘God Glasgow it’s glorious
roept O’Rourke uit.
Kelvinbridge, Great Western Road, Glasgow
Nu eerst een korter gedicht. De kwartelkoning, crex crex, in het Latijn,
corncrake in het Engels, thrèan-ri-trèan in het Gaelic, markeert de definitieve
komst van de lente. Die dagen maakten wij mee op Iona. s’ Avonds hoorde je hem,
hier en daar en overal, maar zien? Weinig kans.
Rody Gorman, dichter, in de stad, hoort de corncrake niet meer. Maar wel de
fax, en de printer. Zijn dat niet net zo goed bronnen van vrolijk stemmend
geluid? Hij dicht tweetalig: één keer in het Gaelic, één keer in het Engels, de
eerste in klankrijm, korte zinnen, de tweede keer meer naar de betekenis,
vormlozer. Tja, wat doe je dan, in het Nederlands? Ik vertaalde twee keer. De
eerste pogingen vind u hier, totdat ik ze weer weghaal en vervang voor beter…

Fax – uit het Engels

De fax in de hoek
is een corncrake in het veld

of een varken dat knort
met een diepe bas

en de printer ernaast is een waterval
waar witte bladen uit golven

met plaatjes erop
die gesleept werden

over de bodem van de Atlantische oceaan
en zo op mijn scherm terecht kwamen

en allemaal drukken ze hun eigen stempel
op de wereld van vandaag.

Fax – vanuit het Gaelic
De
fax op de tafel
is de kwartelkoning in de haver

of het varken dat knort
met een bas van genot

met ernaast de printer, een waterval,
een stroom van blad na blad,

en daarop scenes verbeeld
die zijn versleept

door het diepste van de Westelijke Zee,
zo terecht kwamen op het scherm van de p.c.,

en elk geven ze hun eigen gedaante
aan het leven van vandaag.

Vandaag Psalm 96. Zing een nieuw lied!
Dat zou ook wel eens kunnen betekenen: vergeet het oude lied maar even. Zoek
nieuwe beelden, nieuwe talen om de weg naar God open te houden. Of bestaat God
dan niet meer? Oosterhuis is er somber over.
Ooit in vergeten tijden
was hij machtig, onwankelbaar tronend,
schiep juichende zonnen en zeeën:
zes dagen van Grote God.
Nu strompelt een zwarte vlek
tussen de graven van de namelozen
weeklagend.
Is Oosterhuis net als een oude Brit, die nog niet kan geloven dat het
koloniale rijk anno 1900 verdwenen is? ‘Jezus zal heersen waar de zon gaat om
de grote aarde om’, net als ‘De dag door uwe gunst ontvingen’, dé liederen voor
het trotse Albion, het wereldrijk van Victoria, mogen wel worden afgeschaft,
als je het zó bekijkt. Maar kunnen ze niet weer opnieuw worden gezongen,
wanneer je denkt aan het wereldrijk van mensen die elkaar steunen in de strijd
om recht en vrede, die boodschappen via fax en kabel, mail en facebook
verspreiden, die het niet ongezien laten wat gebeurt in Oezbekistan en de
Verenigde Staten, de bezette gebieden in Palestina en de gevangenissen van
Syrië? Het is maar een vraag. Misschien wel wat optimistisch. Wel wat
Iona-community-achtig…

10 weken
studieverlof: de betekenis van keltisch-christelijke spiritualiteit voor de
christelijke gemeente nu en morgen. Een regelmatig verslag. Aan het slot steeds
aandacht voor de Psalm die ik vandaag las, in de versies van Huub Oosterhuis,
150 psalmen vrij, en soms ook Jim Cotter, Out of the Silence into the Silence.



Afscheid nemen 2x – studieverlof 13

Studieverlof 2012 Posted on za, april 28, 2012 11:57:10

8
april – 17 juni: 27 april

Daar
staan ze. Mo met zijn petje, dat alleen afging als hij erachter kwam dat de
koorleden andere nootjes hadden dan hij. ‘Pfoe, I start to sweat’, zei hij dan.
En Franziska, die graag Nederlands sprak aan tafel, als er even geen Engelsen
in de buurt waren – dan kon ze oefenen.
Christoff de Tsjech, heel stil, maar als er in de craft-room iets gemaakt moest
worden was hij er helemaal.
Daniël, zo zachtmoedig dat hij de leeuwen in de kuil nog vegetariër had kunnen
maken.
En Ann, die de huishouding zo goed in de hand had dat ze altijd ontspannen was.
Mijn eerste afscheid van de dag, als de ferry wegvaart van de kust van Iona. Ik
ken de gewoonte inmiddels: alle ‘vollies’, volunteers, en ‘resident staff
members’ die kunnen doen de gasten van de week uitgeleide. Het verrast mijn
medereizigers, merk ik. Dat ze ons zoveel moeite waard vinden! Dat ze ons nog
even iets goed willen zeggen, iets vrolijks toewuiven, iets moois willen laten
zien. Afscheid is altijd wat weemoedig, er zijn zelfs heel droevige vormen van.
Dat is dit niet. Maar dit afscheid, hier op de kade, laat wel zien dat de vorm
waarin het gebeurt er toe doet. Niet voor niets hadden sommigen deze week juist
hun pijnmomenten, daar waar een afscheid van ooit weer bovenkwam.
Op
de eerste ferry, in de bus, op de tweede ferry, in de trein, zes uur lang
reizen we op met de meeste mensen met wie we de afgelopen week deelden. Maar
toch is het alsof we toch steeds wat verder van hen vandaan komen te staan. Het
is goed zo. Ooit moeten we een punt zetten. De laatste, dan toch echt
definitief, op het station in Glasgow. Vaarwel, God bless, see you. ‘See
you later, in glory, or hopefully before’
, zegt een Engelse collega. Zo serieus dat we
allebei moeten lachen. (Ja, inderdaad, COE, Church of England, zou zijn
methodistische collega gegrapt hebben.)

Voorlopig
voor mij geen glory, maar de tumulten van de grote stad. Hoe kom je door het
poortje, het perron af? Waar is de bus naar het vliegveld? Gaat die file de
anderen de aansluiting niet kosten? Maar nee, afscheid 2 komt ook nader.
Veertien reizigers vliegen weg naar Nederland. Ik blijf.

Vandaag Psalm 95, over God die alles geschapen heeft en zo. Kan je dat nog
geloven, vraagt Oosterhuis zich hardop af? Als je ziet wat mensen er van maken,
waar is die god dan gebleven?
De rots van ons behoud zijt Gij?
Wij zijn nieuwe eeuwen ingegaan,
ruimen puin, tellen de lijken.

Ik moet denken aan de serieuze angst die de mensen hier hebben voor al die
atoomkoppen, 4 x8 op de Tridentonderzeeërs alleen al, met hun basis op een paar
kilometer langs het spoor waar onze trein rijdt. Koppig, stuurloos, als ooit
bij Massa en Meriba, zegt de Psalm. Maar Oosterhuis hoort in de stilte tussen
de regels van deze bittere Psalm nog andere woorden:
Gij laat niet af, Gij zegt in
stilte-taal:
‘Verhard je niet.
Wie schamper worden
vinden geen rust.’

10 weken studieverlof: de betekenis van
keltisch-christelijke spiritualiteit voor de christelijke gemeente nu en
morgen. Een regelmatig verslag. Aan het slot steeds aandacht voor de Psalm die
ik vandaag las, in de versies van Huub Oosterhuis, 150 psalmen vrij, en soms
ook Jim Cotter, Out of the Silence into the Silence.



Friend and foe

Studieverlof 2012 Posted on za, april 28, 2012 11:48:40

8 april – 17 juni: 26 april

Alweer
de laatste dag voordat we terug op reis gaan. In de morgen lezen we opnieuw in
de liederen, teksten, gebeden die Alexander Carmichael verzamelde, zo rond
1880. Raadselachtige woorden, naast woorden die rechtstreeks aankomen – en soms
allebei tegelijk.
‘Who is she, the lady-lord’, een
lange tekst, met veel ontkenningen. Nee, niet de alk, niet de merel, niet het
sneeuwhoen, niet de wulp. Maar wie dan wel? Niet de mooie jonge vrouw, niet de
oude moeder. Maar dan? Ze kwam uit Erin, Ierland en gaat naar Lornach,
Noorwegen, en ze draagt een kind. Is het Maria, de Lady-Lord, in oude teksten?
Of is het een prinses die moest vluchten omdat haar dynastie met de dood
bedreigd werd, en nu aanspoelde, met het kleine prinsje in haar armen, op een
van de eilanden, de enige schipbreukelingen die de storm overleefden? Of
schuilt er nog meer achter, is het ook een tekst die het katholieke geloof liet
klinken, in tijden van calvinistische onderdrukking? Of toch een vogelraadsel,
en komen we bij de puffin uit?

Dichterbij de harten komen toch meestal heel andere teksten.
Drie-ene God,
zoals het is, zoals het was, zoals het zijn zal,
met de eb, met de vloed,
drie-ene God,
met de eb, met de vloed…
Een tekst die we ons kunnen voorstellen als slot van een eigen gebed, een
fragment dat andere woorden omvat, zoals een ‘Eer aan de Vader en de Zoon en de
Geest.’
Tegelijk valt ook nu weer op hoe hoogverheven de Engelse vertalingen zijn. De
klank van het Gaelic, voorgelezen door Mary Low, is sterker, korter,
krachtiger. Jammer, dat de poging om de teksten in een 16e eeuws
Engels weer te geven zulke diepe sporen heeft getrokken, tot in vertalingen
over de hele wereld toe. In het Gaelic staat er gewoon ‘zien’, en niet
‘aanschouwen’, ‘dag zeggen’ of ‘groeten’ en niet ‘adieu wensen’. De bedoeling
was goed: het zijn ontwikkelde mensen, die Gaels! Maar zo konden ze zich niet
herkennen. Stof tot nadenken biedt het verhaal van de man die ’s morgens vroeg
Carmichael achternagaat. Hij heeft de avond tevoren een tekst gedicteerd, maar
nú wil hij die terug. De hele nacht lag hij wakker, hij bedacht dat koude ogen
deze tekst niet mogen lezen. Carmichael plaatste de tekst toch in het boek…
Onze gids door het boek heeft warme ogen, dat is duidelijk. Met grote
bescheidenheid is ze ook zelf aanwezig in ons midden. Het kost soms haast
moeite om haar aan het voorlezen te krijgen – terwijl dan toch de beleving het
meest intens is. Zeker als ze ons de tekst laat zien waarin een zegen wordt
gevraagd voor al wat leeft, van het kleinste op aarde tot het grootste van al.
Geef mij dan een oog dat vriendelijk kijkt, naar vriend en vijand, naar naaste
en naar wie me vreemd is. Is dat geen toepassing van de bergrede?

Vandaag
Psalm 94. Waarom slaat de schender om zich heen, vertrapt en verdrukt de
zwerver, gooit mensen weg, wurgt kinderen? God van wraak, doe er iets aan!
Oosterhuis verandert het perspectief. Zijn wraak is zoet, een nieuwe wereld.

Het zal als zaad in
de aarde
vallen – sterven –
ontkiemen.
Het zal opstaan in
mensen
die het kwade
weerstaan
.

‘s
Avonds vieren we het komende afscheid in de Abbey church. We delen brood en
beker. Zoals het graan op de akker stond, dicht bij elkaar, maar nu verspreid
is, brood geworden, en dat brood verdeeld over mensen, reizend en trekkend over
deze wereld, zo is ook het zoete woord van God: één, om te delen, hier, en daar,
en waar wij ook maar heen gaan.

10 weken studieverlof: de betekenis van
keltisch-christelijke spiritualiteit voor de christelijke gemeente nu en
morgen. Een regelmatig verslag. Aan het slot steeds aandacht voor de Psalm die
ik vandaag las, in de versies van Huub Oosterhuis, 150 psalmen vrij, en soms
ook Jim Cotter, Out of the Silence into the Silence.



« VorigeVolgende »